Opinie

Gereformeerd óf evangelisch: vermenging is onaanvaardbaar

Het betoog van dr. Miriam Staal-Cuppen dat reformatorischen en evangelischen niet meer zonder elkaar kunnen, is praktisch maar niet theologisch gestructureerd. En daarom onverantwoord, reageert dr. C. A. van der Sluijs.

Dr. C. A. van der Sluijs
18 October 2018 11:17Gewijzigd op 17 November 2020 04:49
„Het zwaartepunt moet ook vandaag liggen bij het ”in Christus zijn”, bij de rechtvaardiging van de goddeloze.” beeld iStock
„Het zwaartepunt moet ook vandaag liggen bij het ”in Christus zijn”, bij de rechtvaardiging van de goddeloze.” beeld iStock

Luther heeft gezegd: „De leer van de rechtvaardiging door het geloof is het artikel waarmee de Kerk staat of valt.” En Calvijn voerde in zijn theologie het adagium: ”simul iustus et peccator” (tegelijk rechtvaardige en tegelijk zondaar). Door deze focus op de rechtvaardiging valt bij de Reformatie het accent op het werk van Christus. Die is bepalend voor het werk van de Geest. Theologisch geformuleerd: de christologie bepaalt de pneumatologie.

In evangelische kring ligt dat anders. Daar klinkt de kritiek dat er sinds Augustinus al te weinig ruimte is voor de eigenheid van de Heilige Geest en Zijn werk. Dat leidde tot een nieuwe oriëntatie hierop. Miriam Staal-Cuppen gaat in haar lekenschets van de evangelische gezindte (RD 13-10) daar aan voorbij. Terwijl op dit punt de opvatting van de evangelischen strijdt met de leer van de Reformatie. Deze nieuwe oriëntatie leidt bij evangelischen ertoe dat men het werk van de Heilige Geest laat heersen over het werk van Christus. Dat leidt tot een overspannen aandacht voor de heiliging ten koste van de rechtvaardiging. Het werk van de Geest is echter geen moment los verkrijgbaar van Christus’ werk. Waar de Reformatie vandaag niet verstaan wordt, daar zoekt men compensatie in de heiliging. In feite is dit gewoon rooms of dopers.

Niet aanvullen

De evangelische beweging behoeft de Reformatie niet aan te vullen. Wat zij aan waardevols zou hebben, is in de Reformatie allang gegeven en evenwichtig geïntegreerd. Het is het evangelische of protestantse vlees dat steeds maar weer vooruit wil, dan wel zo veel mogelijk progressie of vooruitgang wil maken in een zogenaamde heiliging, die de eigenlijke rechtvaardiging nooit wezenlijk gekend of zelfs maar vérkend heeft. Daarom is de huidige openheid van gereformeerde zijde voor de evangelischen onterecht.

God brengt Zijn Kerk bij áf, en wel voortdurend. Genade zal genade zijn en blijven! En alleen door het geloof zullen we daarbij blijven! Dat houdt ons aan de grond dan wel op het fundament waarop de Kerk alleen maar kan staan. Luther stelt dat we altijd weer opnieuw moeten beginnen. Dit is niet naar ons vlees, maar wel naar de Geest!

Ervaring

De bredere achtergrond bij de huidige aandacht voor de Geest is de vraag of God in het heden te ervaren is. De kruistheologie, die Christus’ kruiswerk centraal stelt, zou op die vraag geen antwoord hebben. Dit is een cruciale vergissing, want dat heeft zij wél. De Heilige Geest staat inderdaad voor ervaarbaarheid van God in het heden, jawel, maar dan de Geest, zoals deze uitgaat van de Vader en van de Zoon. En daarmee blijft de pneumatologie of de leer van de Geest staan onder de beheersing van de christologie ofwel de leer aangaande Christus.

In de praktijk komt het erop neer dat men in onze gemeenten momenteel wellicht te vaak doorslaat naar de emotie als uiting van onder meer een postmodern levensgevoel. Ik waag het erop te stellen dat het emotionele dan alleen maar moet verdoezelen dat er wellicht weinig of geen kennis van Christus is.

Het zwaartepunt moet ook vandaag liggen bij het ”in Christus zijn”, bij de rechtvaardiging van de goddeloze. Van daaruit bloeit de rijkdom van Pinksteren op. We behoeven daarbij geen expliciete aandacht voor de gaven van de Geest om de groei, de vrucht en het wonen van de Geest in ons aan de orde te stellen, zoals bij de evangelischen gebeurt. Dat theologische gereedschap hebben we al onder de noemer van de toepassing van het heil (”ordo salutis”).

Doen we dit wel, dan grijpen we vooruit op de toekomst van Christus. De Reformatie leerde het ”reeds wel” en ”nog niet” en een navenant „klein beginsel van de nieuwe gehoorzaamheid.” Groei van de vruchten van de Geest mag verwacht worden, niet voor wie de Geest de ruimte geven naar evangelisch begrip, maar voor wie opwast in de genade en kennis van onze Heere Jezus Christus (vgl. 2 Petr. 3:18).

Gods leven gevende tegenwoordigheid nodigt ons niet uit onze in Christus verworven vrijheid te ontdekken, te exploreren en te concretiseren. Deze vrijheid krijgt al als vanzelf haar beslag uit genade en door het geloof. Alle doperse activisme in dezen is letterlijk uit den boze. Als men vandaag verder wil of méér wil, dan is dat iemands eigen keuze (wellicht in de dubbele zin van het woord), maar dan moet men wél zo eerlijk zijn te erkennen dat men dan de grenzen die de Reformatie stelde, overschrijdt.

Desastreuze desoriëntatie

Ik acht daarom de huidige pneumatologische heroriëntatie in wezen een desastreuze desoriëntatie. Ik citeer uit het proefschrift van J. M. D. de Heer, ”Spiegel & spanningsbron”: „Prof. dr. C. van der Kooi (VU) pleit daarom voor „een open orthodoxie”, waarin het „tekort van de gereformeerde traditie erkend wordt en waarin wordt gezocht naar integratie van deze elementen van het werk van de Geest”” (blz. 91). Dit noem ik een subtiel terugbuigen naar het doperdom!

Gereformeerd óf evangelisch: dit óf dat! Een vermenging van die beide is onaanvaardbaar, want zij is wezenlijk onmogelijk vanuit de geschiedenis van de kerk op grond van de Schriften.

De auteur is hervormd emeritus predikant in de Protestantse Kerk Nederland.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer