Kerk & religie

Geïnspireerd door het Reveil

De vragen die christenen van vandaag bezighouden, zijn vaak anders dan de vragen van de negentiende eeuw. Maar de houding van de Reveilmensen kan nog altijd inspireren: ze probeerden vanuit de Bijbel antwoord te geven op de vragen van hun tijd. Krijn de Jong, mr. Diederik van Dijk en dr. H. Klink vertellen wat ze van het Reveil hebben geleerd.

Michiel Bakker, Wim Hulsman en Huib de Vries
29 March 2021 14:13
beeld Sjaak Verboom
beeld Sjaak Verboom
16941344.JPG
Diederik van Dijk. beeld RD, Anton Dommerholt

Geen flauwheid, maar beslistheid

Naam: mr. Diederik van Dijk (49)

Functie: Eerste Kamerlid SGP en directeur NPV-Zorg voor het leven
Woonplaats: Benthuizen
„Als ik terugkijk op het Reveil zie ik vooral een bemoedigende, betrokken, gelovige beweging. Het Reveil roept bij mij positieve reacties op. In 1995 liep ik stage bij het wetenschappelijk instituut van de SGP en kwam ik in contact met beleidsmedewerker Henk Massink. Die heeft mij enthousiast gemaakt voor het werk van dr. W. Aalders en via hem voor het werk van Groen van Prinsterer. De landelijke SGP-fractie heeft al bijna 25 jaar een Groen van Prinstererkring. Het nadenken over zijn gedachtegoed houdt je als politicus scherp.

Het Reveil laat mij vooral zien dat als we Gods water over Gods akker laten lopen, het nooit een hopeloze zaak is. In de christelijke politiek kun je je soms afvragen: wat is het nut van al ons geploeter? Je bereikt soms een kleinigheid, maar bezien over de decennia gaat het van verlies naar verlies. Dan is het bemoedigend om terug te blikken op het Reveil, toen de Heere zo veel zegeningen gaf. Die negentiende eeuw was echt de eeuw van de Rede en ”le juste milieu” (evenwicht – WH). Men was liberaal én christen. Het was echt geen godvruchtige eeuw. Er was geen enkele reden om een soort opwekking te verwachten. Maar God strekte Zijn hand uit naar dit dal vol dorre doodsbeenderen. Onverwacht, ongedacht en onverdiend. Dat was de start voor christelijke politieke partijvorming.

Deze gebeurtenissen kunnen nu bij ons de vlam van de hoop brandend houden. We moeten het niet verwachten van onze campagnes. We moeten niet zien op de omstandigheden, maar hopen op de levende God. Die boodschap droegen de mannen van het Reveil vrijmoedig uit, ook naar buiten.

De mannen van het Reveil waren wars van halfheid. Iemand als Groen van Prinsterer sprak met beslistheid en gezag het Woord van God na, ook in de politiek. Dat is een les. Christenen in het publieke leven spreken vandaag soms zo aarzelend en met twijfel. Ook over zaken die volkomen helder zijn, neem abortus, euthanasie, gender en homoseksualiteit. Dan gaat het niet om botheid, maar wel om Bijbelse beslistheid. We hoeven als christenpolitici niet krampachtig aansluiting te zoeken bij de heersende mainstream. Een christenpoliticus hoeft niet op applaus te rekenen. Hij moet trouw zijn aan God.

De mensen van het Reveil konden met zo veel gezag spreken vanwege hun innige omgang met Gods Woord. Van daaruit waren zij in staat om de tijdgeest te peilen en met gezag daarover te spreken. Die geestelijke antenne hebben we nu hard nodig.

Groen van Prinsterer waarschuwde al voor de omkering van begrippen. Als je vrijheid en gelijkheid losmaakt van de Bijbelse invulling krijg je geen vrijheid, maar chaos. Dat zien we om ons heen. Hoeveel verwarring is er niet rondom gender en seksualiteit. Kinderen worden gevoed met twijfel over de vraag of ze jongen of meisje zijn. Het is buitengewoon zorgelijk dat veel christenpolitici hier een flauw geluid laten horen en de scheppingsorde bagatelliseren.

Groen van Prinsterer wees al op het gevaar van de verschuiving van het geloof naar het privéterrein. Onder het mom van neutraliteit en gelijke behandeling worden seculiere opvattingen steeds dwingender opgelegd en christelijke waarden gesmoord. Het atheïsme verdraagt geen levend geloof.

Het Reveil inspireert ook de NPV. De principiële houding van het Reveil ging gepaard met sociale activiteiten. Woord en daad. Dat is een aanstekelijk getuigenis! Vanuit het geloof willen wij als NPV met onze thuishulp en 7500 vrijwilligers een helpende hand bieden aan iedereen.”


16941342.JPG
Dr. H. Klink leerde het Reveil kennen door dr. W. Aalders. beeld Anton Dommerholt

„De kerk is bijna altijd gebouwd door uitzonderingsfiguren”

Naam: dr. H. Klink (62)
Functie: hervormd predikant
Woonplaats: Hoornaar
„Ik ben gefascineerd geraakt door het Reveil toen ik tijdens de studie theologie in aanraking kwam met de Deense filosoof en theoloog Kierkegaard. Over hem voerde ik gesprekken met dr. W. Aalders. Die leerde me het Reveil kennen. Binnen de theologische studentenvereniging Voetius richtte ik een kring op ter bestudering van het werk van Groen van Prinsterer. We lazen onder meer zijn ”Ongeloof en revolutie” en het boek van mevrouw M. E. Kluit over het Reveil. Kohlbrugge kende ik al. Langzaam maar zeker raakte ik zo steeds vertrouwder met het Reveil.

De kracht van deze beweging ligt voor mij in de actualisering van het Evangelie. Men probeerde vanuit de Bijbel antwoord te geven op nieuwe vragen, daarin voorgegaan door Bilderdijk. Die wist de traditie van de Reformatie te actualiseren met het oog op het ongeloof waarmee hij werd geconfronteerd en de politieke consequenties van de Franse Revolutie. Groen is daarin nog evenwichtiger. Het leren verstaan van het Evangelie van het kruis van
Christus ging bij hem samen met een doorzien van zijn tijd. Daardoor kon hij op een adequate manier getuigen tegen de perfectibiliteitsgedachte in zijn dagen. Alles zou steeds beter worden. Groen weersprak die opvatting ten aanzien van de geschiedenis, Kohlbrugge ten aanzien van de mens. In theologisch opzicht zijn deze twee voor mij de grootste vertegenwoordigers van het Reveil in Nederland.

Een zwakke kant van het Reveil is, dat het nooit kwam tot kerkelijke vertaling van het gedachtegoed, al heeft Groen dat wel geprobeerd. Denk aan zijn oprichten van de Confessionele Vereniging. Tegelijk lag in de onafhankelijkheid de kracht van het Reveil. Men was niet afhankelijk van wat de kerk naar voren bracht. Deze mannen hebben geleefd vanuit de Bijbel en de christelijke traditie; die gaan uit boven de kerk zoals die zich soms manifesteert. De kerk is bijna altijd gebouwd door uitzonderingsfiguren.

Een deel van het gedachtegoed van het Reveil is geannexeerd door Abraham Kuyper, op een wijze die voor de kerkelijke vertaling niet positief was. Hij bracht zijn mensen theologisch in een isolement. Groen was in gesprek
met zijn tijd; hij polemiseerde. Kuyper organiseerde. Een andere uitloper van het Reveil, de ethische theologie, bleek niet bestand tegen het barthianisme en ging erin op.

Het was dr. W. Aalders die het denken van Groen weer actueel maakte. Daardoor weet ik me aangesproken door theologen als C. H. Dodd, Martin Hengel, Timothy Wright en de rooms-katholieke Joseph Ratzinger. Al deze theologen tonen in hun werk de twee componenten die Groen onder woorden bracht met de uitspraak: „Er staat geschreven, er is geschied.” Ze combineren theologische en historische kennis. Die twee bevruchten elkaar.

In Nederland kwam men, ook aan de universiteiten, niet veel verder dan Bultmann bij de vrijzinnigheid, Barth bij de midden-orthodoxie en Kuyper bij de orthodoxie. Het Reveil is totaal uit beeld. Dat is een enorm manco. Mij inspireert deze beweging nog altijd. Groen leert je de tijd te verstaan. Kierkegaard geeft je inzicht in de mens, tegenover de moderne psychologie die de zíél niet meer kent. Kohlbrugge laat door zijn Bijbeluitleg bepaalde facetten van de Schrift op een grootse manier oplichten. Alexandre Vinet is nog altijd van grote betekenis door zijn prachtige literaire studies en zijn werken over opvoedkunde. Deze mensen helpen je om in onze samenleving christen te zijn –in mijn geval ook predikant en pastor– in alle aspecten van het leven.”


16941345.JPG
Krijn de Jong. beeld Niek Stam

Op pad met brood en de Bijbel

Naam: Krijn de Jong (75)
Functie: voorzitter stichting Ik was een vreemdeling
Woonplaats: Urk
„God liefhebben en hulp bieden aan kwetsbaren gaan hand in hand. Dat is een van de belangrijkste lessen die ik van het Reveil heb geleerd en die nog steeds met me meegaat. Al heel jong kwam ik met deze opwekkingsbeweging in aanraking, al besefte ik dat toen nog niet. In mijn peuter- en kleuterjaren zong ik liedjes van Jan de Liefde, een van de mannen van het Reveil. Denk aan het bekende kindergebedje ”Ik ga slapen, ik ben moe”, maar ook aan ”Van U zijn alle dingen, van U o God alleen” en ”Er gaat door alle landen een trouwe kindervrind”.

De roman ”Brandende harten” van Gera Kraan-van den Burg was het eerste boek dat ik las over het Reveil. Ik was toen een jaar of twaalf en zie me nog zitten met dat boek in het bed van mijn vader en moeder. Het boeide me. Later heb ik veel boeken gelezen van schrijvers uit de kringen van het Reveil. Nog steeds grijp ik er graag naar. Op het ogenblik ben ik bezig in ”Israël en de volken” van Isaäc da Costa. Dat gaat over de Joodse geschiedenis en het mysterie daaromheen.

In mijn jonge jaren maakte ik lange tijd een persoonlijke zoektocht door: waar hoor ik thuis, waar pas ik? In 1972 kreeg ik een baan als assistent-manager in het christelijke jeugdhotel The Shelter in Amsterdam, onderdeel van
Tot Heil des Volks, dat vanuit het Reveil was onstaan. Toen ik daar kwam, wist ik: hier, in dit geestelijke klimaat, hoor ik thuis. Er heerste een gelovige, piëtistische en praktische sfeer. Bij het toenmalige Heil zag ik hoe men eropuit ging om mensen te helpen, vrijmoedig over het geloof sprak en een profetisch woord durfde te laten horen.

Van de voormannen van het Reveil springt Da Costa –een denker en dichter van formaat– er voor mij uit. Direct daarna komt ds. Jan de Liefde. Hij was een evangelist pur sang, schreef eveneens gedichten en had aan huis een Bijbelschool voor evangelisten. Wat mij ook erg aanspreekt, is hoe hij in de Amsterdamse Jordaan mensen in armoede en verslaving opzocht. Hij ging op pad met in de ene hand een brood en in de andere hand de Bijbel, want een mens heeft een lichaam en een ziel. Die twee aspecten horen bij elkaar, ik kan ze in ieder geval niet scheiden. Het Evangelie moet verteld, beleefd en gepraktiseerd worden. Zo stichtte Jan de Liefde scholen voor haveloze kinderen. Ze kregen er niet alleen les, maar ook een warme maaltijd. En ze hoorden het Evangelie.

Nog steeds word ik geïnspireerd door het leven van Jan de Liefde, bijvoorbeeld als het gaat over arbeidsmigranten. Jan de Liefde werkte indertijd al onder migranten en seizoensarbeiders in de polder. Dat prikkelt me zeer.

De laatste jaren ben ik vooral bezig met zending (China), Israël en vluchtelingen. Die laatsten zijn in ons land en dan is het voor mij duidelijk: we moeten hen helpen. Via de stichting Ik was een vreemdeling, die ik enkele jaren geleden met anderen heb opgericht, bieden we praktische hulp, maar we brengen ook het Evangelie en bidden met en voor vluchtelingen. Zij hebben echt zorg, liefde en vriendschap nodig.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Reveil

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer