Geredde vissers: We krijgen er genadetijd bij
Oudejaarsdag 2020. Kerken herdenken de overledenen uit dit bewogen jaar. In Urk is het ook dankdag voor de visserij. De afgelopen weken vergingen twee kotters, een derde schip was in nood. Alle tien opvarenden zijn gered. Twee van hen kijken terug, in het besef dat hún namen deze avond níet worden afgelezen.
Klaas Jelle Romkes (45) voer op de UK 160 ”Riemda”, die woensdag 23 december zonk in het Kanaal, voor de Franse kust. Herman Romkes (22) –geen directe familie– is mede-eigenaar van de UK 171 ”Spes Salutis”, die twee weken eerder omsloeg ten noorden van Schiermonnikoog. Beiden lagen, met de andere bemanningsleden, enige tijd in zee, de dood voor ogen. Ze werden op tijd gevonden door collega’s die in de buurt aan het vissen waren.
Dankdag is voor de twee vissers dit jaar heel bijzonder. Ze zijn ervan overtuigd dat God hen op wonderlijke wijze bewaard heeft. „Hij heeft mij met Zijn hand naar ons reddingsvlot geduwd en daarna de TH 10 (Zeeuwse kotter, TR) naar ons toegestuurd”, zegt Herman. Klaas Jelle: „Ik heb er genadetijd bij gekregen.”
Toen Herman maandag 7 december naar zee ging, was zijn vrouw ongerust. Ze had de documentaire over de UK 165 ”Lummetje” gezien. Dat schip verging eind 2019 bij Texel. De twee opvarenden verdronken. „Ik zei tegen haar: „Daar moet je niet aan denken.” Ik vertrouwde op onze sterke kotter.” Hij kuste zijn vrouw ”genacht”, zoals elke week. „Mijn verstand zegt dat het de laatste keer kan zijn. Toch stap ik niet met zo’n gevoel aan boord. Je schuift dat van je af.”
Klaas Jelle heeft dezelfde ervaring. „Jochem Foppen, schipper van de UK 165, zat in onze vriendengroep. Maar ik dacht: Zoiets zal ons toch niet overkomen?”
De kerstdagen beleefde Klaas Jelle de afgelopen week intensiever dan vroeger. „Het kwam op me af dat Hij voor ons naar deze aarde gekomen is. Toen onze kotter slagzij maakte, stond ik in de kombuis eten te koken. Ik zong mee met een kerst-cd: Het volk dat in duisternis wandelt, zal een groot licht zien. Maar mijn geloofsleven was ingezakt. Aan boord las ik in De Heilige Oorlog van Bunyan. Ik was blijven steken bij de verovering van de stad Mensziel door vorst Immanuël. Bidden deed ik niet meer. Nu ben ik daar weer mee begonnen.”Vaak denkt Klaas Jelle aan het lied ”De Avondzang” van mannenkoor Eiland Urk. „Dat eindigt met de oproep: Bent u bereid…” Herman vult aan: „…voor de eeuwigheid? Ik luister daar ook vaak naar.”
Klaas Jelle: „Maar ik was niet bereid. En nog niet, denk ik. Vanuit mezelf kan ik daar niet toe komen. Daar heb ik de hulp van de Heilige Geest bij nodig.”
Herman, die dit jaar geloofsbelijdenis deed, denkt aan zijn oom Bert Woort, die in 2015 omkwam bij de ramp met de Z 85 ”Morgenster”. „Hij was erg met het geloof bezig. Hij stuurde bemoedigingen naar zijn vrouw, met de boodschap om op God te vertrouwen. Het is alsof hij aanvoelde wat er gebeuren zou. Ik heb toen gezien hoeveel verdriet het omkomen van een visser met zich meebrengt. Zijn jongste zoon praat altijd over zijn vader. Ik denk wel eens: zal ons zoontje ook eens zonder vader moeten opgroeien?”Klaas Jelle denkt sinds zijn redding vaak aan zijn jeugdvriend Kees Korf, die op 19-jarige leeftijd op zee is gebleven. Toch is hij rustig onder wat hem is overkomen. Hij is vast van plan in het nieuwe jaar weer naar zee te gaan.
„De klap komt nog wel”, waarschuwt Herman. Zijn ervaring is dat de verwerking pas na een paar weken begint. Vaak heeft hij nachtmerries. „Dan komt het weer boven. Nee, ik ben van plan een halfjaar aan wal te blijven. Misschien moet ik wel een tijdje ander werk doen. Terug naar zee kan ik altijd nog.”