Een Amerikaanse studie werpt nieuw licht op de duur van de immuniteit na een doorgemaakte corona-infectie. Het menselijk immuunsysteem blijkt het coronavirus zeker acht maanden te kunnen onthouden.
Ruim een jaar nadat het coronavirus in China opdook, zijn er nog altijd onopgeloste vragen. Een daarvan is: hoelang beschermt een coronabesmetting tegen een nieuwe infectie? De afgelopen maanden kwamen verschillende studies naar buiten die daar een steeds beter beeld van geven. Zo bleek eind november uit de zogeheten Pienter Coronastudie van het RIVM dat ruim 90 procent van de mensen zes maanden na een corona-infectie nog antistoffen in het bloed heeft.
Een nieuwe studie, die woensdag verscheen in het toptijdschrift Science, suggereert dat de bescherming wel acht maanden kan duren – of nog langer, maar dat is niet onderzocht.
Geheugencellen
De onderzoekers maten bij herstelde coronapatiënten niet alleen allerlei antistoffen in het bloed, maar ook andere onderdelen van het menselijke verdedigingssysteem: geheugencellen en verschillende types T- en B-cellen. „Een hele goede, integrale studie”, oordeelt de Wageningse immunoloog prof. Huub Savelkoul. „Niet eerder ben ik zo’n complete studie tegengekomen die alle relevante componenten van het immuunsysteem die betrokken zijn bij een corona-infectie in kaart heeft gebracht.”
Een variëteit aan coronapatiënten nam deel aan het onderzoek: van patiënten met geen tot ernstige klachten, en van zes dagen tot acht maanden na het ziek worden.
De onderzoekers deden een aantal opvallende bevindingen. Zo bleek de concentratie antistoffen in het bloed slechts heel langzaam te dalen. Vijf tot acht maanden na een infectie waren er nog veel zogenaamde IgG-antistoffen aanwezig, die voor de bescherming op de lange termijn zorgen. Het waren ook dit type antistoffen waarvan de Pienter Coronastudie vond dat ze sterker werden na verloop van tijd.
Antistoffen breken vrij snel af, zegt Savelkoul. „Blijkbaar maakt het lichaam lang na de infectie telkens weer nieuwe aan ter bescherming tegen corona.”
Patiënten die ernstige symptomen hadden, bleken meer IgG-antistoffen in het bloed te hebben. „Dat is een belangrijke vondst”, zegt de immunoloog. „We vermoedden al wel dat hoe ernstiger de coronaverschijnselen waren, hoe meer langdurig beschermende antistoffen dat op zou leveren. Deze studie bevestigt dat.”
Een ander type antistof (IgA), dat de eerste verdedigingslinie van het lichaam vormt, nam ook heel langzaam af. Na zeven maanden was gemiddeld nog de helft aanwezig. Dit is opvallend, omdat eerder onderzoek van bloedbank Sanquin juist een sterke afname van deze antistof liet zien.
Voor de productie van antistoffen zijn zogenaamde B-cellen van levensbelang, waaronder geheugen-B-cellen. Daar bleken er na acht maanden nog ongeveer evenveel van te zijn als kort na de infectie, ontdekten de Amerikaanse onderzoekers. „Dat is in lijn met de geringe afname van antistoffen”, zegt Savelkoul.
Dan zijn er nog de T-cellen, die een rol spelen bij het doden van geïnfecteerde lichaamscellen. Bij patiënten met milde klachten waren die na een tot twee maanden nog talrijk aanwezig. Zo niet voor patiënten die in het ziekenhuis moesten worden opgenomen: daar ontbraken ze vrijwel. „Frappant en bere-interessant”, vindt Savelkoul. „Het lijkt erop dat corona iets doet met de T-cellen, om te verhinderen dat die het virus bestrijden.”
Vitamine D
Vaccins zijn vooral gericht op het stimuleren van B-cellen en antistoffen, weet Savelkoul. „Die zijn nodig ter bescherming tegen een infectie. Maar als het virus toch weet binnen te dringen, heb je juist de T-cellen nodig.”
Een natuurlijke stof die de werking van T-cellen bevordert, is vitamine D. De immunoloog is daarom een groot voorstander van het slikken van de vitamine.
De Amerikaanse studie laat zien dat de meeste mensen acht maanden na een natuurlijke infectie waarschijnlijk nog beschermd zijn. Of dat ook geldt voor de beschermingsduur na een vaccinatie, is de vraag. Savelkoul denkt van wel. „Ik ga ervanuit dat je na een prik langdurig beschermd bent, en dat je dan niet het virus bij je kunt dragen en anderen kunt besmetten. Theoretisch is dat laatste niet uit te sluiten, maar die kans is heel klein.”
Wel is de hoogleraar bezorgd over de Britse coronavariant. Farmaceut Pfizer kwam vrijdagochtend echter met geruststellend nieuws: het vaccin beschermt ook tegen de Britse en de Zuid-Afrikaanse virusmutanten.