Eindelijk, verzekeren optimisten. Er gloort licht aan het eind van de tunnel. De laatste fase van de pandemie komt in zicht. Veel beschouwingen over de komende zomer zijn louter rooskleurig, al laat het tijdelijk opschorten van de AstraZeneca-inentingen zien hoe een overdaad aan optimisme over de vaccinatiecampagne zomaar kan worden afgestraft.
Lastig blijft bovendien de vraag hoe de tussenliggende fase, waarin waakzaamheid nog is geboden en de besmettingscijfers nog altijd aan de hoge kant zijn, moet worden overbrugd. Begin vorige week presenteerde het ministerie van Volksgezondheid daartoe een onder stoom en kokend water opgetuigde wet ter introductie van het verplichte, negatieve testbewijs. Achterliggende gedachte daarbij is dat de evenementenbranche, de sportsector en de horeca weer open mogen, mits de bezoeker of de klant bij de deur een negatief testbewijs overlegt. De verantwoordelijkheid wordt zo subtiel verschoven naar deze private partijen: zij mogen opschalen mits hun deurbeleid op orde is.
De wet noemt ook het hoger onderwijs. Het ministerie neemt daarmee een voorschot op een situatie waarin grootschalig fysiek onderwijs om epidemiologische redenen eigenlijk nog niet kan, maar wel wenselijk is om onderwijsachterstanden te voorkomen. Gelukkig worden de voorwaarden om in het hoger onderwijs met verplichte toegangstesten te werken in de wet verzwaard. Er moet dan in of nabij de school een goed toegankelijke testfaciliteit zijn én de onderwijsinstelling moet de lessen ook voor studenten zonder testbewijs toegankelijk houden. Doorgaan met onderwijs op afstand zou een alternatief kunnen zijn.
Het ziet ernaar uit dat de volksvertegenwoordiging met de verplichte testwet kan instemmen. In dat geval eindigt de discussie over wie er straks vrij toegang tot de samenleving heeft en wie niet minder ongunstig dan vooraf was gevreesd. Vooralsnog staan een negatieve testuitslag en een vaccinatiebewijs op gelijke voet naast elkaar. Wie zich niet kan of wil laten vaccineren, heeft dus een alternatief.
Toch resteert er ook een vraag. Wat nu als het virus, al het optimisme ten spijt, toch nog maandenlang onder ons is? Blijft het dan de verantwoordelijkheid van scholen, ondernemers en wellicht ook werkgevers om besmettingen tijdig te detecteren en te zorgen dat wie besmet is in quarantaine gaat? In winkels, overheidsgebouwen en bij mensen thuis kan een test- of vaccinatiebewijs niet worden verplicht. Wat kan de burger daar meer doen, behalve het volgen van de basismaatregelen, om de virusoverdracht te remmen?
Het kabinet zou ook alles op alles moeten zetten om de bereidheid in de samenleving tot het vrijwillig doen van een zelfsneltest te vergroten. Burgers horen in onzekere tijden verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen gezondheid en die van elkaar. De vrijwillige zelftest is daarbij een instrument dat de overheid, naast de CoronaCheck-app, niet over het hoofd moet zien.