Prof. dr. M.J. de Vries: Geef de Bijbel door
Geef de Bijbel gerust aan mensen die Gods Woord niet kennen, maar zorg er dan wel voor dat dit uitgelegd wordt, zei prof. dr. M.J. de Vries woensdagmiddag in Woudenberg.
De bijzonder hoogleraar christelijke filosofie en techniekonderwijs aan de Technische Universiteit Delft en Eerste Kamerlid voor de SGP sprak tijdens een studiedag die was georganiseerd door de Gereformeerde Bond binnen de Protestantse Kerk in Nederland. De bijeenkomst in kerkelijk centrum Eben-Haëzer te Woudenberg trok ongeveer honderd belangstellenden. Het thema was ”De sprekende God?!”
Prof. dr. De Vries merkte op dat er vaak allerlei argumenten worden genoemd om het bestaan en de stem van God aannemelijk te maken, bijvoorbeeld door middel van de natuur en de geschiedenis, door verstandelijk redeneren en door te kijken naar de grote verscheidenheid aan godsdiensten. Dat is onvoldoende, vindt hij. „Alle stemmen leiden een eindweegs, maar uiteindelijk kun je het spreken van God alleen maar in de Schrift horen.”
„Uiteindelijk kun je het spreken van God alleen maar in de Schrift horen” - Prof. dr. M.J. de Vries, Eerste Kamerlid SGP
Hij noemde dat spreken van God in de Schrift betrouwbaar. „Het geheim ervan ligt in de relatie met God, die gewerkt is door de Heilige Geest. Het vraagt van ons een goede luisterhouding.”
De hoogleraar is van mening dat je niet te snel moet zeggen dat je zoekers van buiten de kerk het Woord van God maar niet moet geven. „God kan het zegenen, maar ga er wel naast zitten om het uit te leggen.”
Schoorsteenveger
Daarvan getuigde de tweede spreker, ds. K. Hak, predikant van de hervormde gemeente in Groot-Ammers. Hij vertelde dat hij onlangs een schoorsteenveger die bij hem gewerkt had een Bijbel had gegeven. „De man wilde de Bijbel graag hebben, ook al was hij niet betrokken bij een kerk. Hij zei dat hij de Bijbel ging lezen en dat hij wilde nadenken over het christelijk geloof.”
Ds. Hak sprak over zijn eigen leven. Hij vertelde dat hij als jongere niets meer met God te maken wilde hebben, vooral omdat hij in zijn jeugd weinig zag van de liefde tot Jezus. „Ik gaf er de brui aan. Mijn ouders hadden me afgeschreven.”
Zijn leven veranderde. „God kwam in mijn leven, op de fiets naar mijn werk. Ik kan er ook niets aan doen. Hij overweldigde me. Toen ging ik de Bijbel lezen. Ik verstond Gods Woord niet, tot de Heilige Geest het raster weghaalde.”
Maar ook daarna paste hij Gods Woord nog weleens verkeerd toe. Zijn meisje maakte de verkering uit. „Ik ging bidden en dacht dat ik haar terugkreeg, maar ze kreeg verkering met iemand anders, met wie ze getrouwd is. Ik verstond Gods stem niet.”
„Mijn broer, die niets van God wilde weten, ging één keer mee naar de kerk; daar greep de Heere hem direct in zijn hart” - Ds. K. Hak, predikant hervormd Groot-Ammers
Iets soortgelijks was het geval met zijn roeping als dienaar des Woords. Hij ging naar China omdat hij dacht dat God zijn weg daarheen leidde. „Gods stem kwam daar tot me: „Wat doe jij hier?” Hij heeft me teruggestuurd naar Nederland. Ik heb geleerd om te toetsen. Dat heeft me bewaard voor verkeerde wegen.”
Aan het eind van zijn toespraak zei ds. Hak: „Wees niet bang om anderen mee te nemen naar een plaats waar Gods Woord klinkt. Mijn broer, die niets van God wilde weten, ging één keer mee naar de kerk. Daar greep de Heere hem direct in zijn hart. Hij getuigt nu op allerlei plaatsen.”
Moeilijke teksten
Op de vraag hoe om te gaan met moeilijke teksten, gaf prof. dr. B.J.G. Reitsma, hoogleraar kerk en theologie aan de Protestantse Theologische Universiteit, een antwoord. Dat deed hij aan de hand van 2 Koningen 2:23-24. Daar werd Elisa uitgescholden, waarop twee beren uit het bos kwamen die 42 „kleine jongens” verscheurden.
Prof. dr. Reitsma stelde dat het niet ging om „kleine jongens. Hetzelfde Hebreeuwse woord wordt voor Jozef gebruikt als hij weggevoerd wordt, en voor soldaten van koning David. Het gaat waarschijnlijk om leerlingen van een profetenschool in Bethel, de plaats van afgoderij, die Elisa hebben herkend aan de mantel van Elia. Wat ze zeiden betekende zoiets als: „Verdwijn, ga Elia achterna.””
Prof. dr. Reitsma gaf aan dat het hier vooral ging om het afwijzen van het profetenwoord en dus het Woord van God. „Wat hier gebeurde was de ultieme consequentie van het niet willen luisteren naar het Woord van God.”