Theologenblog: Houdt God van alle mensen?
Het idee van een ”universele liefde” van God is aantrekkelijk. Toch gebeurt er dan een en ander met de invulling van ”liefde”.
Loopt het met alle mensen goed af? Onder orthodoxe christenen is de sympathie voor deze gedachte de afgelopen jaren toegenomen. In gesprekken met studenten merk ik dat er een sterke wens is dat de liefde van God zo krachtig en onweerstaanbaar werkt, dat uiteindelijk alle weerstand zal smelten als sneeuw voor de zon. Ook bij andere onderwerpen die in de krant, op internet en in onderlinge gesprekken naar voren komen, tekent zich een meer ‘inclusieve’ benadering af: laten we geen nadruk leggen op wat scheiding brengt tussen mensen en God, maar liever vertrouwen op Gods goedheid en geduld waarmee Hij al zijn schepselen in Zijn handen houdt.
Vanouds is er gewezen op een paar belangrijke Bijbelteksten die de wereldwijde, universele strekking van Gods liefde tot uitdrukking brengen. In Johannes 3:16 lezen we dat God „de wereld” zo liefhad, dat Hij zijn enige Zoon heeft gegeven. Met de zending van Jezus Christus heeft God niet alleen de verlossing van enkelingen op het oog, maar de hele wereld. Tegelijk ontdek je als lezer van het Johannesevangelie dat er met dat woord ”wereld” wel iets aan de hand is. Het optreden van Jezus onder Gods eigen volk brengt een tweedeling aan het licht tussen wie Hem erkennen en aannemen en anderen die zich van Hem afkeren. Twee verzen later (Johannes 3:18) gaat het over wie niet in de Zoon gelooft: die is al veroordeeld, die blijft liggen onder het oordeel waarvan Jezus komt verlossen.
In 1 Timotheüs 2 doet Paulus de oproep om te bidden „voor alle mensen.” Dat is immers goed en welgevallig in de ogen van God, „die wil dat alle mensen worden gered en de waarheid leren kennen” (1 Timotheüs 2:4). Over deze tekst is heel wat te doen geweest. Sommigen trekken er rechttoe-rechtaan de conclusie uit dat het inderdaad met alle mensen goed komt: Gods wil kan immers niet gefrustreerd worden? Anderen hebben moeite gedaan om Paulus’ woorden zo uit te leggen dat er geen tegenspraak in zit met de –eveneens Bijbelse– leer van uitverkiezing en verwerping. Niet elke exegese is even overtuigend. De standaard-gereformeerde interpretatie dat ”alle mensen” moet worden gelezen als ”alle soorten mensen” lijkt wat gekunsteld, hoewel er een lijntje te trekken valt met de eerdere vermelding van ‘koningen en gezagsdragers’ waarvoor in het bijzonder gebed gevraagd wordt. Meer perspectief zit er in het doorvragen naar de aard van deze wil van God: gaat het om een wil die altijd doorgang vindt, of spreekt Paulus over een goddelijke intentie die in de uitvoering nog een aantal extra stappen en voorwaarden kent? Voor dat laatste pleit het vervolg van het zinnetje: de mensen die gered worden, leren de waarheid kennen van Jezus Christus die als enige Middelaar en Verlosser aan de mensen gegeven is.
Theologische vragen worden niet alleen met Bijbelteksten beslist. Het is goed ook te kijken naar inhoudelijke verbindingen en consequenties. Het idee van een ”universele liefde” van God is aantrekkelijk. Toch gebeurt er dan een en ander met de invulling van ”liefde”. Wat aan breedte gewonnen wordt, gaat verloren aan diepte en werkelijkheid: veel verder dan een algemene ”welwillendheid” kom je niet, de liefde verliest haar kleur en bereikt bij de meeste mensen maar weinig.
Wil iemand dit ondervangen door te stellen dat Gods liefde wel degelijk bij alle mensen de innige verbondenheid en wederzijdse liefde tot stand brengt, dan rijst een ander probleem: Wil iedereen dat wel? En past het wel bij Gods liefde om de eigen keuze van de mens die Hij als vrij schepsel maakte niet te respecteren, als de mens zich tegen Gods genade blijft verzetten en het Evangelie blijft afwijzen? Een visie op de liefde van God die uiteindelijk al deze weerstand zou wegnemen, doet aan de realiteit van deze volgehouden menselijke keuze tegen God tekort.
En misschien de belangrijkste vraag: als Gods liefde tot iedereen uitgaat, ongeacht of iemand gelooft of niet, wat is dan de betekenis van Jezus Christus? Als de weg naar heil en eeuwig leven hoe dan ook voor ieder openligt, is moeilijk te plaatsen waarom God koos voor een weg die Zijn eigen Zoon voor ons allen aan het kruis bracht. De betekenis van Christus als de ultieme openbaring van Gods liefde en de verzoening door Zijn bloed als de enige weg tot behoud verdwijnen dan uit beeld. Over dat Evangelie zijn Johannes en Paulus het eens: zó houdt God van alle mensen.
De auteur is universitair hoofddocent Systematische Theologie. Hij schrijft dit artikel als lid van de gezamenlijke onderzoeksgroep Biblical Exegesis and Systematic Theology (BEST) van de Theologische Universiteiten in Apeldoorn en Kampen.