Kerk & religie

Iran: het land waar kerkgroei niet te stuiten is

Een sterfhuisconstructie. Dat hadden de ayatollahs van de Islamitische Republiek Iran in het hoofd toen ze de kleine, traditionele Iraanse kerkgemeenschappen ook na de revolutie van 1979 toestonden. De Armeens-Apostolische Kerk bijvoorbeeld, de grootste van deze erkende christelijke gemeenschappen in Iran, staat niet bepaald bekend om haar harde groei. Laat ze met rust, dan komt er vanzelf een einde aan – dat was de gedachte.

Bram van de Woestijne
16 September 2021 18:34
Een Armeens-Apostolische kathedraal in Isfahan, Iran. De traditionele en erkende kerken staan niet bepaald bekend om hun harde groei. Ongeregistreerde, illegale huisgemeenten schieten echter als paddenstoelen uit de grond. beeld AFP, Behrouz Mehri
Een Armeens-Apostolische kathedraal in Isfahan, Iran. De traditionele en erkende kerken staan niet bepaald bekend om hun harde groei. Ongeregistreerde, illegale huisgemeenten schieten echter als paddenstoelen uit de grond. beeld AFP, Behrouz Mehri

Maar de inschatting van de ayatollahs bleek totaal verkeerd. Als er in het Midden-Oosten één land is waar sinds 1979 de kerk stormachtig is gegroeid, is het Iran. Het is waar, de groei kwam niet voor rekening van de traditionele kerken. Ongeregistreerde, illegale huisgemeenten van evangelicale snit daarentegen schoten en schieten als paddenstoelen uit de grond.

Het onafhankelijke onderzoeksinstituut Gamaan becijferde in 2020 op basis van een uitgebreide enquête dat intussen zo’n 1,5 procent van de Iraanse bevolking christen is. Dat komt neer op ongeveer 1,3 miljoen mensen.

Anderen denken dat dit aantal nog te laag is geschat. Farshid Seyed Mehdi, een Iraanse Nederlander die zich voor 222 Ministries inzet voor de verbreiding van het Evangelie in Iran, houdt het op minstens 2 miljoen. „En dan ben ik heel voorzichtig. Veel mensen gaan echt niet zomaar tegen onderzoekers zeggen dat ze christen zijn geworden. Het echte aantal moet dus wel hoger liggen.”

Celstraffen

Zulke grote aantallen kunnen moeilijk onopgemerkt blijven. Minister Mahmoud Alavi van het Iraanse ministerie voor Inlichtingen sprak in mei 2019 een groep sjiitische geestelijken toe waarbij hij er zijn zorgen over uitte dat moslims zich „onder onze ogen” bekeerden tot het christelijk geloof. „Een aantal van hen zei dat ze op zoek waren naar een religie die hun vrede zou geven. We vertelden hun dat de islam een religie is van broederschap en vrede. Maar zij antwoordden daarop: „We zien islamitische sprekers negatief over elkaar praten. Als de islam een religie is van hartelijkheid naar elkaar toe dan moet dat ook tussen de geestelijken onderling te zien zijn.””

De overheid neemt al jaren maatregelen om christenen aan te pakken – en dan vooral diegenen die actief het Evangelie uitdragen. Zij krijgen soms jarenlange celstraffen opgelegd waarbij marteling voorkomt. „Wij kennen via ons netwerk bijna 200 Iraanse christenen die om hun geloof in de cel zitten”, zegt Farshid.

Verschillende medewerkers van 222 Ministries hebben aan den lijve ondervonden wat dat betekent. Sommigen waren zelf huiskerkleider in Iran en werden opgepakt, al had dat niet altijd het door de overheid gewenste effect. „De gevangenis was een goede kans om Gods liefde te delen”, zegt een anonieme vrouw die nu vanuit Nederland Iraanse gelovigen begeleidt. „Ik heb daar met veel vrouwen het Evangelie kunnen delen.”

Ook financieel worden christenen aangepakt. Zo wijst Open Doors op gevallen waarin de overheid „torenhoge borgsommen” heeft opgelegd aan christelijke gevangenen. „Vermoed wordt dat de overheid dit doet om christenen financieel te ruïneren.”

De situatie wordt bovendien eerder slechter dan beter. Sinds augustus is Ebrahim Raisi gekozen als nieuwe president van Iran. Hij staat bekend als een hardliner die in de jaren 80 medeverantwoordelijk was voor de executie van duizenden tegenstanders van het sjiitische regime.

Diaspora

Een van de gevolgen van het harde overheidsoptreden is dat veel nieuwe christenen het land proberen te verlaten. Daardoor is er in het buitenland een omvangrijke Iraanse diaspora ontstaan. Het in Almere gevestigde 222 Ministries ziet die diaspora al dertig jaar als een kans om Iraniërs te bereiken. En met vrucht. In Turkije zijn onder Iraanse Farsi-sprekenden zo’n vijftien kerken geplant, die in diverse Turkse steden inmiddels zelfs officieel erkend worden.

Een anonieme teamleider van het werk onder Iraniërs in Turkije wijst verder op de vele Iraanse toeristen die het land ieder jaar aandoen. „Turkije is een poort naar Iran. We hebben geweldige mogelijkheden om deze mensen met het Evangelie te bereiken en om jonge christenen verder toe te rusten. We zien voorbeelden van Iraniërs die hier tot geloof komen, teruggaan naar Iran en daar op hun beurt het Woord verspreiden.”

Afkeer

Hoe komt het dat juist onder Iraniërs het aantal christenen en ondergrondse (huis)gemeenten zo snel toeneemt? Farshid heeft daar wel een idee over: het is aan de rigide opstelling van het regime te danken. „In Iran is het regime de vijand van de bevolking. Heel veel mensen zijn het regime meer dan zat. Gewone mensen vinden het dus ook helemaal niet erg als hun buurman christen wordt. Dat is een groot verschil met bijvoorbeeld Afghanistan. Daar is je vijand misschien wel je beste vriend, of je eigen familie. In Iran niet. De Iraanse overheid probeert wel om mensen te laten demonstreren tegen dingen die ze als niet-islamitisch beschouwt, maar dat lukt van geen kant. De basis waar het regime op rust, brokkelt steeds verder af.”

17501242.JPG
Farshid Seyed Mehdi. beeld ANP, Bart Maat

De gedeelde afkeer van het regime zorgt er volgens Farshid voor dat er een enorme openheid in Iran is voor alles wat anders is. Dat geldt niet alleen voor het christelijk geloof, maar ook voor andere religies en zeker ook voor het atheïsme. Het eerdergenoemde onderzoeksrapport van Gamaan houdt het erop dat vandaag de dag nog maar 32 procent van de Iraniërs zich ziet als sjiitisch moslim – minder dan een derde. Daarnaast noemt 31 procent zich atheïst of „zonder religie” – een percentage dat de laatste decennia enorm is gegroeid. Kortom, in Iran is alles populair zolang het maar niet het door de staat gepropageerde sjiisme is.

Kerstboom

Daarin ligt een enorme uitdaging voor de groeiende Iraanse huiskerken, stelt Farshid. „We geloven dat de groei zal aanhouden, maar Bijbels onderwijs is geweldig belangrijk. Het atheïsme en andere religies hebben een grote aantrekkingskracht op sommige christelijke gemeenschappen. Miljoenen mensen in Iran zijn op zoek naar iets. Als christenen niet geworteld zijn in het geloof, kunnen ze makkelijk in die stroom meegevoerd worden.”

Een tweede uitdaging is om de christelijke leer zuiver te houden. „Op sommige plaatsen zien we dat er een vorm van christendom ontstaat die is gemengd met allerlei islamitische leerstellingen. Vergelijk het met christenen voor wie Kerst draait om de kerstboom en de cadeaus, terwijl het Kind uit het zicht verdwenen is. In Iran gebeurt iets soortgelijks, en dat is te begrijpen als je je hele leven in een islamitische omgeving hebt doorgebracht. Mensen moeten van de bagage van de islam af. Dat kan alleen door het Woord van God steeds weer centraal te zetten.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer