Wilmer Wink uit Langerak houdt van cijfers en van letters
Op de salontafel in de woonkamer heeft Wilmer Wink een stapel vakantieboeken klaargelegd. ”Verklaring van de brief aan de Galaten” van Luther, de biografie van Louis Couperus van Rémon van Gemeren, Verzamelde gedichten van Willem de Mérode, ”De Toverberg” van Thomas Mann… „Eigenlijk te veel om mee te nemen op vakantie”, verzucht de 29-jarige assistent-accountant uit Langerak. „Je kunt beter een paar boeken goed lezen.”
Thomas Mann, Luther, Couperus…, niet echt vakantielectuur.
„Toch wel. Als ik een dag gewerkt heb, zit mijn hoofd meestal te vol om me te kunnen verdiepen in stevige lectuur. In de vakantie kom ik los van de dagelijksheid, dan heb ik de tijd en de rust om echt in een boek te verblijven, om de woorden te laten landen. Ik lees liever een paar boeken grondig dan een groot aantal vluchtig. Juist in de vakantie pak ik daarom graag boeken die meer dan gemiddeld mijn aandacht en concentratie vragen: historische of theologische titels, literaire romans. Voor mij is het een prettige vorm van onthaasten. In de herfstvakantie heb ik bijvoorbeeld ”Belijdenissen” van Augustinus doorgenomen. Zo’n boek lees ik met de pen in de hand. Ik noteer wat me opvalt, welke verbanden ik zie. Dan beklijft de inhoud ook beter. Eenvoudige hapsnapstukjes vind ik voor de vakantie juist minder geschikt; dan zit je net in het verhaal en moet je al weer naar het volgende.”
In het dagelijks leven werkt Wink bij Van Ree Accountants in Nieuwegein. Hij controleert onder meer jaarrekeningen van stichtingen, verenigingen en kerken. Daarnaast studeert hij aan Nyenrode voor registeraccountant. „Ik houd van cijfers, maar ook van letters”, lacht Wink. „Voor mijn werk is die combinatie ook handig. Cijfers vormen natuurlijk de basis, maar uiteindelijk moet ik toch ook rapporten schrijven.” Kerkelijk behoort Wink tot de hervormde gemeente van Langerak, waar hij sinds een jaar diaken is.
Wink woont nog thuis op de geitenboerderij van zijn ouders. Dit jaar heeft hij Polen en Tsjechië als vakantiebestemming gekozen. Met een studievriend trok hij door deze Oost-Europese landen, in de koffer een stapel stevige boeken meetorsend. De detectives van de Zweedse schrijver Henning Mankell uit de boekenkast van zijn ouders liet hij staan. „Spanning heb ik voor het leesplezier niet nodig. Ik leer graag iets van een boek; daarnaast kan ik erg genieten van de taal en van de opbouw van een verhaal. Bij thrillers en detectives denk ik na de ontknoping vaak: Was dit het nu?”
U bent altijd een verwoed lezer geweest?
„Als kind las ik al veel: Dik Trom, Pietje Bell, de Kameleonserie, Snuf de hond. Ook geschiedenis interesseerde me: ”Toen en nu” van W. G. van de Hulst, de kerkgeschiedenis van Vreugdenhil, ”Grote geschiedenis van een klein land” van Jan van Reenen. Tijdens de middelbareschooltijd ging ik –aanvankelijk omdat het moest– ook literatuur voor volwassenen lezen: boeken van Jan Siebelink, Theun de Vries, Herman de Man en Joke Verweerd. Van lieverlee ging ik moderne literatuur meer waarderen en ontwikkelde ik mijn eigen smaak. Vanaf mijn achttiende lees ik ook graag theologische boeken. Zo heb ik op aanraden van onze toenmalige predikant bijvoorbeeld ”Tweeërlei kinderen des verbonds” van ds. I. Kievit gelezen. De laatste tijd heb ik gedichtenbundels en biografieën ontdekt. Ik vind het interessant om te lezen hoe mensen denken. Biografieën geven vaak ook een mooi tijdsbeeld. Gedichten zijn ideaal om tussen de bedrijven door te lezen. Of ter afwisseling, als je de hele dag verdiept bent geweest in een lijvig boekwerk. De verzamelde gedichten van de protestantse dichter De Mérode kwam ik onlangs tegen in een antiquariaat. Hij ontleent veel thema’s aan de Bijbel; dat maakt zijn gedichten herkenbaar.”
Wat maakt lezen zo boeiend?
„Het verbreedt je horizon en je leert er veel van. Op catechisatie had ik vaak discussies met de dominee over onderwerpen waarover ik had gelezen. Met een oom die dezelfde belangstelling heeft, bezoek ik boekwinkels en boekenmarkten. Vaak geeft hij me leestips. Daardoor ontstaat een domino-effect: je wereld dijt al lezende uit. Het is wel belangrijk dat je kritisch blijft en goed weet waar je zelf staat.”
Welk boek van de stapel vakantielectuur wilt u in ieder geval lezen?
„Vorig jaar las ik ”De Buddenbrooks” van de Duitse schrijver Thomas Mann. Ik heb erg van dat boek genoten, dus ging ik op zoek naar meer boeken van hem. Van verschillende kanten begreep ik dat ”De Toverberg” uit 1924 een absoluut hoogtepunt in zijn oeuvre is. De roman gaat over een jonge Duitser die op bezoek gaat bij zijn neef in een sanatorium in het Zwitserse Davos. Dit bezoek duurt echter niet drie weken, zoals gepland, maar zeven jaar. Uit wat ik er over gelezen en van gehoord heb, weerspiegelt dit boek goed de tijdgeest in Europa aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog.”
Wat heeft u met Louis Couperus?
„Ik houd erg van zijn romans: ”Eline Vere”, ”Van oude menschen, de dingen, die voorbijgaan…” De zoete mijmertaal die Couperus bezigt spreekt mee erg aan. Ook het psychologische inzicht waarmee hij de romanpersonages typeert vind ik boeiend. Ik wil dan graag meer van zo’n schrijver weten. Vandaar dat ik vorig jaar de Couperusbiografie van Rémon van Gemeren aanschafte. Maar hij is nogal dik: 950 bladzijden. De kans bestaat dat ik hem deze zomer nog niet lees.”
Welke boeken staan op het lijstje ”die moet ik ooit nog eens lezen”?
„De romans van de Russische schrijvers Tolstoj en Dostojevski. Dat moeten hoogtepunten in de wereldliteratuur zijn, maar ik ben er nog niet aan toegekomen. Ze zijn dik en moeilijk en ik heb eigenlijk mijn handen al vol aan het bijhouden van de Nederlandse literatuur. Ik heb ze voor dit jaar maar helemaal niet meer op mijn leeslijst gezet, maar ergens in mijn achterhoofd ‘staan’ ze nog wel. Luthers ”Verklaring van de brief aan de Galaten” heb ik al jaren in de kast liggen; het kwam er nog niet van om die te lezen.”
Welk boek raadt u voor de vakantie aan?
„Ik heb genoten van ”Langs de nullijn” van Sietse van der Hoek. De scheidslijn tussen boven en onder NAP loopt diagonaal door Nederland en valt min of meer samen met de Biblebelt. Van der Hoek laat zien hoe verschillend Nederland is aan beide kanten van die lijn. Het noordwesten is open en luchtig, de mensen zijn er vrijzinnig. Het zuidoosten is overwegend rooms-katholiek, met veel bos, het is er donker en besloten. Het boek heeft iets van een reisverslag, er komt veel in samen: aardrijkskunde, kerkgeschiedenis, cultuur, politiek, sociologie. De ene keer woont de schrijver een dienst bij in een oud gereformeerde gemeente, de volgende keer een rooms-katholieke mis. Hij schrijft er respectvol over. Het boek geeft verrassende inzichten waar je als lezer veel van kunt leren. En het is mooi geschreven, het leest bijna als een roman.”
serie Vakantieleesvoer
In deze serie vertellen RD-lezers over de boeken die ze in de zomer graag willen lezen. Deel 3: Wilmer Wink.