Juf Stuurbrink staat op zaterdag achter de kassa
Doordeweeks staat ze voor de klas, maar op zaterdag en in de vakanties is Gerriëtte Stuurbrink-de Vree (23) te vinden in het tuincentrum van haar schoonvader.
Het is aardig druk op deze vrijdag in tuincentrum De Batterijen aan de Bonegraafseweg tussen Ochten en Dodewaard. Klanten lopen af en aan. Gerriëtte Stuurbrink woont met haar man Alberto op hetzelfde terrein en heeft dus tijdens de openingstijden altijd wel mensen op het erf. „Veel klanten komen hier voor de grote collectie fruitbomen die we hebben. Maar dan ontdekken ze dat hier een compleet tuincentrum gevestigd is. En vaak komen ze dan weer terug.”
Vrijdag is eigenlijk de dag dat Stuurbrink gereserveerd heeft voor het doen van boodschappen en het huishoudelijk werk. Dat wil niet zeggen dat ze op die dag nooit een handje helpt in het tuincentrum. „Als de nood aan de man is, ben ik er zo”, glimlacht ze.
Van maandag tot donderdag is Stuurbrink leerkracht van een groep 4 van de Eben-Haëzerschool in Opheusden. Ze wilde van jongs af aan altijd al juffrouw worden. Ze zag alleen wel tegen de 4-jarige pabo-studie op. „Werken doe ik liever dan studeren.” Tijdens de opleiding op Driestar hogeschool bleef Stuurbrink bij haar ouders in Dodewaard wonen. „Van deur tot deur was dat al gauw twee uur reizen heen en twee uur reizen terug. Maar ik zag het niet zo zitten om in Gouda op kamers te gaan. Oost west, thuis best.”
Haar laatste stage, de zogeheten LIO-stage, deed Stuurbrink op de school waar ze zelf vroeger ook zat: de Eben-Haëzerschool in Opheusden. „Ik mocht daar gelijk blijven. Eerst stond ik voor groep 6. Nu voor een groep 4. Een pittige groep. Gelukkig kan ik er aardig mee uit de voeten.”
Als eerstverantwoordelijke voor een groep met 25 leerlingen komt er heel wat werk en verantwoordelijkheid op haar schouders. „Ik probeer dat werk altijd op school af te ronden. In de pauzes ga ik meestal gewoon rustig door. Daardoor hoef ik bijna nooit werk mee naar huis te nemen. ”
De handen uit de mouwen steken heeft Stuurbrink van huis uit wel meegekregen. „De mentaliteit thuis was: aanpakken en niet stilzitten. Mijn vader heeft een loonbedrijf en mijn moeder is ook altijd bezig. Ik kom uit een gezin van elf kinderen. We hadden allemaal wel een bijbaan als tiener.”
Vanaf haar dertiende had Stuurbrink een baantje bij Batouwe boomkwekerijen in Dodewaard. „Daar werkten veel scholieren. We waren druk met het stekken van planten en bomen.” Nadat ze verkering kreeg met Alberto Stuurbrink, ging de juf in opleiding in haar vrije tijd werken bij het familiebedrijf van haar vriend. „Ik sta achter de kassa, of help ik met het prijzen en wegzetten van planten.”
Minder
Alberto en Gerriëtte hopen in november een kindje te krijgen. „Dan zal ik wel minder gaan werken. Het liefst blijf ik van beide banen nog wel wat doen. Bijvoorbeeld twee dagen op school en nog een dagdeel in het tuincentrum.”
Stuurbrink doet het werk vooral als een vorm van ontspanning. De extra verdienste is mooi meegenomen, maar niet het belangrijkste. „Ik vind het heerlijk om iets totaal anders te doen dan voor de klas staan. Voor de klas moet je de hele dag scherp zijn. Bij het werk in het tuincentrum kan ik ook wel eens rustig mijn gedachten laten gaan. Ook vind ik het leuk als klanten blij naar huis gaan met de gezochte planten en bomen. Daar word ik zelf ook blij van.”
serie Extraatje
Deel 1 in een serie interviews met mensen die naast hun vaste baan wat extra’s bijverdienen in een compleet andere sector.