Het is verbijsterend dat Nederlandse parlementariërs eenzijdige sancties tegen Israël voorstellen, terwijl Palestijnse leiders steeds het geweld aanmoedigen. Zowel Israël als de Palestijnen hebben de verantwoordelijkheid om te komen tot een vreedzame oplossing.
Door het afvuren van meer dan 500 raketten op burgerdoelen in Israël en het oplaten van met explosieven uitgeruste luchtballonnen heeft de terroristische organisatie Hamas de enorme spanningen in Israël verder op scherp gezet. Dit is een zorgwekkende escalatie van een eerder uit de hand gelopen geweldsuitbarsting in Jeruzalem.
Het begon met een vastgoedkwestie. De rechtbank in Jeruzalem oordeelde dat vier Palestijnse families in de Jeruzalemse wijk Sheikh Jarrah die wonen in huizen die eigendom zijn van een Joodse stichting en nog nooit een cent aan huur betaald hebben, uit hun woningen gezet mogen worden. De huizen waren voor 1948 bewoond door een kleine gemeenschap Joden, die al sinds de 19e eeuw woonden in het buurtje Nahalat Shimon, bij het Joodse heiligdom Shimon Hatzadik, het graf van een opperpriester van de Tweede Tempel.
Toen de Jordaniërs tijdens de Israëlische Onafhankelijkheidsoorlog Oost-Jeruzalem veroverden, verdreven zij alle Joden uit ‘hun’ deel van de stad. Soms waren het zelfs de Britten die, voor hun vertrek, Joden dwongen om uit ‘Arabisch’ gebied te vertrekken om „onrust te voorkomen”, hetgeen gebeurde met de bewoners van Nahalat Shimon. De Jordaniërs brachten in de leeggekomen huizen van gevluchte Joden Palestijnse vluchtelingen onder, en nu wonen er nakomelingen van diezelfde families in de huizen.
Eigendomsrecht
Nadat Israël Oost-Jeruzalem had veroverd, wilden (de erven van) de Joodse eigenaars van voor 1948 graag hun huizen terug. Daarover wordt nu al veertig jaar geprocedeerd. In de jaren 80 werd een vaststellingsovereenkomst getekend die inhield dat de eigenaars van voor 1948 hun eigendomsrecht behielden, maar dat de recentere bewoners mochten blijven als ze huur betaalden, en geen onrechtmatige aanpassingen aan de gebouwen zouden aanbrengen. Daar hielden zij zich alleen vaak niet aan.
De rechtmatige eigenaars van de gebouwen richtten een stichting op, die probeert de huidige bewoners uit huis te zetten. Toen de rechtbank in Jeruzalem oordeelde dat vier gezinnen die geen huur betaalden, uitgezet mochten worden, kwamen er steeds omvangrijkere protesten. Inmiddels zijn de bewoners in beroep bij het Hooggerechtshof en hebben ze een advies van de procureur-generaal aangevraagd. Naar verwachting komt de uitspraak over minstens een maand. De kans is groot dat de bewoners uiteindelijk zullen mogen blijven: het Israëlische recht beschermt bewoners goed, ook als zij geen huur betalen.
Opstand
De samenloop van deze rechtszaak met de gebruikelijke gebedsdiensten en onrust rond het einde van de islamitische vastenmaand ramadan, met tienduizenden bezoekers per dag bij de Al-Aqsamoskee op de Tempelberg, en met een vlaggenoptocht voor Jeruzalemdag, leidde tot een steeds oplopende gewelddadige opstand. Bovendien heeft de Palestijnse Autoriteit onlangs voor de achtste keer de Palestijnse verkiezingen afgeblazen, uit angst dat Hamas zou winnen.
Moskeebezoekers gooiden stenen van de Tempelberg naar beneden en bewaarden hun stapels stenen in de Al-Aqsamoskee zelf. Zij hesen de vlag van Hamas op de moskee en scandeerden: ”Bombardeer Tel Aviv!” Toen de politie het tempelbergcomplex vervolgens bestormde, vielen er gewonden en werden de relschoppers nog bozer. Groepen Palestijnen vielen Israëlische voetgangers en automobilisten aan. Bij veldslagen tussen relschoppers en politie raakten tot nu toe meer dan 300 Palestijnen en minstens zestien Israëlische agenten gewond. Hamas en Islamitische Jihad begonnen alvast raketten te lanceren, en maandagavond openden zij met hun hele arsenaal het vuur op Jeruzalem zelf.
Eenzijdige veroordelingen
Centrum Informatie en Documentatie Israel (CIDI) veroordeelt de aanvallen op Israëlische burgers door terroristische organisaties en individuen, waardoor er al meerdere slachtoffers vielen, en staat achter de militaire reactie van Israël om zijn burgers te beschermen. CIDI roept politici op om de aanvallen van Hamas te veroordelen en niet te verdoezelen. Nederlandse en buitenlandse media en politici leggen bij geweldsescalaties in de regio vaak bij voorbaat al de schuld bij Israël. In Nederland hebben buitenlandwoordvoerders van onder andere GroenLinks en SP zich al uitgesproken tegen Israël. Zulke eenzijdige veroordelingen vergoelijken terroristisch Palestijns geweld en moedigen dit zelfs aan.
Het is verbijsterend dat Nederlandse parlementariërs eenzijdige sancties tegen Israël voorstellen, terwijl Palestijnse leiders voortdurend het geweld aanmoedigen en opstoken en er vanuit Gaza dagenlang honderden raketten worden afgevuurd. Dit is voor extremistische Palestijnse groeperingen een aanmoediging om het geweld op te schalen. Als het terroristische geweld tegen Israëlische burgers zo erg is dat Israël gedwongen is te reageren, dan zet Nederland uitgerekend Israël onder druk.
CIDI roept het toekomstige kabinet op om in het regeerakkoord op te nemen dat zowel de Israëliërs als de Palestijnen de verantwoordelijkheid hebben om te komen tot een vreedzame oplossing van het conflict. Disproportionele druk op één partij werkt contraproductief. Nederland moet zij aan zij staan met Israël in de strijd tegen terreur.
De auteur is directeur van CIDI