In de zaak rond het voormalige orgel van het Leeuwenbergh Gasthuis in Utrecht heeft de Raad van State vrijdag de uitspraak van de rechtbank MiddenNederland van 7 april 2020 nietig verklaard.
Dat blijkt uit de tekst van de uitspraak van de hoogste bestuursrechter. Daarmee zegt de Raad van State dat de rechtbank het hoger beroep van de Stichting Gasthuis Leeuwenbergh tegen de uitspraak dat het orgel niet verwijderd had mogen worden, ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard.
De kwestie gaat over het tweeklaviers orgel (22 stemmen) dat Flentrop in 1954 voor de toenmalige Leeuwenberghkerk aan het Servaasbolwerk in Utrecht bouwde. Het monumentale gebouw, een rijksmonument uit 1567, was tot 2007 als kerk in gebruik. Vervolgens werd het tot 2013 als ”kleine zaal” van Muziekcentrum Vredenburg gebruikt. Nadien diende het pand, onder de naam Gasthuis Leeuwenbergh, als locatie voor evenementen. Al die tijd bleef het Flentroporgel er staan.
Dat veranderde toen de eigenaar, Stichting Gasthuis Leeuwenbergh, het pand in 2019 verkocht aan vastgoedbedrijf Utrechts Maatschappij tot Stadsherstel. Bij die wisseling verkocht de stichting het orgel, dat naar haar zeggen al vijftien jaar nauwelijks bespeeld werd. Het instrument verhuisde naar de Sint-Michaëlskerk in Zwolle, waar het tijdelijk als koororgel dient gedurende de restauratie van het hoofdorgel.
De verkoop van het Flentroporgel viel echter niet in goede aarde bij de gemeente Utrecht en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, die stelden dat het instrument onderdeel uitmaakt van het rijksmonument. Er had een vergunning voor de verkoop van het orgel moeten worden afgegeven, stellen zij. De Stichting Gasthuis Leeuwenbergh is echter van mening dat een vergunning niet nodig was.
Op aanraden van de gemeente vocht de nieuwe eigenaar, Utrechts Maatschappij tot Stadsherstel, de verkoop tot voor de rechter aan. Deze oordeelde dat het orgel inderdaad niet verwijderd had mogen worden. De voormalige eigenaar, Stichting Gasthuis Leeuwenbergh, vocht die uitspraak vervolgens aan, waarna de rechtbank MiddenNederland het beroep van de stichting april vorig jaar niet-ontvankelijk verklaarde. Die uitspraak is nu door de Raad van State nietig verklaard.
Het pand aan het Servaasbolwerk wordt momenteel verhuurd aan een muzikant, die er een centrum voor kamermuziek van wil maken.