De Eerste Kamer steunt de mogelijkheid om het coronatoegangsbewijs in te kunnen zetten in niet-essentiële winkels en niet-essentiële dienstverlening op publieke plaatsen. Bezoekers van kleding- en meubelwinkels maar ook van kappers en pretparken zouden dan hun QR-code moeten laten zien voordat ze naar binnen mogen.
Het wetsvoorstel maakt het mogelijk om de coronapas in deze sectoren in te zetten. Deze verplichting gold al enige tijd in de horeca en de cultuursector. Sinds zondag gelden al strengere maatregelen voor deze sectoren, zoals een sluiting om 17.00 uur en het gebruik van mondkapjes. Ook andere locaties moeten aan het eind van de middag sluiten, zoals sportscholen.
Het is nog niet duidelijk wanneer de uitbreiding van het coronatoegangsbewijs ingaat. Het demissionaire kabinet zal hiervoor nog een zogeheten ministeriële regeling voorleggen aan beide Kamers.
In de ministeriële regeling zal zorgminister Hugo de Jonge ook preciezer aangeven over welke detailhandel en dienstverlening het precies gaat en of er maatwerk mogelijk is. Zo zou een afweging kunnen zijn dat er op bepaalde locaties 1,5 meter afstand moet worden gehouden in plaats van het tonen van een coronapas. De controle van een QR-code is beter te organiseren in grotere winkels terwijl in kleine winkels wellicht de afstandsregel proportioneler is, opperde De Jonge. De term niet-essentieel betekent volgens hem niet dat een winkel of dienst onbelangrijk is, het gaat om producten die mensen niet dagelijks hoeven te kopen.
Voorstanders van de wetswijziging zijn de coalitiepartijen VVD, D66, CDA en ChristenUnie, evenals PvdA en GroenLinks en 50PLUS. Ook in de Tweede Kamer gingen deze fracties, samen met de van 50PLUS afgesplitste Liane den Haan, akkoord met het wetsvoorstel.
De tegenstanders zagen het wetsvoorstel om meerdere redenen niet zitten. Ze zijn tegen het gevoerde coronabeleid, vrezen voor een verdere tweedeling in de samenleving en denken dat het ook niet uitvoerbaar is.
De fractie-Otten vond de maatregel juist niet ver genoeg gaan om code zwart af te wenden in de ziekenhuizen. Henk Otten pleitte onder meer voor een eigen bijdrage voor ongevaccineerden als zij op de intensive care belanden. Hij wees erop dat een Covid-patiënt gemiddeld achttien dagen op de ic ligt en een hartpatiënt maar één of twee dagen. Een financiële prikkel zou mensen alsnog ertoe aanzetten om een prik te nemen.
Het debat in de senaat stond los van de discussie over een toegangsbeleid voor 2G of 3G. Vooralsnog krijgt men een groen vinkje als men gevaccineerd is, genezen of getest (3G). Het kabinet wil dat straks testen niet meer voldoende is om toegang te krijgen tot plekken waar het risico op besmetting hoog is (2G). Wetgeving daarvoor is in de maak.