Binnen de gereformeerde gezindte groeide het besef dat het geloofsleven wordt gekleurd door de psyche. Mede daardoor kwam de reformatorische psycholoog op. Maar wat voegt die toe aan pastorale predikanten en ambtsdragers?
Ik kom er niet uit. Zo eindigde dr. Steef Post, eigenaar van een bureau voor coaching en mediation, een column in het RD over de verhouding tussen geloof en psychologie. Een deel van de christelijke hulpverleners beschouwt die als gescheiden velden. Anderen integreren beide terreinen. Volgens de stroming van de christelijke psychologie hadden mannen zoals Augustinus en Jonathan Edwards al een diep inzicht in de psyche. De Bijbelse counseling, populair in evangelische kringen, beschouwt alle gebrokenheid als gevolg van de zonde. Heling is alleen te verkrijgen in de weg van bekering en geloof.
Principieel voelt Post zich het meest thuis bij de laatste benadering, liet hij weten. Maar hoe geef je daar in de praktijk handen en voeten aan? Tijd voor een tweegesprek met de Gorinchemse coach en dr. Hanneke Schaap-Jonker, bijzonder hoogleraar klinische godsdienstpsychologie aan de Vrije Universiteit en rector van het Kennisinstituut christelijke ggz, onderdeel van Eleos en De Hoop ggz.
Hoe ziet u de relatie tussen geloof en psyche?
Post: „Door de opkomst van de psychologie zijn we de psyche meer als apart terrein gaan zien. De vraag of dat winst is, vind ik moeilijk te beantwoorden. De kennis van de psyche is enorm toegenomen, maar je kunt vraagtekens zetten bij de positieve invloed daarvan op het welbevinden van mensen.”
Schaap: „Het toegenomen zicht op de betekenis van de psyche waardeer ik positief. De Dordtse Leerregels spreken al over ons denken, voelen en willen, psychologische vermogens, maar in de achterliggende eeuw had een duidelijke professionalisering van de psychologie plaats.”
Post: „Met voor- én nadelen: het isoleren van de psyche ten koste van de mens in z’n totaliteit.”
Schaap: „Ook ik pleit voor een holistische benadering, maar het is winst dat we meer inzicht hebben gekregen in de relatie tussen psychische factoren en geloofsbeleving. Het kan voor mensen heel helpend zijn als een deskundige daarover uitleg geeft.”
Zijn psyche en geloof altijd zo duidelijk te scheiden?
Post: „Volgens mij niet. Ook bij problematiek met een sterk psychische kant mis je een belangrijke dimensie als je die los van God ziet.”
Schaap: „Dat is zeker waar. Alles wat ons in het leven overkomt, vraagt om een bepaalde respons. Daarin doen je psyche, je sociale context en je geloof mee. Die kun je niet scheiden; het is wel goed om ze te onderscheiden. Over veel zaken kun je het zowel met de pastor als de christelijke psycholoog hebben. Het verschil zit in de focus van het gesprek. Bij een hulpverlener is het eerste doel dat de klachten afnemen, of dat mensen er op een zinvolle manier mee leren leven. Een pastor is primair gericht op de vraag hoe je het leven met alles wat zich voordoet, leeft voor het aangezicht van God. In zo’n gesprek kan het ”Alzo spreekt de Heere” een plek hebben. Dat moet je als hulpverlener niet zeggen.”
Post: „De vraag is hoezeer je christelijke overtuiging je professionele bezig zijn mag beïnvloeden. Is dat alleen relatieversterkend –de wetenschap dat je uit dezelfde kring komt, geeft een vertrouwd gevoel– of bepaalt het christen-zijn ook de methodieken de je gebruikt?”
Schaap: „De overtuiging van een christenpsycholoog is bepalend voor zijn mensbeeld, wereldbeeld, visie op herstel en op zinvol leven. Je overtuiging stuurt ook de methodieken die je kiest en de wijze waarop je die verbindt met de geloofsbeleving van een cliënt.”
Post: „De vraag blijft dan wel of je als christenpsycholoog normatief kunt spreken. Mag je iets vinden van dat wat mensen voor zichzelf belangrijk vinden?”
Schaap: „Volgens mij wel, al zou ik dat doen in de vorm van vragen waardoor mensen gaan nadenken over keuzes die ze maken.”
Post: „Dat herken ik vanuit mijn werk als coach, maar misschien zijn we wel te bang om concreet te benoemen wat God in de Bijbel van ons vraagt.”
Vanwaar uw beduchtheid voor het integreren van geloof en psychologie?
Post: „Met een psychologische bril op kun je de Bijbel dingen laten zeggen die volgens mij helemaal niet zo bedoeld zijn. Neem de gedachte over het belang van zelfliefde op grond van de tekst: „Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf.” Op een andere plek staat dat mensen liefhebbers van zichzelf zullen zijn. Dat is bepaald niet positief bedoeld. Ik kijk liever vanuit de Bijbel naar de psychologie dan omgekeerd. Gods Woord is een vaste bron en norm; de inzichten over psychologie wisselen gestaag.”
Schaap: „Dat is een feit. En dan hebben we het alleen nog maar over de westerse wereld. De cultuur en de context spelen op allerlei manieren een rol in ons denken over de psyche.”
Post: „In onze samenleving is de psychologie in sterke mate gekaapt door de natuurwetenschappelijke benadering. Als je wilt weten wie de mens is en waartoe hij op aarde is, kom je behoorlijke teleurgesteld uit wanneer je psychologie gaat studeren.”
Schaap: „Dat zijn ook geen vragen die de psychologie kan beantwoorden.”
Post: „Ze gaan anders wel over de kern van ons mens-zijn. Wat is je bestemming? Hoe kom je tot je recht?”
Schaap: „Dat is zo. De huidige nadruk op autonomie en zelfontplooiing staat haaks op de Bijbelse boodschap. De gerichtheid op onszelf hoort in balans te zijn met de gerichtheid op God en de medemens. Daartoe zijn we geschapen. In het denken over de mens moet de theologie het eerste woord hebben. Van daaruit kun je binnen Bijbelse kaders tot een christelijke visie op autonomie en het ontwikkelen van je eigen persoon komen. Daar ligt een overlap tussen psychologie en theologie.”
Post: „Het maakt mij boos als zelfwaardering tot het hoogste goed wordt verheven. De prestatiedrang onder studenten, met de bijbehorende slachtofferrol als het niet lukt, is door de psychologie teweeggebracht. Veel psychische problemen zijn te wijten aan de gerichtheid op zichzelf.
Bij predikanten mis ik een heldere uitleg over de verdorvenheid van de mens. Wat bedoelt de Bijbel daarmee in relatie tot het feit dat de mens schepping van God blijft? Laatst verzekerde een predikant me dat een negatief zelfbeeld een positieve stap is op weg naar zondebesef, terwijl die twee níéts met elkaar te maken hebben. Je hoeft geen psychologie te hebben gestudeerd om dat te weten; je kunt het uit de Bijbel en de christelijke traditie opmaken. Maar wanneer gebeurt dat vanaf de kansel? Door gebrek aan deugdelijk onderwijs op dit punt worden mensen overgeleverd aan psychologen.”
Schaap: „Een christelijke psycholoog kan dan duidelijkheid verschaffen.”
Post: „Oké, maar als de geestelijke onbekwaamheid van de mens in de kerk niet goed wordt uitgelegd, kan dat tot psychologische problemen leiden die hun weerslag hebben op de wijze waarop mensen tegenover God staan.”
Waar zit uw aarzeling bij het toepassen van Bijbelse counseling in uw eigen praktijk?
Post: „Wanneer het passend is, lees ik soms iets voor uit de Bijbel, maar als coach ben je geen ambtsdrager. Die komt in opdracht van zijn Zender en spreekt namens God. Dat vind ik in mijn rol als coach lastig. Dan spreek ik niet vanuit het tegenover van het ambt, maar als mens tot mens.”
Schaap: „Misschien dat we ons in ons professioneel functioneren binnen de ggz te veel laten dicteren door richtlijnen van beroepsverenigingen en de eisen van zorgverzekeraars.”
Post: „Daar heb ik niet mee te maken. Mijn handelen wordt volledig bepaald door mijn beroepsopvatting en de vraag wat effectief is. Mensen zelf na laten denken, ook over dat wat de Bijbel zegt, werkt beter dan mijn eigen mening ventileren. Bovendien ben ik beducht voor het gebruik van het Woord om mijn professionele invloed te versterken.”
Wat voegt een christelijke psycholoog toe aan een pastor met kennis van zaken?
Schaap: „Ik mag hopen dat de eerste toch meer weet van psychologie.”
Post: „Hoe hoog leggen we de lat voor de pastor? In beginsel is pastoraat, net als opvoeding, iets van de Bijbel en van intuïtie. Ik ben beducht voor het psychisch etiketteren van mensen, waarna je vervolgens alleen nog ziet wat past bij het door jou geplakte etiket. Het zou vanzelfsprekend moeten zijn dat een pastor oog heeft voor de psychische veelkleurigheid.”
Schaap: „Iemand valt nooit samen met zijn problematiek. Wel kan kennis van die problematiek je helpen in het gesprek met de mens tegenover je.”
Post: „Het probleem is dat de marges van wat normaal heet, door alle diagnoses steeds smaller worden. Onlangs stelde iemand serieus de vraag of een timmerman nog wel ouderling met een pastorale taak kan zijn. Vandaag de dag wordt sterk de nadruk gelegd op gedocumenteerde kennis ten koste van intuïtieve kennis. Het gaat om wijsheid.”
U pleit vooral voor prediking en pastoraat die recht doen aan de gehele mens?
Post: „Daar heb je gelijk in. De Bijbelse boodschap over onze relatie tot God raakt ook de relatie met onszelf en onze medemens. Het feit dat psychologie zo dominant aanwezig is in onze maatschappij, vereist dat je als predikant aan deze aspecten aandacht besteedt vanuit het Woord.”
Schaap: „Eerder gaf je aan dat de Bijbel geen psychologie bevat.”
Post: „Je moet dus als dominee geen psychologie gaan preken. Geestelijk welzijn hoeft niet samen te gaan met psychisch en sociaal welbevinden. Een gesprek zoals dit heeft te maken met onze moderne westerse cultuur, waarin het individu en het streven naar happiness centraal staan. Opvallend bij de Russisch-Duitse baptisten vind ik hun denken vanuit God en de gemeenschap. Dan vallen veel vragen over wie je zelf bent weg. Hoe meer we ons onderdompelen in Gods Woord, hoe minder we gehinderd worden door de tijdgeest.”