Groen en geruisloos; deelscooter rukt op in straatbeeld
Elektrische deelscooters schieten als paddenstoelen uit de grond. Klachten over de foutgeparkeerde, blikvervuilende gemotoriseerde monsters ook. „Wat een aso’s.” Samen scooteren op stroom – hype of een blijvertje? Tijd voor een testrit.
Met een vaartje schiet de deelscooter van GO vooruit. Lekker fel. Pittiger dan gedacht van zo’n elektrisch ding. Linksaf, bocht om. Oh wacht, richting aangeven. Het scootertje snort door het verkeer.
Handig zo’n testritje voor de krant. Dwars door Apeldoorn, van huis naar redactie. Even een beeldscherm ophalen. Na máánden thuiswerken dreigen rugklachten door een verkeerde werkhouding.
Rechtdoor. Auto van rechts. Vriendelijk wuift de dame achter het stuur. „Gaat u maar.” Kijk, dat is het eerste voordeel van zo’n groene, geinige en geruisloze tweewieler.
De elektrische deelscooter rukt op in het straatbeeld, met name in de grote steden. Betalen per minuut. GO Sharing rekent 29 cent per minuut, felyx 30 cent. GO zet felgroene in, felyx donkergroene. ”GO”, roepen grote letters op de voor- en zijkant.
Het concept lijkt aan te slaan. Van Den Haag tot Enschede en van Groningen tot –straks– Maastricht snorren elektrische deelscooters rond. Ook in kleinere plaatsen als Ridderkerk, Oosterhout of Best.
Rotterdam kent zeven verschillende aanbieders van deelscooters of -fietsen: Baqme, Check, Donkey Republic, felyx, GO Sharing, Lime en Vaimoo. Keus genoeg. „Deelmobiliteit speelt een belangrijk rol bij een bereikbare, aantrekkelijke en gezonde stad”, zegt Rotterdam ronkend op z’n website.
Felyx (2000 scooters, in zes Nederlandse gemeenten, plus Brussel) is sinds 2017 actief met elektrische deelscooters. „Het eerste bedrijf in Nederland”, stelt woordvoerder Daan Wijnants. „En als pionier het slimste.” Felyx zet één type scooter in met twee snelheden: 25 en 45 km per uur.
GO Sharing (3500 scooters, in 25 gemeenten) is sinds september 2019 actief. De groeiplannen zijn onstuimig. „Binnen twee jaar willen we een landelijk dekkend systeem uitrollen”, zegt GO-manager Lloyd Drop. „Ook op het platteland. Alleen niet in gebieden met een bevolkingsdichtheid van nul komma nul. Daar werkt het niet.”
GO en felyx blikken beide naar het buitenland. „Duitsland, België, Frankrijk, Engeland”, zegt Drop. De GO-woordvoerder noemt de plannen ambitieus, maar realistisch. „Je moet groot durven dromen.” Felyx denkt aan Frankrijk en Duitsland. „Dit jaar al.”
Populariteit
De deelscooter dankt zijn populariteit aan z’n duurzaamheid, flexibiliteit en toegankelijkheid. GO zegt duurzame deelmobiliteit aan te bieden van iedereen, voor iedereen. Niet alleen om het autoverkeer in de stad af te remmen, maar ook met randgemeenten. Mensen kunnen flexibel van voordeur naar voordeur. „Wil iemand met het ov terug, dan kan dat ook.”
Ook felyx probeert weggebruikers vooral uit de auto te halen, niet uit de bus. De opzet is tijdens de coronacrisis niet helemaal gelukt. „Uit angst voor besmetting mijden veel mensen het ov en nemen de scooter.” Toch is woordvoerder Wijnants er niet rouwig om. „Mensen leren zo met deelmobiliteit om te gaan.”
Voordat een scooteraar op pad kan, moet hij even de nodige administratieve handelingen verrichten. Eerst aanmelden bij een GO-app, dan een selfie maken en een rijbewijs fotograferen. Selfie…?! Pfff, dat gaat wel erg ver. Maar vooruit, verder. Scooter in de buurt selecteren en reserveren. Vertrek binnen vijftien minuten.
De dichtstbijzijnde scooter –de FDX43P– staat op vier minuten lopen. Accu: 87 procent, goed voor 51 kilometer. Op de cockpit prijkt een QR-code. Even scannen en… Niks. Nog een keer. Scannen en… ja, starten. Misschien toch eerst even beter de instructie lezen?
Het is koud. En het miezert. Niet echt aangenaam voor een eerste kennismaking met een deelscooter. Handschoenen? Vergeten. Rijden met de wind door de haren maakt dan weer veel goed. Rechtsaf. Knipperlicht aan.
De ANWB juicht elektrische deelscooters toe. „Een mooi concept”, stelt woordvoerster Annelies Tichelaar. „Deelscooters zijn een goede aanvulling bij een reis van A naar B, vooral voor de laatste kilometers.” Zelf pakt ze in Den Haag weleens een felyx. „Leuke ervaring.”
Het gezamenlijk gebruik van vervoermiddelen voorziet in een behoefte. „Een deelscooter kan een mooie oplossing zijn voor jongeren die geen auto hebben en als aanvulling op het ov.”
Grote steden worden steeds zwaarder belast met autoverkeer. Hoe meer alternatieven weggebruikers hebben, hoe beter het volgens de ANWB is. „De deelscooter is daarbij een duurzaam alternatief.”
Klachten
Met de onstuimige groei van het aantal stroomscooters, stijgt ook het aantal klachten. Burgers ergeren zich groen en geel. Over foutgeparkeerde scooters, over vervuiling van het straatbeeld. Om over het rijgedrag van gebruikers nog maar te zwijgen.
B. J. van Werven beklaagt zich over de „aso-mentaliteit” van de scooterrijders. „Heb lui zien rijden over onbegaanbaar gebied over heuveltjes waar je normaal rustig je hond uitlaat”, zegt hij in een review op de GO-site. „Net gebeld dat er zomaar acht uur een scooter bijna midden op een drukke weg onverlicht geparkeerd is.”
Een ander wijst op de vervuiling van het straatbeeld. „Verschrikkelijk! Kom geregeld vier á vijf van die wanstaltige groene dingen dwars over de stoep tegen middenin onze woonwijk.”
De snelheidsmeter klimt naar de 15 mijl per uur. Wat? Lekker dan. Kennen die Chinezen geen km per uur? Minpuntje. Aah, kijk dan! Rechts op het trottoir staat nog een GO-scooter. Collega. Geeft toch een band. Ook al staat-ie een tikje scheef geparkeerd.
De aanbieders van deelscooters proberen overlast te voorkomen. Elke introductie gaat gepaard met klachten. „Mensen kennen het deelconcept nog niet”, legt Lloyd Drop van GO uit. Gebruikers weten ook niet precies hoe ze hun voertuig moeten parkeren. „Na verloop van tijd verdwijnen de meeste klachten vanzelf.”
Burgers kunnen een klachtenformulier –plus fotootje– over foutgeparkeerde scooters doorsturen naar de aanbieders. GO zet ”powerrangers” in. Deze medewerkers vervangen accu’s, maar zetten ook foutgeparkeerde voertuigen weer op het rechte pad.
Aanbieders en gemeenten moeten afspraken maken over de aanpak van klachten over bijvoorbeeld foutparkeren. „Een aanbieder moet daarop aanspreekbaar zijn”, benadrukt ANWB-woordvoerder Tichelaar. „Maar de gebruiker ook. Een scooteraar moet geen andere weggebuikers in de weg staan.”
Kritiek
Kritiek op vervuiling van het straatbeeld door her en der geparkeerde scooters deelt de ANWB niet. „Dat is een kwestie van wennen.” Om overlast te voorkomen, kunnen gemeenten bijvoorbeeld zorgen voor voldoende parkeerplekken.
Ergenis over slordig scootergebruik kan het concept uiteindelijk nekken, waarschuwt prof. Bert van Wee, hoogleraar transportbeleid van de TU Delft. „Gemeenten kunnen regels voor gebruik zo aanscherpen dat gebruik onaantrekkelijk wordt. Bovendien kunnen de kosten voor een scooterbedrijf te hoog worden om de overlast aan te pakken.”
Een bus passeert. Ook al elektrisch. Voelt goed, tegelijk duurzaam op pad. Weg van rechts. Een automobilist zwaait. „Gaat u maar voor.” Wat…?! Weer? Dankzij z’n felgroene, duurzame uitstraling? Wie zal het zeggen. Langzaam loopt de accumeter terug. Van 87 procent naar 84 procent na pakweg 4 of 5 kilometer.
Ongevaarlijk is de scooter op stroom niet, stelt Van Wee. „Elektrische scooters veroorzaken gemiddeld vaker ongelukken dan auto’s, gewone scooters of fietsen.” Vooral de geruisloze verplaatsing levert risico’s op. „Een overstekende voetganger wordt sneller door een stil, elektrisch vervoermiddel aangereden, omdat hij deze niet aan hoort komen.”
De hoogleraar transportbeleid ziet meer nadelen. Scooteraars scoren slechter op duurzaamheid en milieuvriendelijkheid dan voetgangers en fietsers. Een elektrische scooter vraagt bij de fabricage immers veel grondstoffen en energie, terwijl het gebruik ook elektriciteit kost. „Een aanbieders kan zeggen groene stroom te gebruiken, maar niet alle elektriciteit in Nederland is groen.”
De vergelijking tussen deelscooter en ov qua duurzaamheid is lastiger te maken. „Als een bus toch rijdt, is een scooter belastender voor het milieu dan een extra busreiziger. Moet een ov-bedrijf echter extra bussen inzetten, dan is een scooter juist minder belastend.”
Achilleshiel
De fabricage van elektrische scooters en accu’s vergt inderdaad veel elektriciteit en grondstoffen, erkennen GO en felyx. „De achilleshiel in duurzaamheid zijn de accu’s. Daar zijn veel schaarse, zware metalen voor nodig”, weet felyx-woordvoerder Wijnants.
Beide bedrijven zeggen hun best te doen zo duurzaam mogelijk te werken. „Wij proberen de gemiddelde levensduur van de accu zoveel mogelijk op te rekken”, zegt Wijnants. Het bedrijf studeert op mogelijkheden om afgedankte accu’s aan elkaar te koppelen om mobiel noodstroom te leveren.
GO maakt voor 100 procent gebruik van groene stroom, via een speciaal contract met energieleverancier Vattenfall, claimt GO-manager Drop. Bovendien leveren zonnepanelen op twee panden van GO Sharing groene stroom voor het opladen van batterijen.
Groen! Het verkeerslicht verspringt. Het eind van de rit komt in zicht. Parkeren voor de deur. Heerlijk. ’t Voelt goed, na wéken de sfeer van de krant weer eens op te snuiven.
Wacht, even de parkeermodus aanklikken. Parkeren kost 5 cent per minuut. Tjonge. Maar goed, het voorkomt dat iemand stiekem de scooter meeneemt. Geruststellende gedachte.
Ondank de nadelen zijn elektrische deelscooters een blijvertje, schat prof. Van Wee van de TU Delft in. „Ik verwacht dat mensen over tien jaar er nog altijd gebruik van maken.”
Vanzelfsprekend is dat niet. Veel nieuwe, innovatieve vervoersvormen slagen er uiteindelijk niet in te overleven. De ov-fiets is een van de weinige voorbeelden van een succesvolle, nieuwe vorm van vervoer.
Het succes van de deelscooter is volgens de vervoersdeskundige wellicht te verklaren uit het feit dat het concept gebruik maakt van bestaande techniek, gecombineerd met een eenvoudig gebruik via simpele apps.
Stroom mee
Bovendien heeft de scooter op stroom het tij mee, stelt Van Wee. De hoogleraar signaleert twee trends. „Onder jongeren neemt het autobezit en de status van de auto af. Tegelijkertijd is deelgebruik van producten een trend onder jongeren.”
Klopt, zeggen GO en felyx in koor. Het gezamenlijk gebruik past in een maatschappelijke shift van bezit naar gebruik. „Het deelgebruik van auto’s bestaat al langer, maar verschuift nu ook naar scooters, elektronica en gereedschap.”
Als jongeren wennen aan het gebruik van deelscooters zou het prof. Van Wee „niet verbazen” als zij later ook sneller en vaker gebruik maken van deelauto’s. „Gedragsverandering kunnen we in de wetenschap echter niet precies voorspellen.”
Met één druk op de knop komt de scooter tot leven. Beeldscherm voor thuiswerk onder de arm en karren maar. Veilig is anders, maar verantwoord is het net.
De eerste kennismakingsrit bevalt prima. Dan volgt op de iPhone het prijskaartje. Afstand: 13,9 kilometer. Tijd: 81 minuten (inclusief parkeertijd). Kosten: 10,73 euro. Da’s even schrikken. Enkele reis komt dat neer op 4,64 euro. Duurzaam betekent niet altijd spotgoedkoop.
Parkeren, opnieuw pal voor de deur. Dat is dan weer wel genieten.