Opinie

Evangelisch mensbeeld is structureel te optimistisch

Reformatorischen en evangelischen kunnen in de seculiere maatschappij niet meer zonder elkaar, zo betoogde dr. Miriam Staal-Cuppen (RD 13-10). Haar overtuiging is begrijpelijk. Toch valt er meer over de verhouding reformatorisch en evangelisch te zeggen, reageert ds. J. M. D. de Heer.

Ds. J. M. D. de Heer
23 October 2018 15:15Gewijzigd op 17 November 2020 04:50
„De evangelische accenten bevorderen gemakkelijk een verstandelijk geloof, waarin de doorleving van eigen verlorenheid ontbreekt. Waar is het onuitsprekelijke wonder dat de Heilige Geest het geloof werkt en zó een zondaar aan Christus verbindt, tegen de k
„De evangelische accenten bevorderen gemakkelijk een verstandelijk geloof, waarin de doorleving van eigen verlorenheid ontbreekt. Waar is het onuitsprekelijke wonder dat de Heilige Geest het geloof werkt en zó een zondaar aan Christus verbindt, tegen de k

Het christelijke getuigenis heeft toch meer kracht als reformatorischen en evangelischen samen optrekken dan wanneer ze elkaar bestrijden? De vraag herken ik. Kort voor de publicatie van mijn boek ”De evangelische beweging”, in 2009, heb ik mezelf die vraag ook gesteld. In het woord vooraf wees ik op het negatieve beeld van veel jongeren van het christelijk geloof. „Moeten we in zo’n tijd de handen niet ineenslaan om als christenen een positieve uitstraling te geven naar de wereld? Als christenen elkaar bekritiseren, blijkt dat ze onderling verdeeld zijn. Dan gaat er weinig van hen uit.”

Toch verscheen het boek, met een kritische houding ten opzichte van de evangelische beweging. Ik heb dat als volgt verantwoord: „De eeuwen door hebben christenen de roeping gehad om het Woord aan de wereld door te geven en voor te leven. Dat weerhield hen er niet van om ook binnen de kerken te waken en zo nodig te strijden voor de zuiverheid van de leer. We zien dit bijvoorbeeld in de tijd van het Nieuwe Testament, in de Vroege Kerk en in de tijd van Reformatie en Nadere Reformatie.”

Zeer divers

Maar, zo is de vervolgvraag, zijn de verschillen tussen evangelisch en reformatorisch niet te klein om erover te blijven discussiëren? Dr. Staal schrijft dat ze meer ziet wat zou moeten verbinden dan wat zou kunnen scheiden.

Dat de evangelische beweging bovendien zeer divers is, ben ik in de ruim twintig jaar dat ik me met het thema reformatorisch en evangelisch bezighoud duidelijk gaan zien. Inderdaad zijn er (vaak kleinere) evangelische gemeenten die een meer behoudend karakter hebben dan gemeenten als DoorBrekers, Jong en Vrij en Mozaïek0318. Toch vond ik het een verantwoorde keuze dat de redactie van deze krant zich richtte op deze moderne en snelgroeiende gemeenten. Deze timmeren nu eenmaal het meest aan de weg en trekken veel reformatorische kerkleden.

De onderlinge verschillen in de evangelische beweging verhinderen echter niet om iets zinnigs te zeggen over de evangelische theologie en geloofsbeweging. Onlangs deed ik een onderzoekje naar de wijze waarop negen evangelische gemeenten in Dordrecht zich door middel van hun website presenteren. Zo’n dwarsdoorsnede kan behoeden voor een eenzijdig beeld. Zeker, ik kwam verschillen tegen, maar vooral opvallende overeenkomsten die te maken hebben met de typisch evangelische identiteit.

Dubbele dwaling

Het is positief als dr. Staal kan stellen dat evangelische kerken vasthouden aan „alleen door genade, alleen op grond van kruis en opstanding van Christus, alleen door het Woord van God, alleen door geloof kan een mens behouden worden.” Echter, daarmee is niet alles gezegd. Met bovenstaande mooie zinnen kun je ook een kant op die beslist tekortdoet aan het geheel van de Bijbelse boodschap. Immers, voor wie stierf Christus? Hoe wordt Zijn kruisoffer het deel van de zondige mens? Deze vragen zijn op een fundamentele manier doordacht tijdens de Synode van Dordrecht van 1618-1619. De remonstranten werden de deur gewezen, onder meer om hun leer van de algemene verzoening en de vrije wil. En juist deze twee punten kom je steeds maar weer tegen in de evangelische beweging.

Dit wil ik illustreren met het zondaarsgebed waar dr. Staal naar wijst als een voorbeeld van het „belijden met de mond.” Juist tegen dit zondaarsgebed zijn fundamentele bezwaren in te brengen. Het zondaarsgebed, vaak gevolgd door de (over)doop, gaat terug op de dubbele dwaling van de algemene verzoening en de vrije wil. De doop geldt dan als een „schitterend teken dat God aan ons heeft gegeven om aan te tonen dat we Jezus willen volgen”, aldus een Dordtse evangelische gemeente.

Hoe evangelische christenen hun doop voor zichzelf beleven, daar blijven we van af. We oordelen niet over personen. Maar de evangelische accenten bevorderen wel gemakkelijk een verstandelijk geloof waarin de doorleving van eigen verlorenheid gemakkelijk ontbreekt. Het geloof in de Heere Jezus wordt dan de beslissing die de mens neemt. Waar is het onuitsprekelijke wonder dat de Heilige Geest het geloof werkt en zó een zondaar aan Christus verbindt, tegen de keuzes van de mens in? Dit zijn geen accentverschillen.

Zondige natuur

In het artikel van dr. Staal lees ik: „In tegenstelling tot wat ds. De Heer beweert, zijn bekering van zonde en levensheiliging cruciaal in de leer van de evangelische kerken.” Ik erken dat het breken met de zonde in evangelische kerken belangrijk is. Toch plaats ik een kanttekening. In de evangelische beweging wordt de zonde doorgaans te weinig gepeild tot in de diepte van onze zondeval in Adam. Vaak blijft het spreken over zonde beperkt tot concrete fouten, eigenschappen of misstappen. Natuurlijk moet het daarover gaan. Maar het probleem van de zonde zit veel dieper.

In gunstige gevallen lees ik in evangelische publicaties de erkenning dat we een zondige natuur hebben. Maar dit lijkt vergeten te zijn als de oproep tot bekering tot de mens komt. Dan lijkt diezelfde mens in staat te zijn die oproep te beantwoorden. Het mensbeeld is structureel te optimistisch.

Ethiek

Op het gebied van de medische ethiek en de huwelijksethiek vaart de evangelische beweging inderdaad doorgaans een conservatieve koers. Dat waarderen we! Maar de ethiek is breder dan deze thema’s. Daar hoort ook de concrete invulling van de (hele) zondag als rustdag bij. En ook schrik ik van de brede acceptatie van bijvoorbeeld topsport onder evangelischen. Topsport en geloof zijn een duo waarover vaak op een positieve wijze wordt geschreven.

De acceptatie van moderne muzieksoorten gaat naar mijn overtuiging veel te ver. Waarom toch al die bands in evangelische (en in toenemende mate in reformatorische) kerken? Mag het niet een tikje gewoner? En levensstijl heeft toch ook in 2018 te maken met zaken als kleding (voor man en vrouw), sieraden, tatoeages, make-up enzovoort? Is het probleem niet dat we graag meedoen met de wereld? We zijn aan het seculariseren. Wij allemaal! Die neiging zit ook in mijn hart. Ze moet worden bestreden met de geestelijke wapenrusting. Anders gaan we gezamenlijk onder in de wereld die zich van God afkeert.

We hebben de afsterving van de oude mens nodig, zoals de Heidelbergse Catechismus daarover schrijft in zondag 33. Dat is een levenslange stervensweg, waarin de mens wordt afgebroken. Opdat op de puinhopen van ons bestaan Gods genade in Christus wordt verheerlijkt. Wanneer er op dat fundament eenheid is, dán kunnen we meer samen optrekken, ook bij accentverschillen.

De auteur is predikant van de gereformeerde gemeente te Middelburg-Centrum. Hij promoveerde op 1 oktober op de opinievorming over de verhouding tussen reformatorisch en evangelisch.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer