Ze wonen beiden in Amsterdam-Noord, studeerden politicologie en zijn actief voor de ChristenUnie. De overeenkomsten tussen Tweede Kamerlid Joël Voordewind (53) en zijn zoon Manuel (24) springen meer in het oog dan de verschillen. Joël: „Manuel is succesvoller dan ik in Amsterdam.”
Ze arriveren op één scooter bij café-restaurant De Pont in Amsterdam-Noord. Op het terras bestellen ze allebei een cappuccino. Terwijl de veerboot vanaf Amsterdam CS, aan de overzijde van het IJ, af en aan vaart, raken ze op een zonnige zaterdagochtend in juli meteen geanimeerd in gesprek. Het is niet hun eerste contact deze week. Vader en zoon bellen en appen dagelijks met elkaar. En als Manuel ’s avonds zijn twee hondjes –chihuahua’s– uitlaat, wipt hij geregeld aan in het ouderlijk huis, vijf minuten lopen van zijn appartement.
Samen met zijn jongere zus Daphida groeide Manuel op in Amsterdam. Zijn ouders vernoemden hem naar een Braziliaans straatkind. Joël: „Mijn vrouw, Deborah, en ik hebben voor de zendingsorganisatie Jeugd met een Opdracht in Brazilië gewerkt. Met Manuel, een levendig straatkind, kregen we daar een bijzonder contact. Dat we onze zoon zo hebben genoemd, komt ook omdat we de betekenis mooi vinden: God met ons, Immanuel.”
Manuel vindt het „grappig” dat hij een Spaanse naam heeft. „Ik ben getrouwd met een Spaanse vrouw. Haar naam klinkt juist heel Nederlands: Laura. We leerden elkaar kennen in de kerk, toen zij als au-pair in Nederland werkte.”
Kinderarbeid
Als Joël Voordewind in 2006 voor de ChristenUnie in de Tweede Kamer komt, is Manuel een tiener. „Eerder was mijn vader CU-lijsttrekker bij de gemeenteraadsverkiezingen in Amsterdam. Als gezin leefden we erg mee. Gaat-ie het halen, redt-ie het? Het was een teleurstelling dat hij niet in de raad kwam. Dat hij daarna in de Tweede Kamer werd gekozen, vonden we heel bijzonder.”
Zijn vader krijgt vanaf dat moment snel meer bekendheid, merkt Manuel. „Soms is het vervelend, als mensen me vragen stellen over zaken die hij heeft gezegd, alsof ik zijn woordvoerder ben. Maar er zitten ook leuke kanten aan. Ik ben bijvoorbeeld mee geweest met werkbezoeken. Zeker in de beginperiode van het Kamerlidmaatschap was mijn vader erg druk. Later stabiliseerde dat. Ik verbaas me erover hoe bereikbaar hij is. Altijd als ik bel, neemt hij op.”
Joël is er niet op uit zijn enthousiasme voor de politiek over te dragen op zijn kinderen. „Wel wil ik hen betrokkenheid bij de wereld meegeven. Toen ik voor een werkbezoek over kinderarbeid naar India ging, nam ik onze kinderen mee en bezochten we gezinnen met jonge kinderen, werkend in steengroeves. Ik wilde laten zien dat het leven heel anders kan zijn als je elders opgroeit.”
Vluchtelingen
Het was niet het enige werkbezoek waarbij het Kamerlid, dat onder meer migratie en ontwikkelingssamenwerking in zijn portefeuille heeft, zijn kinderen betrok. De reis die op Manuel de meeste indruk maakte, was die naar Libanon in 2017. „Mijn vrouw ging ook mee. Het was spannend, want we hoorden dat het daar gevaarlijk kon zijn met terroristen. We bezochten twee vluchtelingenkampen in Beiroet. Shocking! Mensen mochten niet uit die kampen verhuizen en het werd er steeds voller. We zagen een man zonder benen die zich voortsleepte over de grond.”
Libanon is, zegt Manuel, een mooi en gastvrij land. „Maar de situatie van vluchtelingen is schrijnend. In de tien dagen dat we er waren, zijn mijn vrouw en ik van het land gaan houden. We gingen later terug om er in onze vakantie in een vluchtelingenkamp te werken, een soort stage. Het liefst zouden we er in de toekomst weer naartoe gaan.”
De betrokkenheid op vluchtelingen hebben vader, die zich onder meer beijverde voor de invoering en later uitbreiding van het kinderpardon, en zoon gemeenschappelijk. Manuel werkte in Amsterdam enige tijd bij het Leger des Heils in een project voor uitgeprocedeerde asielzoekers „die niet terug kunnen.” Joël: „Ik denk dat tijdens onze reizen de bodem is gelegd voor Manuels interesse in andere culturen, waardoor hij ervoor open stond dit werk te gaan doen.”
Politicologie
Dat Manuel politicologie ging studeren, was niet op aanraden van zijn vader. Integendeel. „Ik stimuleerde hem juist om iets anders te gaan doen”, zegt Joël. Lachend: „Ik zei: Bij politicologie krijg je een beeld van hoe de wereld in elkaar zit, maar je leert er geen vak. Tijdens introductiedagen sleepte ik hem bewust ook mee naar sociologie, antropologie, rechten en economie. Ik wilde voorkomen dat hij automatisch in mijn voetspoor zou gaan. Hij moest een richting kiezen die bij hém past.”
Tijdens introductiedagen vertelden hoogleraren bij diverse studies hoe het onderwijsprogramma eruit zag. Bij politicologie ging het anders. „Een vriend van mij die hoogleraar is aan de VU, André Krouwel, poneerde meteen een stelling: „Ik vind Obama helemaal niks.” Dat leidde tot discussie. Ook Manuel deed daaraan mee. Uiteindelijk koos hij bewust voor politicologie.”
Manuel: „Daarbij speelde ook mee dat je tijdens onze bezoeken aan Kenia, Tanzania en India vertelde dat hulporganisaties die daar werken afhankelijk zijn van fondsen en beleid van de overheid. Dat maakt het interessant om aan de beleidskant te zitten.”
Deze zomer rondde Manuel zijn studie af met een stage op de afdeling migratiebeleid op het ministerie van Buitenlandse Zaken. „Ik moest af en toe helpen Kamervragen van mijn vader te beantwoorden. Vooraf moest ik een contract tekenen waarin stond dat ik onafhankelijk bleef”, zegt Manuel, die nu op zoek is naar een baan op het terrein van migratie.
CU Amsterdam
Bij de gemeenteraadsverkiezingen dit jaar was Manuel campagneleider van de ChristenUnie in Amsterdam en stond hij zelf als vijfde op de kandidatenlijst. Joël, lachend: „Manuel is succesvoller dan ik in Amsterdam. In mijn tijd haalde de CU geen raadszetel. Met de campagne onder aanvoering van lijsttrekker Don Ceder en Manuel als campagneleider lukte dat wel.”
Voordewind junior sluit een functie als volksvertegenwoordiger in de toekomst niet uit. „Als ik vanuit die positie iets voor mensen kan betekenen, zou ik dat graag doen. Maar het is geen doel op zich, want dan zou het om mezelf gaan.” Hij beseft dat hij als politicus moet leren geduld te hebben. „Met een wet waarin de minimumleeftijd voor het kopen van alcohol werd verhoogd naar achttien, is mijn vader acht jaar beziggeweest. Dat zijn lange processen. Ik betrap mezelf er wel eens op dat ik ongeduldig ben.”
Joël zal zijn zoon niet stimuleren om de politiek in te gaan. „Manuel moet zijn eigen weg vinden. Als hij datgene doet waartoe God hem oproept, zal het goedkomen. Een politieke loopbaan is leuk, maar heeft ook schaduwkanten als het gaat om je privéleven, onregelmatige werktijden, ’s nachts thuiskomen. Dat vraagt offers van je gezin. Deborah en de kinderen hebben veel geduld met me gehad. Ze hielden me ook bij de les en zeiden soms dat ik moest minderen.” Of hij dan naar hen luisterde? Joël kijkt opzij. „Manuel schiet in de lach, dus blijkbaar niet altijd. In het begin van mijn Kamerlidmaatschap heb ik misschien wel te veel gewerkt.”
Schilderen
Bij alle overeenkomsten komt de vraag op waarin vader en zoon van elkaar verschíllen. Manuel, na een korte stilte: „Ik denk dat ik gemakkelijker afstand neem van mijn werk en beter kan relaxen. Hoe laat was je gisteren thuis?” Joël, lachend: „Kwart voor vijf in de ochtend. Maar dat was de laatste dag voor het reces. Maandag gaan we met de caravan op pad. Ik denk wel dat jouw generatie privé en werk beter kan scheiden. Jij kiest er bijvoorbeeld bewust voor om straks niet meer dan vier dagen per week te gaan werken, als de baby er is.”
Welke verschillen ziet Joël nog meer? „Manuel is creatiever. Als tiener spoot hij graffiti, nu schildert hij. Hij is fijngevoeliger, kunstzinniger. Dat heeft hij van zijn moeder. Ik kan nog geen poppetje tekenen, laat staan dat ik kan schilderen. Ook in de muziek is hij verder gekomen dan ik. Om hem te stimuleren, betaalden we hem als hij naar pianoles ging: een euro per keer. Later speelden we een periode samen in het aanbiddingsteam van onze kerk; ik bas, Manuel piano. Hij is beter dan ik met pianospelen.”
Beiden zijn aangesloten bij de evangelische Vineyardgemeente, „een tweetalige kerk met veel studenten in het centrum van Amsterdam.” Deze ontstond in de huiskamer van Joël en Deborah Voordewind, in samenwerking met een echtpaar uit Amerika dat fulttime voor de kerk ging werken. De gemeente groeide tot zo’n 200 leden. Joël is er nog steeds oudste.
Manuels betrokkenheid bij Vineyard was niet vanzelfsprekend. „Rond mijn achttiende zag ik in mijn omgeving velen die niks met het christelijk geloof hadden. Ik dacht: Als ik ervoor wil gaan, moet ik ook weten hoe het leven zónder geloof is. Ik stopte met bidden en Bijbellezen, ging niet meer naar de kerk. Dat duurde niet lang. In die periode voelde ik me al snel heel leeg.”
Joël: „Het was voor Deborah en mij een spannende tijd. De angst slaat je dan wel even om het hart. We wilden hem snel boeken aanreiken die het geloof onderbouwen, maar hebben dat uiteindelijk toch niet gedaan. Wel zijn we blijven bidden dat hij God weer zou vinden. De steun, richting en troost die het geloof ons biedt, gunnen we onze kinderen ook.”
Werk en privé
Als Joël zijn zoon adviezen mag meegeven, komt het geloof eveneens ter sprake. „Blijf dicht bij God leven en zorg dat je een goede balans houdt tussen werk en privé. En blijf relativeren. Als je bezig bent met de problemen in de wereld komt er veel op je af. Het is nodig die zaken een plaats te geven en intussen ontspannen in het leven te staan.”
Manuel tegen zijn vader: „Zorg ervoor dat je straks momenten hebt om samen met je kleinkind door te brengen. En dat je zelf voldoende rust vindt. Je komt op een leeftijd waarop je met je gezondheid kunt gaan kwakkelen door al dat harde werken. Let goed op jezelf.”
Joël Voordewind
Joël Voordewind (1965) groeide als zoon van een pinkstervoorganger op in onder meer de Bijlmer en Vianen. Hij studeerde politicologie aan de Vrije Universiteit en werkte voor de christelijke ontwikkelingsorganisatie Tear en later voor Dorcas. Hij was een periode junior beleidsmedewerker bij de Tweede Kamerfractie van de PvdA en stapte na zijn persoonlijke bekering over naar de ChristenUnie. Sinds 2006 is hij voor deze partij lid van de Tweede Kamer. Hij heeft onder meer de portefeuilles ontwikkelingssamenwerking, buitenlandse zaken en migratie/asiel. Voordewind is getrouwd met Deborah. Ze hebben een zoon en een dochter. Kerkelijk zijn ze betrokken bij de Vineyardgemeente in Amsterdam.
Manuel Voordewind
Manuel Voordewind (1993) werd geboren in Amsterdam, waar hij nog steeds woont. Hij studeerde politicologie aan de Vrije Universiteit en deed zijn master in Leiden. In het kader van zijn studie liep hij onder meer stage bij Unicef in New York. Hij is op zoek naar een baan, bij voorkeur op het terrein van migratie/asiel. Bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen was hij campagneleider en kandidaat-raadslid voor de ChristenUnie in Amsterdam. Manuel is getrouwd met Laura en sinds 23 juli vader van een zoon.
zomerserie Vader en zoon
Deel 4: Joël en Manuel Voordewind. Volgende week Peter & Johannes Hildering.