Mannelijke deugdzaamheid als Bijbelse opdracht
Mannelijkheid schijnt tegenwoordig iets giftigs te zijn. Al lange tijd maken feministen mannelijkheid verdacht, en met succes. De Bijbel geeft ons echter de opdracht om in dit leven sterk, moedig en mannelijk te zijn.
Soms ontstaat de indruk dat ook christenen slapheid of zwakheid verdedigen. Zeker, bescheidenheid is een prachtige deugd. En nederigheid is zelfs de plicht van iedere christen. Onze omgang met onze naaste moet een afspiegeling zijn van onze persoonlijke relatie met God. Maar dat is geen rechtvaardiging voor een slappe of zelfs laffe houding in dit leven.
Vooropgesteld: de realiteit van dit leven is bepaald niet liefdevol en veilig. Het leven is moeite, verdriet en strijd. Zonder politieke orde vechten mensen met elkaar op leven en dood. Augustinus ziet de overheid nadrukkelijk als een noodzakelijk kwaad in reactie op de zondeval. De huidige toestand van onze democratie bevestigt dit. Chaos en anarchie lijken te regeren. Door de zondeval domineren de zonde, de wereld, het kwaad en afgoderij dit leven. Dat zijn bepaald geen zaken waarvoor je nederig moet buigen.
Ook de coronacrisis legt de moeiten van het leven pijnlijk bloot. Ziekte en dood van geliefden, de druk op zorgpersoneel en psychische klachten door de maatregelen confronteren ons met de harde realiteit van ons bestaan. Niet-gevaccineerden ervaren hoe de overheid hun het leven zuur maakt. In deze omstandigheden wens je elkaar als het goed is geen zwakte of slapheid toe, maar sterkte en moed.
Jozua
Deze aansporing om sterk en moedig te zijn is geen extreemrechtse utopie, maar een Bijbelse opdracht. Neem Jozua. Hij ziet op tegen de immens zware taak om Kanaän te veroveren. Maar dan spreekt God hem toe. In Jozua 1 zegt God tot driemaal toe tegen Jozua dat hij sterk en moedig moet zijn. God bekrachtigt dit door Zijn belofte om met hem te zijn; Hij zal Jozua niet begeven of verlaten. Dat geeft daadwerkelijk moed, want God regeert door het recht van de Sterkste. Ook draagt God Jozua op om niet linksom of rechtsom af te wijken van Zijn geboden. Jozua krijgt dus de opdracht om rechtlijnig en standvastig te zijn. Kortom, om in morele zin conservatief te zijn. Jozua mag niet normaal maken wat niet normaal is.
De Bijbel leert ons niet alleen om sterk, maar ook om mannelijk te zijn. Paulus spoort ons in 1 Korinthe 16:13 aan: „Waakt, staat in het geloof, houdt u mannelijk, zijt sterk.” David geeft vanaf zijn sterfbed Salomo in 1 Koningen 2:2 opdracht tot exact dezelfde houding. Hij begint met te zeggen dat Salomo een sterke man moet zijn, houdende al Gods geboden.
Deugden
De Statenvertalers koppelen in de kanttekeningen dit sterk zijn aan de deugden wijsheid, moed en gestadigheid of beheerstheid. Wat zijn dit voor deugden? Wijsheid is volgens grote denkers uit de Europese traditie een deugd waarbij je je niet gek laat maken door emoties en rancune, maar zuiver, beheerst, voorbij alle vooroordelen probeert logisch, redelijk en vrij te denken. Gestadigheid of beheerstheid is een van de moeilijkste deugden. Wie zichzelf overwint en beheerst, is sterker dan wie een stad overwint. Maar er is ook zoiets als moed. Volgens de filosoof Andreas Kinneging betekent moed altijd het overwinnen van angst, die anders een barrière is tegen de plicht die men moet doen. De Bijbelse oproep om moedig te zijn gaat altijd gepaard met een radicaal vertrouwen op God alleen.
De betekenis van mannelijkheid lezen we ook in de Bijbel. Soms zijn mannen in de Bijbel wrede vervolgers die Gods volk moeten kastijden. Maar in Gods Woord staan mannen ook vrijwel altijd vooraan in de strijd tegen het kwaad. Mensen die zware verantwoordelijkheid krijgen, zowel in de politieke als in de geestelijke strijd, zijn in de Bijbel bij voorkeur mannelijk, wijs, beheerst, kloek, dapper, sterk, moedig, heldhaftig, strijdbaar, wakker, zelfs uitgelezen, kortom: excellent. God gebiedt zulke mannen hun kracht te gebruiken om de gemeenschap, vrouwen, kinderen, vreemdelingen, kwetsbaren en gelovigen te beschermen.
Dit is bepaald geen oudtestamentisch idee, blijkt uit de bekende nieuwtestamentische verzen van Efeze 6. Ten overvloede herhaal ik die nog maar eens: „Doet aan de gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt staan tegen de listige omleidingen des duivels. Want wij hebben den strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers der wereld der duisternis dezer eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de lucht.” En ook hier blijkt uit het verband van de tekst dat het gaat over een geestelijk strijdbare, wakkere en standvastige houding.
Kruis
Tweeduizend jaar later is de leefregel van David en Paulus nog altijd actueel. De Canadese psycholoog Jordan Peterson begint zijn ”12 regels voor het leven” met deze regel: „Sta rechtop, met je borst, het sterke gedeelte van het mannelijke lichaam, vooruit, en je schouders naar achteren.” Waarom? Omdat je het kruis moet opnemen en Jezus moet volgen. Je moet in dit leven je verantwoordelijkheid nemen. Je moet in dit leven door zware beproevingen heen, en een slachtofferrol, een constant ontevreden, kleingeestige, angstige, slappe houding maken je daarvoor ongeschikt.
De norm dat het regeerambt de vrouw niet toekomt laat ik hier even rusten. Vrouwen kunnen ook moedig, sterk en wijs zijn. Mannelijk zijn gaat ook niet over links versus rechts. Het moet een spade dieper. Het gaat niet om de norm, maar om de waarde. Het gaat om de symboliek van de man als algemeen sterkere geslacht, en dat als tijdloos voorbeeld en leefregel. Noem het masculiene deugdzaamheid.
Zwakkere
Volkomen terecht merken christenen op dat God een bijzondere liefde heeft voor het zwakkere. Dat maakt het zwakkere waardevol genoeg om de sterkere te verplichten het te beschermen. Helaas bestaat er in de moderne praktijk weinig waardering voor werkelijk deugdzame, sterke mannen.
Niemand kan zonder Gods hulp staande blijven. Gods kracht wordt dan ook altijd in zwakheid volbracht. Maar de opdracht aan alle mensen, vooral aan christenen in de politiek, is ondanks de zondeval nooit veranderd. Gedraag je als een volwassen kerel. Wees een vent. En houd je aan ál Gods geboden.
De auteur studeert sociale geografie, planologie en filosofie aan de Universiteit Utrecht.