Elk geval van seksueel misbruik is er een te veel, of het nu binnen of buiten de kerk is. Het is daarom verheugend dat het aantal meldingen van misbruik waarbij bijvoorbeeld een predikant of jeugdwerker betrokken is, in 2020 fors afnam.
Zo kreeg Stichting Meldpunt Misbruik in kerkelijke relaties –waarbij onder meer de Hersteld Hervormde Kerk en de Christelijke Gereformeerde Kerken betrokken zijn– vorig jaar acht meldingen. Een daling van meer dan 60 procent ten opzichte van 2019.
Dat is een positieve ontwikkeling. Juist de kerk moet een veilige plaats zijn, met zorg en aandacht voor elkaar. Seksueel misbruik mag nooit met de ”mantel der liefde” worden bedekt. Voor een slachtoffer kan dit traumatischer zijn dan het misbruik zelf.
De vraag is hoe het komt dat er minder misbruik in de kerk lijkt voor te komen. Een verklaring zou het coronajaar kunnen zijn: christenen konden minder vaak naar de kerk, zagen elkaar minder, moesten afstand houden. Verenigingen en jeugdclubs stonden op een laag pitje.
Voor kerkenraden zijn de cijfers van het meldpunt echter geen reden om in de consistorie achterover te gaan leunen. Het aantal meldingen, adviesvragen en klachten mag dan aanmerkelijk lager liggen dan in voorgaande jaren, seksueel misbruik is nog altijd niet verdwenen. De kerk heeft daarom de taak om ook in coronatijd alert te blijven. Het samenkomen in kleine groepen is niet per definitie veiliger. Daarbij komt dat slachtoffers van seksueel misbruik mensen nodig hebben die hen steunen, zodat ze misbruik durven te melden. Die veilige omgeving is er nu vaak niet, omdat christenen vanwege de nog altijd geldende coronamaatregelen minder samenkomen en elkaar minder vaak ontmoeten.
Daarmee is het probleem van seksueel misbruik nog lang niet van de kerkenraadstafel verdwenen. De kerk is namelijk verantwoordelijk voor het gedrag van ambtsdragers en jeugdwerkers die door haar zijn aangesteld. Slachtoffers van misbruik hebben vaak hun leven lang extra pastorale zorg nodig. En kerkenraden hebben blijvend de taak om herhaling van misbruik te voorkomen.
Het is dan ook een positieve ontwikkeling dat steeds meer kerken vertrouwenspersonen aanstellen en weten hoe te handelen als er seksueel misbruik plaatsvindt. En dat gemeenteleden ervan op de hoogte zijn dat ze ongewenst gedrag altijd kunnen melden en bij wie ze daarvoor terecht kunnen.
In het coronajaar ontstond er maatschappelijke onrust over de toegenomen onveiligheid in gezinnen. Dat raakt ook reformatorische gezinnen. Ook als er geen ambtsdrager of kerkelijk werker bij misbruik betrokken is, ligt hier een opdracht voor de kerk: in het erkennen, eventueel verwijzen en pastoraal begeleiden van alle betrokkenen bij het misbruik. Deze zorgplicht geldt ook achter de voordeur van gemeenteleden.