Marcel Levi: Nederland moet zijn ic-capaciteit uitbreiden
Het Verenigd Koninkrijk heeft zijn ic-capaciteit tijdens de coronacrisis flink uitgebreid. Daar kan Nederland wat van leren, vindt voormalig ziekenhuisbestuurder prof. Marcel Levi. „We hebben nu zelfs minder ic-capaciteit dan twee jaar geleden. Heel tegenstrijdig.”
Een vergelijking tussen de Nederlandse en de Britse ziekenhuiszorg: daar heeft Levi vaker over nagedacht. „Die vraag wordt me ongeveer twee keer per dag gesteld,” zegt hij grinnikend.
Tijdens de coronacrisis gaf Levi leiding aan zeventien ziekenhuizen in Londen. In april dit jaar verruilde hij zijn werkzaamheden daar voor het voorzitterschap van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Daarnaast is hij anderhalve dag in de week internist aan Amsterdam UMC, waarvan hij voorheen ook bestuursvoorzitter was.
Intensivecarebaas Diederik Gommers zei onlangs op BNR Nieuwsradio: „Als we boven de 650 coronapatiënten op de ic komen, dan hebben we te maken met code zwart.” Dreigt code zwart ook in Engeland, waar meer dan duizend coronapatiënten op de ic liggen?
Levi: „Code zwart bestaat alleen in Nederland. Nergens ter wereld gebeurt dat. Als er elders in de wereld een tekort is aan ic-bedden, dan zetten ze er ic-bedden bij. In Nederland hebben we kennelijk besloten dat er een maximum is. Dus zijn we gaan nadenken over wat we moeten doen als dat maximum is bereikt.
Ik hoor van collega’s die cursussen hebben gevolgd hoe ze triage (het bepalen van welke patiënt een bed krijgt, MC) moeten toepassen. Ik denk dan: dat is verspilde energie. Waarom gebruik je die energie niet om na te denken over hoe je meer bedden kunt creëren?”
Waarom is voorbereiden op code zwart volgens u verspilde energie?
„Code zwart gaat in de praktijk niet werken. Ik kan me in Nederland, hoe druk en hoe vol het ook is, niet voorstellen dat we straks bij twee voorheen gezonde veertigjarigen op de spoedeisende hulp zeggen: dan moeten we maar loten. Wie gaat de familie vertellen: „Ja, eigenlijk moest hij naar de ic, maar er was geen plek”? Dat gaat niet gebeuren. Dan wordt er gewoon een bed bij gezet.”
De ziekenhuizen liggen nu al overvol. Twee Limburgse ziekenhuizen, VieCuri in Venlo en Venray en het St. Jansgasthuis in Weert, maakten maandag bekend dat ze geen coronapatiënten meer kunnen opnemen. Wat gaat er volgens u mis?
„Nederland moet zijn ic-capaciteit uitbreiden. Engeland en Nederland bungelden twee jaar geleden onderaan de Europese lijst qua aantal ic-bedden per hoofd van de bevolking. Dat levert tijdens een piek problemen op. De Britten concludeerden dat ze meer ic-capaciteit moesten creëren. Dat zijn ze ook fanatiek gaan doen. Ze hebben extra mensen opgeleid en hun apparatuur en andere benodigdheden uitgebreid. Inmiddels hebben zij anderhalf keer zoveel bedden als twee jaar geleden.
Tot mijn verbazing is er in Nederland niets gebeurd. Er is wel over een uitbreiding gesproken, maar die is niet gerealiseerd. Dan speelt nog het probleem dat veel zorgpersoneel ermee kapt. Daardoor hebben we nu zelfs minder ic-capaciteit dan twee jaar geleden. Heel tegenstrijdig.
Ook voor coronatijd was er al een tekort aan ic-capaciteit. Bij elke griepgolf moeten er operaties worden afgezegd omdat de hele ic vol ligt met mensen met een luchtweginfectie. Dat probleem speelt al jaren, maar corona heeft dat nog duidelijker gemaakt. Het intrigerende is dat daar nog steeds geen oplossing voor is gevonden.”
Het Nederlandse systeem is gericht op het zo efficiënt mogelijk omgaan met de schaarse middelen. Honderden peperdure ic-bedden maandenlang ongebruikt laten staan, willen we ook niet.
„Dat klopt. Als je gaat plannen op pieken, kan het zijn dat je capaciteit over hebt. De vraag is hoe erg dat is. In het huidige systeem is dat vervelend, want alles draait om efficiëntie en moet zo goedkoop mogelijk zijn. Maar daar kun je organisatorisch oplossingen voor bedenken. Gebruik die bedden bijvoorbeeld voor hartbewaking of om de verpleegafdelingen te ontlasten. In dat geval verschuif je de grens van wat je op de verpleegafdeling doet en wat op de ic. Hoe dan ook, wat we nu doen, plannen op het gemiddelde, is niet houdbaar.”
Is er in Engeland minder sprake van marktwerking en efficiëntie?
„In Engeland is er een publiek systeem. Daar is wel een beetje marktwerking, maar dat werkt net even anders dan hier. Er is daar meer sprake van capaciteitsplanning. In Nederland is er geen planning. Niemand bepaalt hoeveel ic-bedden we per regio nodig hebben en in welke ziekenhuizen die moeten staan.”
In Nederland worden coronapatiënten verspreid over de beschikbare bedden in het land. Daardoor hebben we verhoudingsgewijs minder coronadoden te betreuren dan Engeland, zei Ernst Kuipers onlangs in een gesprek met het Reformatorisch Dagblad. Is dat geen voorbeeld van slim plannen?
„Natuurlijk is het prima dat coronapatiënten worden gespreid over de capaciteit in het land. Maar dat daardoor minder patiënten zijn overleden, lijkt me een nogal stellige conclusie, die denk ik niet hard te maken is. Ik vermoed dat de hogere sterftecijfers in Engeland eerder liggen aan een slechtere gezondheidstoestand bij een groot deel van de bevolking. Ook de belabberde sociale omstandigheden van grote groepen en een enorm hoge sterfte in verpleeghuizen spelen mee.”
Het probleem is niet zozeer het aantal ic-bedden als wel de beschikbaarheid van zorgpersoneel. Hoe komen ziekenhuizen aan meer ic-verpleegkundigen?
„Dan moet je als overheid investeren. Je kunt mensen echt wel verleiden tot dit soort banen. Het werk als ic-verpleegkundige is heel leuk en wordt bovendien goed betaald, ondanks alles wat erover wordt gezegd.
Het is overigens een misverstand dat er te weinig verpleegkundigen worden opgeleid. Er zijn genoeg jonge mensen die het geweldig vinden om in de zorg te werken en daarom een opleiding volgen. Het grootste probleem is dat ze er na twee of drie jaar weer meer stoppen. We zijn blijkbaar niet goed in staat het werk aantrekkelijk te houden voor veel mensen. En als iedereen wegloopt, moet de rest harder werken. Of mensen denken: ik ga ook eens om me heen kijken.”
Veel ic-verpleegkundigen vinden dat de werkdruk te hoog is. Sommigen besluiten daarom een andere baan te zoeken. Hoe valt dat te voorkomen?
„Zorg als leidinggevende dat je precies weet wat het probleem is. Dan kun je daar wat aan doen.
Werkdruk is een soort verzamelnaam voor: ik ben niet happy op mijn werk. Het werk in de zorg is fysiek zwaar, omdat je moet tillen of bukken. Dat hoort bij de gezondheidszorg. Maar jonge mensen hoor ik daar niet vaak over mopperen. Het werk kan ook mentaal zwaar zijn, omdat iemand veel stress ervaart of ellende ziet. Maar iemand kan ook werkdruk ervaren omdat zaken niet goed zijn georganiseerd. Dat hij bijvoorbeeld buisjes bloed moet wegbrengen, dingen in de computer moet tikken of zinloze administratieve handelingen moet uitvoeren. Doe daar dan wat aan.
Probeer het werk aantrekkelijker te maken. Dat kan door bijvoorbeeld flexibelere werktijden aan te houden. In Engeland is het heel normaal als mensen bij een werkweek van veertig uur, vier dagen van tien uur maken. Sommigen kiezen er zelfs voor drie dagen van twaalf uur te werken. Dat scheelt veel reistijd. Ook hoeven mensen dan minder kinderopvang te regelen, dat daar heel kostbaar is. Zo’n constructie kan voor iemand net het zetje zijn om te blijven werken.”
In Britse ziekenhuizen liggen momenteel 9300 coronapatiënten, waarvan ruim duizend op de ic. Hoort u artsen daar klagen over een hoge werkdruk?
„Ja. Ik heb vrij veel contact met collega’s in Londen. Die zeggen dat het heel druk is, maar niet per se vanwege Covid-19. Op de intensive cares liggen relatief gezien ongeveer evenveel coronapatiënten als in Nederland. Artsen daar hebben het wel heel druk met niet-coronazorg. Maar dat is in Nederland op dit moment ook zo.
Engeland komt net als Nederland handen tekort, op de corona-afdelingen maar ook op bijvoorbeeld operatiekamers. Dat is al jaren zo. Het huidige tekort heeft deels met de brexit te maken, waardoor verpleegkundigen uit andere landen minder makkelijk binnenkomen. Overigens is er in heel Europa een tekort aan verpleegkundigen.”
Er liggen in het Verenigd Koninkrijk verhoudingsgewijs bijna twee keer zoveel coronapatiënten in het ziekenhuis als in Nederland, terwijl de verhouding op de ic’s vrijwel gelijk is. Hoe verklaart u dat?
„Coronapatiënten worden daar met minder ernstige klachten in het ziekenhuis opgenomen dan in Nederland gebeurt. Gelet op de sociale omstandigheden van veel Britten is dat niet verwonderlijk. Je kunt ze bijna niet thuis behandelen door gebrekkige huisvesting of ernstige sociale situaties.
Maar ook is in Engeland de drempel om iemand van de verpleegafdeling naar de ic-afdeling te verplaatsen veel hoger dan in Nederland. Coronapatiënten worden langer op de verpleegafdeling behandeld met niet-invasieve beademing (via een masker in plaats van een buis in de keel, MC). In Nederland wordt dat soort beademing standaard op de ic gegeven. Daardoor zijn in Engeland vooral de ziekenhuisafdelingen belast met coronapatiënten, en gelukkig iets minder de ic’s.”
Vindt u dat de coronaregels bij de overburen strenger zouden moeten?
„Mijn indruk is dat juist Nederland ongeveer het land is dat het soepelst is qua coronaregels. Elders in Europa zie je dat mensen mondkapjes dragen en proberen afstand te houden. Hier zie ik dat veel minder. In Engeland was het zo dat mensen na het loslaten van de coronaregels nog heel lang zelf voorzichtig bleven. Dat begint overigens nu wel wat te verwateren.”
In Engeland hoeven mensen geen coronapas te laten zien bij een bezoek aan een restaurant, museum of sportwedstrijd. In Nederland moet dat wel.
„Klopt, maar wat is die coronapas nou waard? Die zorgt alleen voor schijnveiligheid. Ik ben voorstander van vaccinatie, laat dat duidelijk zijn. Maar met zo’n pas kun je overal naar binnen, ook al ben je als gevaccineerde die morgen wakker geworden met koorts en hoesten. Wat een malloterie.”
In Nederland klinken zorgen over een naderende griepgolf. Zijn artsen daar in Engeland ook bang voor?
„Ja, dat zijn allemaal dezelfde zorgen. In beide landen is men begonnen met inenten tegen griep. Dat is plotseling heel populair. Andere jaren komt de griepvaccinatie maar langzaam op gang. Dus ik denk dat het kwartje gevallen is bij veel mensen.
Maar de griepprik voorkomt niet alle problemen. Daarom is het verstandig als we blijven hameren op zaken als handen wassen, thuisblijven als je niet lekker bent en niet naar je werk gaan als je aan het snotteren en niezen bent. Wat goed werkt voor corona, werkt ook goed voor veel andere infectieziektes.”