Aanvaring tussen SGP en D66 over christenvervolging
Is er bij het bij het kabinet schroom om te spreken over christenvervolging? Die vraag kreeg maandag in de Tweede Kamer ruime aandacht. SGP en D66 botsten daarbij.
De Kamer sprak maandag over de intiatiefnota ”Christenvervolging – schapen tussen de wolven”, van de hand van oud-parlementariërs Martijn van Helvert (CDA) en Joël Voordewind (CU) en SGP-Kamerlid Kees van der Staaij.
Ruime aandacht kreeg het eerste van de zeven „beslispunten” uit de nota: de Nederlandse regering zou een objectievere en minder ideologische houding moeten aannemen ten opzichte van christenvervolging. Volgens de initiatiefnemers is er „de steeds terugkerende schroom om de kwestie van christenvervolging als individueel probleem te behandelen.”
Als er aandacht wordt gevraagd voor het lot van vervolgde christenen, lijkt het onmogelijk om dat te doen voor „dit concrete probleem, deze concrete vervolgde minderheid”, aldus de politici in hun nota van begin dit jaar. „Er wordt dan direct geappelleerd aan andere minderheden die ook vervolgd worden: „En zij dan? Waarom komen jullie niet voor hén op? Zijn jullie deze minderheid vergeten?” Deze afwijkende benadering van christenvervolging ten opzichte van vervolging van andere minderheden is waarneembaar zowel binnen het kabinet, in de Tweede Kamer als bij maatschappelijke organisaties.”
„Ik proef die schroom zelf niet”, zei D66’er Sjoerdsma. „Ik proef die schroom eerder andersom. Dat als mijn fractie aandacht wil vragen voor lhbti’ers, of niet-gelovigen, dat er aan de kant van sommige christelijke partijen schroom bestaat om daaraan mee te doen.” Segers (CU) zei het mooi te vinden als die schroom, voor zo ver die bestaat aan beide zijden, afgelegd wordt. Daarnaast wees hij erop dat het nodig is om soms één groep bij name te noemen. „Als je altijd voor iedereen opkomt, dan kom je uiteindelijk voor helemaal niemand op.”
SGP’er Bisschop botste met Sjoerdsma. Begreep hij dat de reflex van „ ja, maar”, als christenvervolging wordt aangesneden, spreekt van een zekere schroom om dit probleem expliciet te noemen?, zo wilde de SGP’er weten. Sjoerdsma ging daar niet in mee. Volgens hem is het een partij als de SGP die „uitsluitend oog lijkt te hebben voor het leed van christenen”, en is het Bisschop die „een blind oog toont” als het gaat om de emancipatie van lhbi’ers of de positie van moslims. „Het komt niet verder dan jij-bakken”, aldus Bisschop.
Volgens Van der Lee (GL) is er geen schroom bij het opkomen voor christenen die worden vervolgd in het buitenland, maar zijn er wel meningsverschillen in de discussie over de positie van religies in Nederland.
Buitenlandminister Kaag gaf aan dat de bescherming van één specifieke religieuze groep zelfs tegen die groep kan werken. Kaag, de opvolger van Blok, stelde dat er niets mis is met bij name noemen van een specifieke doelgroep. Vaak gaat het volgens haar echter niet om puur christenvervolging.
Bisschop gaf aan blij te zijn dat Kaag niet „het soort reflexen bezit” om, als christenvervolging wordt aangekaart, onmiddellijk naar andere groepen te verwijzen.