Stil en verlaten ligt de Broederstraat in Kampen. Op nummer 15 zetelt de Theologische Universiteit (TUK) van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. Een eerbiedwaardig gebouw. Maar de TUK vertrekt, naar Utrecht. „Zonder artikel 31 wordt het een kale boel in de stad.”
Met het verdwijnen van de TUK komt er een einde aan bijna 170 jaar theologisch onderwijs in Kampen. De Theologische Universiteit van de Gereformeerde Kerken aan de Oudestraat is al weg. En er is al zo veel verdwenen uit Kampen. Ooit had de stad een sociale academie, een kunstacademie en een school voor journalistiek. Die zijn allemaal weg. Wat gebeurt er met deze oude Hanzestad aan de IJssel?
Financiën
De dubbele voordeuren van de TUK aan de Broederstraat staan open. Boven de deuren staat breeduit geschreven ”Theologische Universiteit”. In de hal zit Olaf Smidt achter de balie. Hij studeert aan de TUK theologie en heeft er een baantje als receptionist. „Zo kan ik de huur van mijn kamer bekostigen.”
Wat vindt Smidt ervan dat zijn universiteit vertrekt? „Jammer. Ik snap ’t wel een beetje, want het financiële plaatje hier is ingewikkeld geworden. Dit oude universiteitsgebouw voldoet niet meer aan de wettelijke eisen. Maar of verhuizen nu de oplossing is? Voor Kampen is dit zuur.”
Smidt wil nog graag de oude senaatszaal, dieper in het gebouw, laten zien, met wanden vol portretten van hoogleraren en van de grote mannen van de Vrijmaking. „In deze senaatszaal kun je zien dat er in Kampen vroeger een stevige theologische basis is gelegd. Als de TUK vertrekt, blijft de basis liggen. Wat al die mannen in het verleden hebben gedaan, hoeven wij niet over te doen.”
Theologieverslaafd
Aan de overkant van de Broederweg bevindt zich de bibliotheek van de vrijgemaakte universiteit. Naast het historische toegangspoortje staat: ”Academiae Theologicae Campensis Bibliotheca”. Binnen heerst de stilte van de wetenschap. Dit is een theologische samenklontering van jewelste.
Aan een van de leestafeltjes zit Anthonij Rietman, vast bezoeker van de bibliotheek en theologieverslaafd, zoals hij zegt. Waar moet hij straks theologische boeken lenen, als de universiteit mét deze bibliotheek verdwenen is? „Deze verhuizing had niet hoeven te gebeuren. Het had anders gekund. Kampen is een stad met een rijk verleden, zeker als het gaat om de Afscheiding. Wat jammer dat de vrijgemaakten niet hebben gekozen voor het leegstaande gebouw van de Theologische Hogeschool aan het Muntplein, op de hoek van de Hofstraat. Ik snap de vrijgemaakten echt niet dat ze uit Kampen weg willen. Wie een beetje historisch besef heeft, wil dit niet.”
In ferme pas komt Ingrid Geveke met haar hond aan de lijn de hoek van de Broederstraat om. Ze woont al twintig jaar in Kampen, zegt ze, en is van de stad gaan houden. „Hoewel, in die twintig jaar is de stad wel veranderd, en dat is jammer. Kampen stond altijd bekend om haar twee theologische universiteiten en haar kunstacademie. De stad was een mix van confessionaliteit en kunstzinnigheid. Dat raken we kwijt. Maar, het is wat het is. In het Kamper DNA zit nog steeds genoeg moois.”
Op de Vloeddijk
Aan de Vloeddijk woonde ooit de Kamper elite. Een oudere dame –rode bril, rode lippen– staat met haar fiets op iets te wachten. Nee, geen naam! Ze heeft niets met universiteiten, zegt ze, en nog minder met theologie. „Maar het wordt in Kampen wel steeds kaler. Veel modezaken zijn al weg, hoewel, er komt ook veel voor terug. Als je in de stad wilt gaan eten, kun je nu alle kanten op. Dat is dan wel weer leuk.”
Halverwege de langgerekte Oudestraat, vanouds dé winkelstraat van de stad, zit een bloemist op zijn stoeltje tussen de bloemen. Hij komt uit IJsselmuiden, aan de overzijde van de IJssel, maar houdt zeker zo veel van Kampen. Natuurlijk heeft hij gehoord dat de tweede universiteit nu ook uit de stad vertrekt. „Het wordt een eentonige boel hier. Al die studenten brachten vroeger nog wel wat leven in de brouwerij. Dat was leuk. Maar nu wordt het steeds stiller. Ik zou zeggen: Kampen is toch leuk genoeg om te blijven.”
Uit het filiaal van de Kruidvat, hoek Oudestaat-Morrensteeg, komt een moeder met een kindje aan de ene hand en een volle boodschappentas aan de andere hand. Nee, ze heeft geen tijd. En, nee, verstand van universiteiten heeft ze ook niet. Maar, Kampen is wel haar stad. „Altijd gebleven.”
De Rank
In de evangelische boekwinkel De Rank zit Petro de Wilde aan de koffie. Ze is vrijwilliger in de winkel. De Wilde over het vertrek van de TUK: „Gewoon jammer. Er verdwijnt hier al zo veel. Kampen blijft een prachtige Hanzestad, maar we verliezen wel steeds meer mooie dingen, zeker op christelijk gebied. Vroeger zeiden de mensen: „Kom jij uit Kampen? Uit de stad met twee universiteiten?” Nou, dat is dus nu voorbij.”
Een ouder echtpaar zit op het terras van Bakker Bart uitgebreid aan de broodjes. In het mandje ligt hun poedel. „Verschrikkelijk”, vinden ze het allebei dat er weer een grote instelling uit de stad verdwijnt. Zij: „We houden niks meer over.” Hij: „Ze halen alles weg.” Zij: „De boel loopt leeg.” Hij schudt het hoofd, kijkt naar de overkant van de Oudestraat, waar ooit de Theologische Universiteit van de gereformeerden zat, en bromt: „Ook al verdwenen.” De poedel vindt alles best.
Aan het einde van de Oudestraat verrijst de Bovenkerk. Wat er ook verdwijnt in de stad, de Bovenkerk zal niet wijken. Vroom en onverzettelijk staat hij op de kop van de Oudestraat, maar, zondags zijn hier ook al geen kerkdiensten meer.
Verkwanseld
De deur naar de torenkamer staat, zoals iedere werkdag tussen 10.00 en 13.00 uur, wijd open. Binnen zit, mondkapje onder de kin, Rinus van Warven, een van de gastheren van de Bovenkerk. „Kampen is een bloeiende stad geweest”, zegt hij. „Stel je voor: twee universiteiten, wel tweeduizend studenten. Maar het gemeentebestuur was vergeten te zorgen voor een fatsoenlijke infrastructuur. Het culturele leven is hier nooit ingericht geweest voor zo veel studenten. Nu raken we het allemaal kwijt. De stad had beter voor zichzelf moeten zorgen. Het culturele leven is verkwanseld. Kennelijk is er geen eer meer aan Kampen te behalen. Toch spijtig van zo’n prachtige stad.”