Theologenblog: Wegkijken van brood en wijn?
Vóór corona kon je beweren dat de toekomst online was en dat straks misschien het verschil tussen virtuele en materiële werkelijkheid zou vervagen. ‘Dankzij’ corona weten we wel beter.
Wij zijn materiële wezens en lichamelijkheid is essentieel voor wie we zijn. Je hoeft maar te zien hoe tieners zonder elkaars fysieke nabijheid achter een scherm verpieteren. Of te ervaren wat er in een onderwijssituatie verloren gaat, wanneer er alleen online-les overblijft. En te merken hoe waardevol terloopse ontmoetingen zijn voor je creativiteit en voor je energieniveau. Wij mensen zijn geschapen met een lichaam en dat bepaalt wie wij zijn.
Al ouder is de verwante gedachte dat de materiële werkelijkheid van het lichaam lager is dan de werkelijkheid van de geest. Steeds duikt deze gedachte weer op en steeds weer werkt hij door in cultuur of spiritualiteit. Ook de gereformeerde visie op het avondmaal is er niet geheel vrij van.
De reformatoren reageerden met boosheid op de verafgoding van brood en wijn die ze om zich heen in de kerk aantroffen. God komt niet naar ons toe in onpersoonlijke dingen, maar spreekt ons persoonlijk aan in het Woord. Zo kregen in de gereformeerde traditie de sacramenten een secundaire plaats. Het Woord gaat voorop, het sacrament komt er bij en geeft niets wat je niet ook in het Woord al krijgt, zei Herman Bavinck later.
Calvijn heeft erg zijn best gedaan om zijn tijdgenoten te motiveren het avondmaal te vieren, omdat dat het middel is waardoor de Heer ons in gemeenschap met Jezus Christus brengt. Toch komt ook er bij hem een negatieve visie mee op het materiële en lichamelijke, hoe positief hij ook kan schrijven over de schepping. Calvijn schrijft in 1541 dat God ons het avondmaal gegeven heeft uit barmhartige aanpassing. Die aanpassing is nodig omdat de gemeenschap met Christus een „verheven en onbegrijpelijk geheimenis” is; maar ook omdat „ons verstand zo beperkt is, dat wij Hem niet kunnen ontvangen met een oprecht hartelijk vertrouwen als Hij ons door eenvoudig onderricht en prediking wordt aangeboden.” „… omdat wij van nature zo ongevoelig en laag-bij-de-grond zijn dat wij de meest eenvoudige zaken van God niet kunnen begrijpen, heeft Hij zich ervoor ingespannen het ons begrijpelijk te maken naar de maat van ons begripsvermogen.” Het avondmaal is nodig vanwege de zwakheid van ons geloof èn vanwege de zwakheid van ons mens-zijn.
Aandacht verdient verder de aanpassing van het zogenaamde ”sursum corda”. In de liturgie van de eucharistie werden deze woorden uitgesproken vóór het grote eucharistische gebed: de harten omhoog, ”sursum corda”. In de gereformeerde avondmaalsliturgie kregen deze woorden echter een nieuwe plaats, vlak voor het breken en uitdelen van het brood. Bovendien wordt er de oproep aan toegevoegd – polemisch tegenover Rome – om met onze harten niet te blijven hangen aan het uiterlijke brood en wijn, maar ze tot de hemel te verheffen. In de gereformeerd-vrijgemaakte hertaling wordt dit een expliciete aansporing om weg te kijken van het zichtbare: we moeten niet alleen naar dit brood en deze wijn kijken. We moeten juist omhoogkijken, naar Jezus Christus in de hemel.
Tel hierbij op de zwingliaanse tendens onder gereformeerde avondmaalgangers om het avondmaal vooral te zien als een terugdenken aan Jezus’ dood. Het geestelijke en het materiële zijn uit elkaar getrokken: Christus wordt niet meer gezien in de tekens, maar daarboven. In een onttoverde en geseculariseerde wereld lukt het nog maar weinig gereformeerden om Christus te zien in de tekenen van brood en wijn, en het eten en drinken te verbinden met de mystieke gemeenschap met Christus.
Wat zou het mooi zijn als deze coronacrisis ons ertoe brengt om het avondmaal niet langer te verbinden met een negatieve duiding van materie en lichamelijkheid. Het avondmaal is juist nodig in verband met die lichamelijkheid: ook al is Christus sinds hemelvaart verborgen aanwezig in de Geest, lichamelijk is Hij afwezig.
Wat is na hemelvaart ”leven in eenheid met Hem”? En hoe leef je met een Heer die niet meer zichtbaar aanwezig is?
Wij zijn geen virtuele of spirituele wezens die het wel redden met een online verbinding alleen. Het lichamelijke en materiële is goed en nodig. De uitdaging is om Christus niet boven of achter de materiële tekens te zien, maar juist in brood en wijn.
Misschien dat het dan lukt om het avondmaal te vieren zoals Calvijn het ten diepste wilde: als het moment waarop in het eten en drinken de mystieke gemeenschap met Christus genoten wordt. Daar laat de Heilige Geest aan ons, zo materieel als we zijn, proeven dat Christus ons leven is en dat Hij in ons vlees en bloed wil worden. Christus is verborgen aanwezig en de gemeenschap met Hem een geheim. Om ons toch te laten leven in eenheid met die Christus, gebruikt de Heilige Geest brood en wijn.
De auteur is universitair hoofddocent systematische theologie aan de Theologische Universiteit Kampen. Hij schrijft dit artikel als lid van de gezamenlijke onderzoeksgroep Biblical Exegesis and Systematic Theology (BEST) van de Theologische Universiteiten in Apeldoorn en Kampen.