Zeven jaar na de ontvoering van 276 voornamelijk christelijke schoolmeisjes door terreurgroep Boko Haram, zijn nog steeds 112 studenten spoorloos. De onzekerheid trekt zo’n zware wissel op de gezondheid van de getraumatiseerde ouders, dat sommige inmiddels al zijn overleden.
„De pijn van een kind te missen, valt niet in woorden uit te drukken”, zegt Paul Pogu Lalai. „Laat staan de onzekerheid van zeven jaar wachten.” De gedachten van de Nigeriaanse vader gaan –opnieuw– terug naar de dag dat de islamitische terreurgroep Boko Haram zijn tweelingdochters Ladi Paul en Mary Paul ontvoert, woensdag precies zeven jaar geleden.
De twee tieners gaan dan al zo’n zes jaar naar de middelbare school voor meisjes in Chibok, een tot dan toe voor de wereld onbekend dorp in het noordoosten van Nigeria. Ze staan op het punt om hun eindexamen af te leggen; bijzonder voor een regio waar minder dan de helft van alle meisjes alleen naar de basisschool gaat.
Hun schooltijd neemt op het laatste moment echter een dramatische wending, als op de avond van de veertiende april strijders van Boko Haram het schoolterrein oprijden. Ruw worden Ladi Paul en Mary Paul, samen met 274 andere studenten, in vrachtwagens geladen. Zevenenvijftig meisjes weten in de chaos te ontsnappen, de rest verdwijnt in het donker van de nacht.
De ontvoering trekt wereldwijd de aandacht. Wat volgt, is een internationale mediacampagne waarin de vrijlating van de meisjes wordt geëist. De hashtag #BringBackOurGirls gaat viraal. In de loop van de jaren komen 107 meisjes vrij. Ze dienen als ruilmiddel voor door de overheid gevangengenomen Boko Haram-strijders. Meer dan honderd studenten zijn tot op heden echter spoorloos, onder wie ook Ladi en Mary Paul. Lalai: „Ik heb nooit meer iets van mijn dochters gehoord sinds de dag dat ze van huis gingen om naar school te gaan.”
Hartaanval
De kidnapping heeft grote impact op het leven van de ouders. „Velen van hen hebben gezondheidsklachten gekregen door de stress en onzekerheid na de ontvoering, zoals een hoge bloeddruk en nierfalen”, weet Aisha Yesufu. De Nigeriaanse activiste zet zich als medeoprichtster van de Bring Back Our Girls Movement (BBOG) in voor de vrijlating van de ontvoerde studenten. Ze staat in nauw contact met verschillende ouders. Inmiddels zijn meer dan twintig vaders en moeders aan de gevolgen overleden, zegt ze.
Onder hen is ook de vrouw van Lalai, Mary Paul. Wanneer het nieuws van de overval de gemeenschap binnendringt, haasten de twee bezorgde ouders zich naar de school. Als Mary Paul hoort dat haar dochters deel uitmaken van de groep ontvoerde meisjes, wordt dat haar te veel. Ze krijgt een hartaanval en overlijdt. Lalai: „Mijn vrouw stierf als gevolg van de ontvoering.”
Een andere moeder kampt met gezondheidsklachten door schuldgevoelens. „Toen een aantal meiden werd vrijgelaten, was in eerste instantie haar dochter geselecteerd”, vertelt Yesufu. „Maar omdat de moeder zich zo publiekelijk had ingezet voor haar vrijlating, heeft Boko Haram een ander meisje gekozen om los te laten. De schuldgevoelens drukken als een zware last op haar.”
Illusie
Het lot van de nog altijd verdwenen meisjes –inmiddels vrouwen– is ongewis, zegt Yesufu. Al meer dan vier jaar ontbreekt een teken van leven. Mogelijk zijn meisjes omgekomen bij luchtaanvallen op kampen van Boko Haram of door de zware omstandigheden tijdens de gevangenschap. Anderen zijn waarschijnlijk uitgehuwelijkt.
Een ding is in ieder geval zeker: de ontberingen tijdens de gevangenschap zijn enorm. Uit de verhalen van vrijgelaten meisjes blijkt dat de veelal christelijke studenten worden gedwongen zich te bekeren tot de islam en te trouwen met een Boko Haram-strijder. Zij die weigeren worden mishandeld en zelfs uitgehongerd.
Ook rijst de vraag of sommige meiden niet dusdanig gehersenspoeld zijn dat ze niet meer terug willen. In mei 2017 publiceerde Boko Haram een video waarin een van de ontvoerde tieners, gekleed in een zwarte hoofddoek en gewapend met een vuurwapen, trouw verklaart aan de terreurgroep. Ook geeft ze te kennen niet terug te willen naar haar ouders. Yesufu twijfelt aan de echtheid van deze verklaring. „Onder zulke omstandigheden kun je tot alles gedwongen worden.”
Vader Lalai wil zich geen illusies maken over de nog gevangen meisjes. „Het is zelfbedrog om te denken dat ze allemaal levend naar huis komen.” Geredde meisjes zijn getuige geweest van de dood van medestudenten bij luchtaanvallen, weet hij. Sommigen hebben zelfs hun medestudenten moeten begraven. Of zijn dochters daar ook bij zaten, weet Lalai niet. De regering wilde niet dat de namen bekend zouden worden.
Toch blijft hij hoopvol dat God een wonder doet. „De Bijbel leert ons te berusten in situaties waarin we niets kunnen doen en volledig op God te vertrouwen. Ja, ik heb veel vragen, maar toch houd ik de hoop levend. God is de bezitter van al het leven en er ligt niets buiten Zijn macht.” In de eerste jaren klonk het óók vaak dat de meisjes waren uitgehuwelijkt of gedood. Maar na drie jaar waren er meer dan honderd vrijgelaten, haalt Lalai in herinnering.
Redding
De Nigeriaanse overheid doet veel te weinig voor de ouders van wie de kinderen nog altijd spoorloos zijn, zegt hij. Alleen als er een jubileum nadert, laten de autoriteiten zich van hun goede kant zien. Slechts bij twee gelegenheden kregen Lalai en anderen voedsel en wat geld. Maar de zieke ouders hebben serieuze en continue medische ondersteuning nodig, zegt hij.
Ook Yesufu is niet te spreken over de inspanningen van de Nigeriaanse president Muhammadu Buhari om de meisjes vrij te krijgen. Het ontbreekt aan politieke wil, zegt ze. „De redding van de meisjes is geen voorrecht, maar het is de plicht van onze overheid. Elk jaar komen ze met een statement, en daar blijft het bij.” De activiste verwijt de president de Chibok-meiden als campagnemiddel te hebben gebruikt door te beloven ze allemaal vrij te krijgen. „Maar de overheid lijkt ze nu te zijn vergeten.”
Daarnaast moeten de autoriteiten de zorg voor de getraumatiseerde ouders op zich nemen, zegt ze. „Wanneer je in dit deel van Afrika ouders van kinderen berooft, neem je ook hun toekomst weg. Ouders steken al hun middelen in het onderwijs van hun kind. Kinderen die gaan studeren worden geacht om hun broers en zussen en ouders te onderhouden als ze oud worden.”
Onveiligheid
De overheid heeft ook niets geleerd van de Chibok-kidnap, zegt Yesufu. „De ontvoeringen gaan nog steeds door, en op dezelfde manier als in Chibok. Alleen de terroristen hebben lessen getrokken uit die ontvoering.” De afgelopen maanden werden er opnieuw honderden schoolkinderen ontvoerd. De verdenking rust deze keer niet op Boko Haram, maar op criminele groepen in het noordwesten van Nigeria.
In reactie op de toegenomen onveiligheid heeft Nigeria tientallen scholen in de regio gesloten. Maar ook dan krijgen de terroristen hun zin, zegt Yesufu. Want die willen niet dat de kinderen onderwijs krijgen. „Ouders moeten kiezen tussen het leven van hun kind of onderwijs voor hun kind.”