De Partij voor de Dieren was eerder deze maand naar de rechter gestapt. De partij noemde het „ongeoorloofde discriminatie” dat alleen zeventigplussers de mogelijkheid tot briefstemmen kregen. De PvdD vorderde om briefstemmen mogelijk te maken voor alle kiezers, in ieder geval dat niet alleen de risicogroep van kiezers van zeventig jaar en ouder, maar ook voor de risicogroep van mensen met onderliggende ziektes per brief kan stemmen. De voorzieningenrechter wees dat af.

Volgens de rechter is er met de huidige beperking geen sprake van ongeoorloofd onderscheid. De rechter wijst erop dat mensen jongeren dan zeventig jaar met onderliggende ziektes weliswaar ook als extra kwetsbaar voor het coronavirus worden aangemerkt, maar dat die groep, anders dan die van de zeventigplussers, moeilijk te identificeren is.

De PvdD bracht ook in dat zij meer dan andere partijen wordt benadeeld door deze beperking in het briefstemmen. „Bij keuzes over de vormgeving van de verkiezingsprocedure kan en moet de wetgever zich verre houden van wat de invloed daarvan is op het stemgedrag van de kiezer naar gelang de gepeilde of verwachte politieke voorkeur”, aldus de rechter.

Het is nog niet duidelijk of de PvdD in hoger beroep gaat. Als de partij haar zin zou krijgen, zou er een aanzienlijke kans zijn op uitstel van de verkiezingen.