Op ’t eerste gezicht staat het er niet slecht voor met de bekendheid van de christelijke feestdagen. In de Kamerdiscussie waarin premier Rutte zich moest verdedigen over het beruchte Omtzigt-zinnetje, legde hij uit dat hij daar „via-via” over geïnformeerd was. Snedig voegde D66-fractieleider Kaag hem toe dat ze op deze Witte Donderdag moest denken aan de Via Dolorosa, de lijdensweg die Jezus moest gaan vanuit de stad Jeruzalem naar de kruisheuvel.
Zeven op de tien Nederlanders zijn gehecht aan de christelijke feestdagen en willen ze niet schrappen of inwisselen voor een andere vrije dag. Toch bleek uit onderzoek van het Reformatorisch Dagblad dat bijna de helft van de Nederlanders niemand in z’n omgeving kent die met Pasen naar de kerk gaat. Met andere woorden: een groot deel van de Nederlanders hecht vooral waarde aan deze feestdagen vanwege de culturele of sociale kant ervan, de paasbrunch, het begin van de lente of het dagje vrij.
Terecht waarschuwt de Amsterdamse hoogleraar Van den Belt dat je weliswaar blij mag zijn met dit soort cultuurchristendom, maar dat dit de mens geen stap dichter bij de zaligheid brengt. In dat licht bezien is het schokkend dat het overgrote deel van de Nederlanders niets afweet van de diepe betekenis van Goede Vrijdag en Pasen, van het lijden en de opstanding van de Heere Jezus. Het besef dat al deze medelanders een ziel hebben die geschapen is voor de eeuwigheid, moet christenen aan het hart gaan.
Het is bij uitstek in deze onrustige Stille Week niet verwonderlijk dat de doorsnee Nederlander zich weinig aangetrokken voelt tot die christelijke feestdagen. Toch is dat betreurenswaardig, want de betekenis daarvan overstijgt veruit die van de crisis in Den Haag.
Het is van groot belang om de gebeurtenissen in deze tijd steeds te bezien vanuit Bijbels perspectief. Een topeconoom zei onlangs dat de coronacrisis slechts een rimpeltje is in het geheel aan schommelingen van de wereldeconomie. Dat zal waar zijn, maar het geldt nog veel sterker in het licht van de eeuwigheid. Wat er gebeurt aan het Binnenhof, in Wuhan of in Washington valt allemaal in het niet bij die gebeurtenis omstreeks het jaar 30, aan het begin van de jaartelling.
Goede Vrijdag betekende een revolutionaire wenteling in de wereldgeschiedenis. Toen Christus aan het kruis uitriep: „Het is volbracht”, markeerde Hij niet alleen het einde van Zijn leven en de vervulling van honderden profetische voorzeggingen, maar opende Hij een weg die de mens zelf afgesloten had. Hij heeft het vuil van onze ongerechtigheid van ons afgewist en werd er zelf mee bedekt, zegt de reformator Calvijn. „Met Zijn dood heeft Hij voor ons het leven gekocht.” Aangrijpend dat die boodschap zo veel Nederlanders niets meer zegt.