Je zal maar in de schoenen van Joe Biden staan. Maandenlang roepen dat Amerikanen op je moeten stemmen om Donald Trump weg te krijgen. Alles beter dan de zittende Republikeinse president, was zo’n beetje de belangrijkste boodschap van de verkiezingscampagne van de Democraat.
En dan is het eindelijk zover: je wint de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Tenminste, dat is inmiddels toch wel de heersende overtuiging. Er moet alleen nog een aantal kleine hobbels worden genomen. Er is nog geen federaal geld beschikbaar gesteld om de machtsoverdracht te financieren. Het Witte Huis deelt nog geen cruciale informatie van de inlichtingendiensten over de nationale veiligheid. En evenmin over de verspreiding van Covid-19, zodat Biden nog niet serieus werk kan maken om een deugdelijke strategie voor de aanpak van het coronavirus op te zetten.
En er lopen nog wat rechtszaken die misschien nog een ander licht op de uitslag van de stembusgang kunnen werpen.
Maar dat valt allemaal in het niet bij de grote opdracht die voor Joe Biden wenkt: het Amerikaanse volk verenigen, de leidende rol van de Verenigde Staten in de wereld herstellen, opkomen voor de zwakken in de samenleving. En vooral: laten zien dat alles beter wordt zonder Trump.
Dat mag het goed doen als verkiezingspraat, maar het is de vraag of het ook realistisch is. Het doet toch een beetje denken aan 2008, toen Barack Obama de Amerikaanse presidentsverkiezingen won. Hij werd in de Verenigde Staten en daarbuiten door velen –letterlijk– als „messias” afgeschilderd. Alles beter dan de conservatieve Republikein George W. Bush, was het devies.
Acht jaar Obama hebben geleerd dat het koesteren van zulke hooggespannen verwachtingen van een nieuwe president zelden in gelijke mate wordt beloond. Vanzelfsprekend lag dat zeker niet aan Obama of zijn beleid alleen. Hij wist zich evengoed beperkt door interne politieke verhoudingen en ontwikkelingen in de wereld die ook een Amerikaanse president niet naar zijn hand kan zetten.
Het is de maar de vraag of de grote schare Biden-fans zich dat in voldoende mate realiseert. De euforie over de verkiezingsnederlaag van Trump is zo groot, dat het zicht op de werkelijkheid daardoor toch enigszins lijkt te worden vertroebeld.
Dat geldt overigens ook in het buitenland, waar de voorspellingen over het positieve effect van de winst van Biden over elkaar heen buitelen.
Nog afgezien van de gegronde vrees onder behoudende christenen dat Biden een forse impuls aan het doorzetten van een liberale ethische agenda in eigen land zal geven, is het een illusie te denken dat deze president dé garantie voor betere verhoudingen in de wereld is. Daar is wel iets meer voor nodig dan een overwinning op Donald Trump.