Als Kamerlid maakte Joël Voordewind (CU) zich sterk voor vervolgde christenen. Hoewel hij de politiek onlangs vaarwel zei, blijft de passie om iets voor deze geloofsgenoten te betekenen.
U stond bekend als pleitbezorger van vervolgde christenen. Hoe is dat op uw pad gekomen?
„Ik heb mij altijd al ingezet voor vervolgde christenen. Zo heb ik voor mijn politieke loopbaan in het bestuur van Jubilee Campaign gezeten, een organisatie die zich inzet voor godsdienstvrijheid. Vanaf mijn eerste dag als Kamerlid heb ik daar aandacht voor gevraagd. Ik voel altijd een heilige verontwaardiging als christenen vervolgd worden simpelweg omdat ze God liefhebben, en om niets anders dan dat. Dat is zo onrechtvaardig.”
Is het moeilijk om het onderwerp op de Haagse agenda te krijgen?
„Ja, dat is ingewikkeld. En dat terwijl christenen de grootste groep zijn die worden vervolgd. Je moet elke keer weer je best doen om andere partijen, met uitzondering van de christelijke, mee te krijgen. In de Tweede Kamer bestaat de gedachte dat opkomen voor vervolgde christenen een hobby is van christelijke partijen. Inmiddels verandert dat gelukkig wel iets, maar het blijft een opgave. Door de deelname van het CDA en de CU aan het kabinet konden we als christelijke partijen hier wel meer aandacht voor vragen.”
U heeft ook reizen gemaakt. Welke ontmoeting is u bijgebleven?
„Dan denk ik aan de vijftig weduwen die ik ontmoette in Noord-Irak. Hun echtgenoten waren vermoord vanwege hun geloof. Alle vijftig vrouwen heb ik persoonlijk gesproken. Dat waren heel aangrijpende verhalen. Halverwege scheurde er een auto langs van waaruit op ons werd geschoten. Om ons te intimideren. We lagen plat op de grond terwijl de kogels over ons heen vlogen. Dat was voor mij slechts een moment, maar dan besef je dat christenen in Irak regelmatig met vormen van vervolging te maken hebben.
Heel bijzonder was dat de weduwen zich zelfs in het diepste dal vasthielden aan hun geloof. Ze verweten God niets. Het was bemoedigend om te zien hoe ze zich gedragen wisten.”
Wat is het hoogtepunt geweest van uw inzet voor vervolgde christenen?
„Een speciale gebeurtenis was de vrijlating van Asia Bibi. Mede door het gebed en de inzet van allerlei mensen en organisaties kwam het tot vrijspraak van deze Pakistaanse christin, die onterecht ter dood was veroordeeld. Voor ons als politici was het ook een heel mooi resultaat dat de lobby van het CDA en de CU leidde tot de aanstelling van een Nederlandse gezant godsdienstvrijheid.
Anderzijds is het triest dat de situatie in veel landen niet verbetert. Tegelijkertijd moeten we ons daar niet door laten ontmoedigen. We weten dat we in een tijd leven waarin verdrukking zal toenemen. Dat motiveert mij juist om mij in te zetten voor mijn vervolgde broeders en zusters.”
Wat had u als Kamerlid nog willen bereiken?
„De afgelopen vijftien jaar heb ik mij veel beziggehouden met Pakistan. Ik had graag gezien dat door de internationale druk de blasfemiewetgeving van tafel zou gaan of drastisch gewijzigd zou worden. Er is wel een kleine aanpassing gedaan, maar die voorkomt niet dat er nog steeds mensen gearresteerd worden op grond van valse aanklachten.”
Gaat u zich nog inzetten voor vervolgde christenen buiten uw politieke carrière om?
„Dat is een gebedszaak. Ik ga mij nu oriënteren op een vervolgbaan. De passie blijft om iets te doen voor geloofsvrijheid, maar het ligt eraan waar men mij kan gebruiken.”
In de rubriek ”Mee-lijden” krijgt steun voor vervolgde christenen een gezicht.
Na vijftien jaar Kamerlidmaatschap nam Joël Voordewind (55) eind maart afscheid van het Binnenhof. De politicus voor de ChristenUnie stond bekend om zijn inzet voor de vervolgde kerk. Zo maakte hij zich onder meer sterk voor Asia Bibi.