De Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) uit 2004 heeft een grondige revisie gekregen. Maar liefst 12.000 veranderingen zijn doorgevoerd. „De NBV21 is in veel opzichten verbeterd en brengt de lezer dichter bij de bron”, zegt projectleider Matthijs de Jong.
Woensdag vindt in de Grote Kerk in Den Haag de presentatie plaats, in het bijzijn van koning Willem-Alexander. Van 2017 tot 2020 werkte een groep van tien vertalers de complete tekst van de NBV door. Het team bestond uit brontaalkenners en neerlandici. Het nieuwe van de NBV21, aldus het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap (NBG), is dat de vertaling up-to-date is gemaakt met gebruik van nieuwe wetenschappelijke en taalkundige inzichten, onnodige vrije of te zeer ingevulde vertalingen zijn teruggedraaid en het Nederlands waar nodig is verbeterd.
Een duidelijke verandering is de herinvoering van de eerbiedshoofdletters in de persoonlijke voornaamwoorden die verwijzen naar God, Jezus en de Heilige Geest. Het grootste kritiekpunt op de ‘oude’ NBV was dat deze hoofdletter verdwenen was, wat veel orthodoxe lezers als vervreemdend ervoeren.
Wat motiveerde u deze hoofdletters weer terug te laten keren?
De Jong: „Destijds was de gedachte dat het gebruik van de eerbiedshoofdletter in het Nederlands op zijn retour was. De NBV wilde bij die trend aansluiten. Maar die trend heeft niet doorgezet. In kerk en synagoge is het gebruik van deze hoofdletter de standaard gebleven. En niet alleen in de liturgie, in liedboeken en gebedenboeken, ook in de literatuur, zelfs tot in het Groene Boekje van de Nederlandse spelling toe. Bovendien hebben we gemerkt hoe zwaar dit weegt voor veel lezers: men ervaart een hoofdletter als een gepaste blijk van eerbied voor God.”
Is het vertrouwen van de groep orthodoxe lezers daarmee teruggewonnen?
„In ieder geval is een van de grootste knelpunten opgelost en zal deze vertaling inderdaad minder omstreden worden. Er verschuift echter veel meer in de NBV21 dan alleen deze hoofdletters. Dankzij de zeer brede stroom aan reacties op de NBV, uit vrijwel alle kerken en van daarbuiten, weten we goed hoe men tegen de vertaling aankijkt.”
Neutraal zal een Bijbelvertaling nooit zijn. Hoe brontekstgetrouw is de NBV21?
„We hebben bij het werk aan de NBV21 ieder vers opnieuw getoetst aan de brontekst en gelet op de nauwkeurigheid van de vertaling. De vertaling is daardoor een hechter en nauwkeuriger bouwwerk geworden. De NBV21 is een vertaling in natuurlijk en aansprekend Nederlands die tegelijk dicht bij de bron blijft. Zij neemt een middenpositie in tussen de andere Bijbelvertalingen. Bij de NBV21 gaat trouw aan de brontekst samen op met trouw aan de eigen taal. Want het doel is dat de tekst ook voor de lezer van vandaag stroomt als een levende bron.”
Hoe positioneert de NBV21 zich in het Bijbellandschap, ook ten opzichte van de (SV) en de Herziene Statenvertaling (HSV)?
„Elke nieuwe Bijbelvertaling zal een verschuiving in het Bijbellandschap teweegbrengen, ook deze weer. Ik wil benadrukken dat de NBV21 een Bijbel is die verbindend wil zijn voor een breedte van kerken en stromingen. Het is aan de kerken om te bepalen welke rol die zal spelen. Dat we deze vertaling nu in een versterkte en verbeterde vorm mogen voorleggen, is iets waar wij als NBG heel dankbaar voor zijn.”
Secuur en precies
Prof. dr. Eric Peels, hoogleraar Oude Testament in Apeldoorn en lid van de begeleidingscommissie die de kwaliteit van de NBV21 bewaakte, heeft elk Bijbelboek gedetailleerd doorgenomen, dus meer dan het Oude Testament, zijn vakgebied. Hij weet van geen andere Bijbelvertaling waar ter wereld waar „zo secuur en precies” de tekst is bekeken, met zeer brede inbreng van Bijbelwetenschappers en vanuit een interconfessioneel perspectief, zegt hij desgevraagd over de NBV21. „Deze vertaling is duidelijk consistenter dan de NBV. Hij is grondig doorgemeten, de rariteiten zijn eruit gehaald en het geheel is dichter bij de brontekst gekomen.”
Zal de NBV21 een concurrent van de SV of HSV worden?
„Waarschijnlijk niet. De kerken zullen een eigen lijn trekken en zijn gewend aan een bepaalde vertaling die hun lief en dierbaar is. Als je ziet hoe zorgvuldig en verantwoord deze vertaling tot stand is gekomen, dan is mijn wens dat zij breed ingang zal vinden in de kerken. Zij zal zeker door de jonge generatie gebruikt worden. Uiteindelijk zal de kwaliteit zichzelf bewijzen, daar ben ik van overtuigd.”