Duitse kerk in zwaar weer
Elf jaar werd er gebouwd aan de kerk, die was bedoeld als de protestantse evenknie van de Sint-Pieter in Rome. Zware bombardementen van de geallieerden in de Tweede Wereldoorlog verwoestten de Dom van Berlijn in enkele nachten.
Massief, overweldigend en naar calvinistische maatstaven een beetje protserig. De Berliner Dom, gelegen in het centrum én het voormalige oostelijke deel van de stad, is in ieder geval een kerk waar de bezoeker letterlijk en figuurlijk niet overheen en omheen kan kijken.
Wie de buitenkant van het bouwwerk in zich op wil nemen, doet er goed aan eerst even in de voor de kerk gelegen Lustgarten een rustig plekje te zoeken en alleen maar te kijken. Naar de kerk die in de tijd dat dit stadsdeel tot de DDR behoorde meerdere malen ternauwernood aan volledige sloop is ontsnapt. Want de communistische machthebbers hadden het niet zo op het christendom.
Maar de ruïne bleef en werd in de loop van vele jaren gerestaureerd. Een sobere herbouw was het, dat wel. Pas na de vereniging van Oost- en West-Duitsland, begin jaren negentig, kon de volledig gerestaureerde kerk weer in gebruik worden genomen. Nu als hoofdkerk van de hoofdstad van het verenigde Duitsland, waaruit je zou kunnen concluderen dat de kerk de tijd van de DDR simpelweg heeft overgeslagen. Dat klopt overigens niet helemaal, omdat de kerk eerder alweer voor een deel in gebruik was. Maar het is toch een bijzondere gedachte, omdat in de DDR het atheïsme zo ongeveer de staatsgodsdienst was. Symboliek is in Berlijn nooit ver weg.
Binnen in de kerk, die overigens nog geen 1700 zitplaatsen telt, is aan veel details te zien dat het gebouw niet alleen een tegenhanger van Rome moest worden, maar ook een symbool werd voor het samengaan van luthersen en gereformeerden in de Evangelische Kerk in Duitsland (EKD). Dat gebeurde uiteindelijk in 1945, nu 75 jaar geleden (zie kader ”Duitse kerk in zeven mijlpalen”). Zo zijn er in de Domkirche beelden te zien van de reformatoren Luther, Calvijn, Melanchthon en Zwingli. Het altaar is een combinatie van een luthers altaarblok en een reformatorische avondmaalstafel.
Ook het immense Sauer-orgel met z’n 7269 pijpen en de grote koepel trekken de aandacht. Midden in de koepel bevindt zich een venster waarin een duif is afgebeeld, teken van de Heilige Geest. Beelden van de vier evangelisten sieren de pilaren die de koepel ‘dragen’.
Corona-uitbraak
Dompredikant Thomas C. Müller ziet zijn kerk als een „baken van het Evangelie” in een sterk geseculariseerde omgeving. „Het kloppend hart van de Dom zijn de zondagse diensten die –voor de corona-uitbraak– door honderden mensen werden bezocht. We proberen onze diensten zo in te richten dat ze ook interessant zijn voor degenen die niet tot een kerk behoren. Dat lukt door een uitgebalanceerde liturgie en een preek die niet alleen Schriftuurlijk is, maar ook ingaat op de problemen van deze tijd.”
In speciale themaweken staan belangrijke maatschappelijke vragen centraal. Het onderwerp voor 2020 was ”Nederigheid – wat houdt ons tegen?” Ds. Müller: „Dit jaarthema kozen we voordat de pandemie begon.” Met gevoel voor understatement: „Een passend onderwerp, zo bleek.”
De Domgemeente is dan ook zwaar getroffen door de coronacrisis. Normaal brengen ieder jaar honderdduizenden mensen een bezoek aan de kerk, maar velen blijven nu thuis. „Daardoor missen we 90 procent van onze inkomsten. We maken dramatische tijden mee.”
Dode takken
De Berliner Dom is een van de beeldbepalende kerken binnen de 75-jarige Evangelische Kerk in Duitsland. Voor ”Domprediger” Müller is dat jubileum echter geen reden om „uitbundig” feest te vieren, zegt hij. „Dit is eerder het moment om na te denken over hoe we de sterke daling van het aantal leden van de EKD kunnen stoppen. Die is dramatisch.”
Even later zegt Müller: „De toekomst van de kerk is verzekerd door de belofte van God. Maar de vorm zal moeten veranderen. Er zijn heel veel mensen op zoek naar zingeving, zelfs naar God. Als we de diepten van onze eigen overtuigingen herontdekken, kunnen we deze mensen iets bieden. Het zou in de kerk minder om haarzelf moeten draaien. De pandemie heeft aangetoond dat er in de kerk veel levende takken zijn die kunnen bloeien en groeien. Maar er zijn ook veel dode takken waar je uiteindelijk afscheid van moet nemen. Maar de kerk –in welke vorm dan ook– zal in leven blijven. Omdat God leeft.”