Verpleegkundige Robbert Gooijer klimt op de steiger
Als verpleegkundige Robbert Gooijer (22) uit Opheusden uitgeroosterd is, klimt hij graag op een bouwsteiger. Hij heeft bewust zijn studentenbaantje aangehouden. „Ik geniet ervan om nieuwe dingen te leren.”
Een ongewone combinatie, erkent hij: verpleegkundige en bouwvakker. „Maar eigenlijk vinden mijn collega’s in het ziekenhuis het best spannend. Ze zijn altijd heel benieuwd wat ik op een vrije dag heb gedaan. En vaak vragen ze mijn advies als ze thuis aan het klussen zijn.”
Gooijer werkt op de hartafdeling van het Radboud UMC in Nijmegen. Een academisch ziekenhuis met veel specialismen en volop mogelijkheden om door te groeien. „Ik ben in september 2020 afgestudeerd. Ik werk met veel plezier in het Radboud en krijg al meer verantwoordelijkheden. Zo heb ik een opleiding gedaan voor het interpreteren van hartfilmpjes”, zegt hij. In een academisch ziekenhuis komen volgens hem, vergeleken met een streekziekenhuis, meer patiënten met complexe aandoeningen terecht. „Dat trekt mij, ik leer ervan.”
Nieuwe dingen leren is een passie van hem. „Zo ben ik ook op de bouw begonnen. Ik studeerde en wilde wat bijverdienen. Ik stapte naar bouwbedrijf Polman in Kesteren en zei tegen de directeur: ik ben Robbert, ik kan niets maar ik wil alles aanpakken. Dat beviel hem zeker, want ik mocht komen.”
Volwaardig
In het begin deed hij eenvoudige klusjes, zoals opruimen en spullen klaarzetten voor de bouwvakkers. Nu, zo’n drie jaar later, draait hij bijna als volwaardige kracht mee. „Isoleren, kozijnen en deuren plaatsen, stalen balken op maat leggen, binnenmuren lijmen, dakkapellen maken, timmerwerk … eigenlijk van alles, behalve metselen, stukadoren, elektriciteit en loodgieterswerk.”
Zijn verhouding met de collega’s en leidinggevenden op de bouw is uitstekend, zegt Robbert. De mannen vinden de combinatie van zijn twee banen al even bijzonder als de collega’s in het ziekenhuis. Dat hij gewaardeerd wordt, blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat hij altijd mee mag met uitjes van het vaste personeel.
Sinds hij verpleegkundige is, maakt hij in de bouw minder uren. „Ik kom op bijna anderhalve dag in de week. Voor het geld hoef ik het niet te doen, hoewel het extraatje natuurlijk mooi meegenomen is. Maar ik vind het vooral leuk.
Op de bouw ben ik in een heel andere omgeving dan in het ziekenhuis. Dat begint al met het vaste ritme. Is het half tien? Dan is het pauze en ga je ook echt eten, dan ligt het werk even stil. Ook de gesprekken zijn anders, minder diepgaand. In de zorg ben ik steeds met mijn hoofd bezig, planningen veranderen voortdurend. Als bouwvakker werk je vooral met je handen. Voor mij is dat een stukje ontlading.”
Daar komt bij dat hij nog steeds handiger wordt. „Dat kan me straks goed van pas komen, want het lijkt me ontzettend leuk om een klushuis te kopen.”
Robbert heeft nog geen relatie. Dat geeft hem de vrijheid om veel uren in werken te steken, beseft hij. „Mijn ouders en mijn broers en zus proberen me wat af te remmen. Als ik terugkijk, heb ik soms wel een heel druk bestaan gehad, dat is niet altijd gezond geweest. Ik ben me er nu meer van bewust dat het leven niet alleen uit werken bestaat. Hoewel ik de bouw niet zozeer als werk zie, ik vind het gewoon ontzettend leuk.”
serie Extraatje
Deel 5 in een serie interviews met mensen die naast hun vaste baan wat extra’s bijverdienen in een compleet andere sector