Nieuw formatierecord noopt tot reflectie
Het oogt niet fraai dat de kabinetsformatie van 2021 nog langer zal duren dan die van 2017. Maar wat is er tegen te doen?
Is een formatieduur van 225 dagen een record? Niet in België. Daar kon oud-premier Leterme in 2011 pas na 541 dagen met zijn kabinetsploeg aan de slag. Maar, ook niet meer in Nederland. Het oude record uit 2017 werd deze donderdag geëvenaard.
Best zorgelijk, noemde Leterme het steeds moeizamer verloop van de formaties donderdag in het AD. De oorzaak is volgens hem duidelijk: de versplintering van het parlement. Ook in Nederland sloeg die toe. Om een meerderheidscoalitie te kunnen vormen, zijn in 2021 net als in 2017 minstens vier partijen nodig. Zelfs die hebben dan nog maar een krappe meerderheid.
De opgave waar zij tijdens de formatie voor staan, is groot: consensus bereiken, maar dan zo dat de gesloten compromissen aan hun achterban zijn uit te leggen. En er bij de volgende verkiezingen geen daverende afstraffing wacht.
Intussen roept de lange formatieduur ook ergernis op. Voer een formatiewet in, zei staatsrechtgeleerde Wim Voermans onlangs. Daarin kan worden opgenomen dat de winnaar binnen drie maanden een coalitie gevormd moet hebben. Lukt dat niet, dan moet hij het stukje doorgeven aan de nummer twee. Die krijgt nog twee maanden en na een derde beurt komen er verplicht nieuwe verkiezingen.
Fraai is het niet, zo’n lange formatieduur, zegt ook Leterme. Zijn grootste zorg? Dat de vraag ”Kan ik dit nog aan mijn kiezers uitleggen” partijen ook na de formatie voortdurend achtervolgt. In dat geval loopt de slagvaardigheid om problemen aan te pakken, gevaar.
Als dat het grootste risico is, heeft het geforceerd versnellen van de formatie echter weinig zin. En dus is het redelijk om aan te nemen dat de onvrede over de lange formatieduur uitmondt in een andere discussie: wat kunnen we doen tegen de versplintering van het parlement? Een hogere kiesdrempel invoeren? Jezelf afsplitsen en een eigen partij beginnen nog onaantrekkelijker maken?
Waar zo’n reflectie toe leidt, blijft vooralsnog een vraagteken.