Theologenblog: Israël als blijvende uitdaging voor theologie en kerk
Als Jezus niet alleen de Redder der wereld, maar allereerst ook de Messias van Israël is, zal juist een heilhistorische en christelijke lezing van het Oude Testament hiermee rekening moeten houden.
Kan de eerste klas in het openbaar vervoer niet worden afgeschaft? De SP-jongeren hebben een petitie openstaan en willen democratisering van het ov. In het verleden heeft de SP ook via de Tweede Kamer wel geprobeerd om de eerste klas af te schaffen. Zonder succes. Ze hadden ook kunnen voorstellen om de tweede klas af te schaffen. Dat lijkt hetzelfde, maar heeft een andere gevoelswaarde.
In gesprekken over Israël als volk van God gebruik ik dit laatste graag als voorbeeld. Israël is Gods eerste liefde en heeft vergeleken met de andere volken een bevoorrechte plaats gekregen. Met Pinksteren schaft God niet de eerste klas, maar de tweede klas af. Israël wordt dus niet in de rij van de volken teruggeplaatst. Verre van dat. De plaats van de volken wordt opgewaardeerd, de tussenmuur weggebroken (zie Efeze 2:11-22), zonder dat Israël zijn eerste plaats wordt ontnomen. Maar is daarmee alles gezegd? Blijft er niet ook een verschil dat in het treinvoorbeeld buiten beeld valt? Het „eerst de Jood, maar ook de Griek” van Paulus (Romeinen 1:16; 2:9-10) veronderstelt in elk geval dat Israël hoe dan ook voorin zit, niet alleen historisch, maar ook theologisch.
Als leerling van Henk de Jong en houder van een leerstoel die zijn naam draagt, ben ik gepokt en gemazeld in het zogenoemde zandlopermodel. Dat biedt een hermeneutisch handvat om de heilshistorische ontwikkeling van het Oude naar het Nieuwe Testament te verstaan: De Bijbel begint breed met de schepping, maar versmalt stapsgewijs vanaf de roeping van Abraham totdat God via Israël, David en Sion bij Christus komt. Met het evangelie van de verzoening zoekt God vervolgens weer de breedte van de aarde en de mensheid op. Met dit zandlopermodel heeft De Jong veel Bijbellezers geholpen om de diepe verbanden in de Bijbel te verstaan. Maar zijn model heeft ook vragen opgeroepen. De belangrijkste daarvan betreft Israël als volk van God. Laat dit model zich voldoende verbinden met een blijvend bijzondere plaats voor Israël na Pinksteren?
Enkele jaren geleden hebben de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt en de Nederlands Gereformeerde Kerken de uitnodiging om te participeren in het Centrum voor Israëlstudies (CIS) afgewezen, uit vrees om kerkelijke uitspraken over Israël te moeten doen. Die vrees is begrijpelijk, gezien de uiteenlopende Israëlvisies onder christenen en in het licht van allerlei religieuze of politieke vormen van Israëlromantiek. Toch blijft het bestaan van Israël een uitdaging voor theologie en kerk. Misschien wel in het bijzonder voor kerken die een rijke traditie van heilshistorische Bijbeluitleg kennen, maar daarin soms ook vatbaar waren voor vervangingsdenken. Mede daarom initieert de Henk de Jong-leerstoel een onderzoeksproject naar het zandlopermodel. Hoe behulpzaam is dit model bij het christelijk lezen van het Oude Testament? In hoeverre worden de eigenheid en diversiteit van het Oude Testament daarin recht gedaan? En kan Israël binnen dit model zijn bijzondere plaats behouden of is het netto één van de vele volken geworden?
Deze vragen hebben in eerste instantie betrekking op de samenhang tussen Oude en Nieuwe Testament, maar raken ook aan de theologische vraag naar het particuliere en het universele van Gods liefde. Hoe verhouden zijn liefde voor Israël en zijn heilsbemoeienis met de volken zich tot elkaar? De vooronderstelling van het christelijk geloof is dat de vraag naar het karakter van Gods liefde zich niet buiten Jezus Christus om laat beantwoorden. Die concentratie op Christus is de kracht van het zandlopermodel van De Jong. Maar zijn model verdient ook kritisch bevraagd en zo nodig bijgesteld te worden. Daarop is dit nieuwe onderzoeksproject gericht. Want uiteindelijk kan de vraag naar Gods liefde ook niet los van zijn verbondenheid met Israël beantwoord worden. Immers, als Jezus niet alleen de Redder der wereld, maar allereerst ook de Messias van Israël is, zal juist een heilhistorische en christelijke lezing van het Oude Testament hiermee rekening moeten houden.
De auteur is bijzonder hoogleraar ”Bijbelonderzoek en christelijke identiteit” op de Henk de Jong-leerstoel. Hij schrijft dit artikel als lid van de gezamenlijke onderzoeksgroep Biblical Exegesis and Systematic Theology (BEST) van de Theologische Universiteiten in Apeldoorn en Kampen.