Leger leiden vanuit atoomvrije bunker
De landkaarten hangen nog aan de muur. Een hoogrisicogebied in Noord-Irak staat omcirkeld. De atoomvrije bunker, diep onder het ministerie van Defensie, is verder kaal. En leeg.
Een lange, steile, betonnen trap van 36 treden voert naar het voormalige ondergrondse hoofdkwartier van de krijgsmacht uit de Koude Oorlog. Kale wanden, kale vloer. Kille tl-buizen aan het plafond. Wanden van gewapend beton, deuren van gehard staal. Onderaan de trap hangen vijf douches. Na een eventuele atoomaanval moesten bezoekers zich eerst onder stromend water afspoelen. Met kleren en al.
Aan de muur, in een wachthokje bij de ingang, hangt nog een lijstje ”Telefoonnummers bunker”. KMar wachtpost 88439. Briefingroom 88563. Ook niet onbelangrijk: HCS Koffie 87439.
De bunker bestaat uit twee lange gangen. Met links en rechts slaapvertrekken en voorraadkamers. Achterin bevindt zich het voormalige crisiscentrum van de krijgsmacht. Schokvrij bij een nucleaire luchtaanval. Met een beetje fantasie ziet de bezoeker in deze ”Vergaderzaal 33V” generaals en ministers krijgsraad houden rond een vergadertafel. Bedrukte gezichten, gedempte stemmen.
Wespennest
Vanuit de briefingruimte van 13 x 6 meter leidde de legertop in 1995 de VN-operatie in Joegoslavië. Minister Voorhoeve en staatssecretaris Gmelich Meijling bogen zich hier over het wespennest op de Balkan.
„Uit de Srebrenicatijd hebben we nog foto’s van ernstig vermoeide, bezorgde gezichten om Dutchbat”, vertelt prof. dr. Ben Schoenmaker, directeur van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH), in de briefingroom. Andere fotorolletjes uit die tijd zijn verdwenen.
Voorhoeve en Meling zijn lang en breed vertrokken. De sfeer van weleer hangt er nog altijd. De landkaarten ook. De klok is stil blijven staan op 11.47 uur. ”Verkeerde deur”, melden rode letters op een stalen deur mysterieus.
De atoomvrije bunker, gebouwd om militaire operaties in de Koude Oorlog aan te sturen, dateert uit 1987. De aannemer heeft de bunker –met betonmuren van 50-60 centimeter– als caisson in de bouwput laten zakken. Zo’n 10 centimeter per dag.
De noodzetel, zoals de benaming officieel luidt, is berekend op een kernoorlog en kan een enorme schok doorstaan. „De speciale stoelen in de briefingroom konden meeveren met de klap”, weet Schoenmaker. Illusies maakt hij zich niet. „De bunker zou niet veel zoden aan de dijk zetten bij een kernbom op het centrum van Den Haag.”
De locaties van de noodzetels waren strikt geheim. Schoenmaker glimlacht. „De informatiebeveiliging was zo lek als een mandje. De Russen wisten precies waar alle noodzetels zich bevonden.”
De atoomvrije bunker kende een permanente bezetting. Dag en nacht hielden militairen van het Defensie Crisis Beheersings Centrum (DCBC) het Koninkrijk der Nederlanden in de smiezen.
Drie weken lang moest de legertop –eventueel met een handvol ministers– het in oorlogstijd volhouden onder de grond. Minimaal. „In de bunker lag voor drie weken eten en drinken”, weet Schoenmaker. „Noodrantsoenen, waarschijnlijk.”
De betonnen faciliteit, diep onder het maaiveld, heeft slechts twee jaar dienst gedaan in z’n oorspronkelijke functie. „Met de val van de Berlijnse Muur in 1989 was de Koude Oorlog ten einde”, legt Schoenmaker uit.
De tijd heeft stilgestaan onder de grond. Aan de muur prijkt een PTT Vox 400, iets verderop een heus draaischijftoestel: telefoons uit de Middeleeuwen. De laatste brandblussercontrole dateert van 2013.
De ondergrondse vesting is vrijwel geheel buiten dienst. Arbo-regels staan gebruik niet meer toe. Deur 41a piept bij het openen. In de hoek liggen vier plunjebalen. De betonbak biedt nog wel onderdak aan de nood-ict-systemen van Defensie. Veiliger kan niet. De exacte plek is staatsgeheim. De Russen lezen mee.
Spannend
Kamer 49 is een voormalige ”NATO Class Security Area”. Spannend. Toegang alleen mogelijk met een ”NATO Secret Clearance”. Niemand ziet het. Even stiekem om het hoekje kijken. Een teleurstelling volgt. De kamer is kaal en leeg.
Een verticale, uiterst smalle tunnelschacht dient als nooduitgang. „Generaals in de bunker mochten niet al te dik zijn.” De vluchtroute komt uit in het ministerie. Daar zetelt een moderner Defensie Operatie Centrum, opvolger van de briefingroom. Ook dag en nacht bemand.