Opinie
Welbeschouwd: Soms is kerkgebouw het laatste dat verwijst naar God

Het is helaas geen opwekkend perspectief. De komende jaren zullen veel –vooral monumentale– kerken onttrokken worden aan de eredienst.

Gemeenten in de Protestantse Kerk hebben 2150 kerkgebouwen in eigendom. Daaronder zijn 1225 monumenten, waarvan een deel eeuwenoud is. Foto: de hervormde kerk van het Groningse Siddeburen dateert uit de 13e en 14e eeuw. beeld RD, Sjaak Verboom
Gemeenten in de Protestantse Kerk hebben 2150 kerkgebouwen in eigendom. Daaronder zijn 1225 monumenten, waarvan een deel eeuwenoud is. Foto: de hervormde kerk van het Groningse Siddeburen dateert uit de 13e en 14e eeuw. beeld RD, Sjaak Verboom

Het verhullende woordgebruik kan de kille boodschap niet verbergen: het godshuis gaat dicht en wordt misschien wel gesloopt. Het is een probleem dat een rechtstreeks gevolg is van de steeds verdergaande secularisatie in Nederland, en in feite in heel West-Europa. Een triest gebeuren waarnaar een christen alleen met huiver kan kijken.

Een commissie binnen de Protestantse Kerk in Nederland heeft over het mogelijke hergebruik van kerken een notitie geschreven. Deze wordt op de komende synodevergadering, volgende week zaterdag, besproken. Ook in 2009 verscheen er al een rapport van de landelijke kerk over dit onderwerp. De nieuwste notitie vormt een duidelijke breuk met de vorige. Werden toen gemeenten voornamelijk begeleid richting het proces van afstoten of slopen van een kerkgebouw, nu wordt vooral ingezet op hergebruik ervan. Gemeenten in de Protestantse Kerk hebben 2150 kerkgebouwen in eigendom. Daaronder zijn 1225 monumenten, waarvan een deel eeuwenoud is. Vooral voor die laatste categorie geldt vaak dat de kerkelijke jas niet meer past voor de krimpende gemeente. Een pijnlijke conclusie. Het zijn immers deze gebouwen waarin de eeuwen door de geslachten kwamen en gingen. Hier kwamen ze samen om God te loven, te bidden en het Woord te horen. Hier werd gedoopt, getrouwd en bij verlies van een geliefde het verdriet voor Gods aangezicht gebracht. Begrijpelijk daarom ook dat de sluiting van een kerk emoties oproept, hoe noodzakelijk zo’n stap vaak ook is. Het kan immers niet zo zijn dat al het kerkgeld verdwijnt in stenen en dakconstructies. Intussen is het meest schrijnende van alles dat blijkbaar de boodschap van Gods Woord zo weinig weerklank vindt in de harten van mensen dat veel kerkelijke gemeenten in een ijzingwekkend tempo krimpen.

Terecht wijst de notitie van de PKN erop dat bij financiële problemen allereerst moet worden gekeken naar de mogelijkheden om het gebouw te behouden voor de gemeente. Voorwaarde hierbij is dan wel dat de financiële last niet als een molensteen drukt op de nek van de krimpende kudde. Bij het nemen van een besluit is het voor een gemeente belangrijk te beseffen dat een kerkgebouw ook voor niet-kerkleden vaak waarde heeft. Het was de kerk van vader en moeder, opa en oma. Ze doen zelf wel niets meer aan het geloof, zoals ze dan zeggen, maar het gebouw moet wel in stand blijven. Al was het maar omdat de kerk, in het hart van dorp of stad, model staat voor het samenleven rond dat bedehuis.

Het kerkgebouw is er, kortom, niet alleen voor de kerkelijke gemeente. Hiermee heeft een gemeente iets in handen wat niet zomaar mag worden weggegeven. Verkoop of sloop moet echt de allerlaatste optie zijn. Kerkgebouw en architectuur verwijzen naar een werkelijkheid die in de samenleving steeds meer wordt ontkend. Soms vormen ze in een dorp of stad nog de laatste herinneringen aan het bestaan van de levende God.

Kerkelijke gemeenten kunnen er niet zuinig genoeg op zijn.

De auteur is adjunct-hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer