Een hoekje in het collectieve geheugen
De koeriers drijven hun paarden tot het uiterste. Met de brieven in de zadeltassen of verstopt onder hun wambuis snellen de vredesruiters over de zandwegen van Münster naar Osnabrück en terug. De Spaanse onderhandelaars houden niet van wachten. De Nederlandse nog minder. Ze hebben allemaal haast; vrede moet er komen. Opschieten. Het is bijna 1648.
Nu zijn het vooral fietsers die hun ros de sporen geven. De vredesroute –zo’n 175 kilometer in totaal– kent tientallen pleisterplaatsen. Van donkerbruine ”stubes” waar het bier vloeit, tot zonnige terrassen waar de geïmporteerde Italiaan zijn ijs slijt.
De zanderige karrensporen uit de zeventiende eeuw zijn inmiddels belegd met asfalt, beton of klinkers en elk stadje op de route heeft wel een historisch feit gevonden om zich de Vrede van Münster toe te eigenen. Telgte bijvoorbeeld bouwde na 1648 zichzelf om tot bedevaartsoord, Ostbevern presenteert zich als plaats die bíjna als onderhandelingslocatie werd gekozen. Het lag immers precies tussen Münster –waar de Nederlandse delegatie huisde– en Osnabrück – waar de Spanjaarden hun kwartier hadden; in loco medio. En het plaatsje Glandorf gaat er prat op dat het na 1648 pendelde tussen het protestantisme en het rooms-katholicisme. Met de vrede kwam immers ook de afspraak dat de Osnabrücker bisschopszetel afwisselend rooms-katholiek en protestant zou zijn.
Osnabrück zelf heeft –na Münster– de beste papieren en noemt zich dan ook de stad van de Vrede van Westfalen. De Friedenssaal is het startpunt voor stadswandelingen. Jaarlijks rijden in oktober zo’n 1200 kleine ruiters over de stadhuistrap om ‘hun’ vrede uit te bazuinen.
De pedaalridders van nu kunnen kiezen tussen een westelijke en een oostelijke fietsroute. En als ze het onderste uit de kan willen halen, maken ze er een ”rundfahrt” van.
Nederlandse stad
Münster is ongetwijfeld de meest Nederlandse stad van Duitsland. Je kunt er met de Nederlandse taal goed terecht, de middenstand heeft maar een half woord nodig. Talloze Nederlandse studenten vestigen zich voor een jaar in deze universiteitsstad, waar fietsen net zo gewoon is als in Amsterdam.
Maar meest en vooral is Münster de kraamkamer van de Nederlanden. Die kennis is geen gemeengoed in Münster. Bijna niemand weet het juiste antwoord op de vraag naar de betekenis van 1648. Met wat geluk weten ze te vertellen dat er toen vrede kwam. Maar tussen wie, en waarom, en hoe? „Ach, u begrijpt, wij zijn hier zomaar een dagje uit”; „Wij zijn niet zo historisch geïnteresseerd; Münster heeft van die mooie winkels.” „Is Münster al zo oud dan?”
De dame van de VVV begrijpt het ook wel een beetje. „De meeste mensen in het oude stadscentrum komen van elders; ze zijn een dagje uit en de Vrede van Münster? Die zit nog slechts in een verborgen hoekje van het collectieve geheugen.” Met liefde scheurt ze de toegangskaartjes voor een blik in de Münsterse Friedenssaal: 1,50 euro. Onwetenheid ligt dus niet aan de toegangsprijs tot de kennis.
De verweerde eikenhouten deur hangt in eeuwenoude smeedijzeren hengsels. Maar schijn bedriegt; de Vredeszaal is niet zo oud. De Tweede Wereldoorlog had niets met Münsterse vrede, en 90 procent van het stadscentrum veranderde in een puinhoop. Na de oorlog is de stad weer opgebouwd in oude stijl en luister. Heel zorgvuldig. Bij de herbouw van de Sint-Lambertuskerk bijvoorbeeld werden zelfs weer drie kooien aan de toren gehangen. In een dergelijke kooi hing het lichaam van de geëxecuteerde wederdoper Jan van Leiden. Deze ”Koning van Münster” heeft er, vanaf 1536, bijna vijftig jaar gehangen. Tot afschrikking en afschuw.
Woorden en symbolen
Ook de Friedenssaal –onderdeel van het Münsterse stadhuis– is in oude staat teruggebracht. Het houtwerk was in de laatste oorlog al voordat de bommen vielen in veiligheid gebracht.
In 1643 werd deze zaal voor de duur van de onderhandelingen uitgeroepen tot neutraal terrein. Münster was vervolgens ruim vijf jaar het centrum van Europa, een knooppunt van internationale diplomatie.
Vanaf de muren staren de 37 belangrijkste vredesstichters, onverzettelijk zeker van hun zaak, de zaal in. Het houtsnijwerk in de lambriseringen, de rijk bewerkte schouw, de gesneden archiefkasten, de kroonluchter en zelfs de gietijzeren haardplaat wijzen met woorden of symbolen op het vredesjaar 1648.
Voor meer informatie is het stadsmuseum de aangewezen plaats. Het is er niet druk, zeker niet in de zalen 10 en 11. Naast een rondslenterende provoost –die naar mijn fotocamera wijst en met zijn wijsvinger ruitenwissert– is er nog een vijftal mensen. Zij kunnen gratis informatie over de Dertigjarige Oorlog en de Vrede van Westfalen (zie kader) tot zich nemen.
Terug weer over de Alter Steinweg, langs de kooien, naar het ”Haus der Niederlande”. Het oorspronkelijke pand werd in 1589 gebouwd als opslagplaats en vergaderkantoor van het Kramersgilde. Nu is er een centrum gevestigd dat Nederland en Vlaanderen onder de aandacht van de Duitsers wil brengen. Diverse instellingen op het gebied van taal, literatuur en politiek hebben er een plek gekregen. Tijdens de vredesonderhandelingen van 1643 tot 1648 vonden acht Nederlandse gedelegeerden hier onderdak. Helaas, de deur zit op slot, en blijft dicht.
Dan maar even naar het Drübbelken, een van de oudste panden van de stad. Om te zien althans, in Münster weet je het nooit. De bovenkamer van het restaurant is ingericht als Vredeskamer, met portretten die verwijzen naar 1648. In het hout aan de voorzijde van het gebouw staat gebeiteld dat Anno Domini 1648 de Vrede van Westfalen werd gesloten. Op een wapenschild, naast de menukaarten, is een vredesruiter afgebeeld met de tekst ”Westfälische Friede”.
Maar dat alles bewijst nog niet dat het Drübbelken deel uitmaakte van die vredessluiting. Zeker ook niet de tekst boven de deur: „Lieve Heer, wil aan anderen geven dat, wat ze mij ook gunnen.” Dat klinkt niet vredig, eerder wraakzuchtig.
Vrede, vrede en nog eens vrede
De Vrede van Münster (1648) staat niet op zichzelf maar is onderdeel van de Vrede van Westfalen, die een einde maakt aan zowel de Tachtigjarige als aan de Dertigjarige Oorlog. Het Verdrag van Münster (tussen Duitsland en Frankrijk) en de Vrede van Osnabrück (tussen Duitsland en Zweden) horen erbij. Voor het eerst in de geschiedenis wordt een oorlog beëindigd door onderhandeling en diplomatie.
Met de Vrede van Münster (een overeenkomst van 41 pagina’s) wordt de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden door Spanje en Duitsland erkend als soevereine staat. Niet minder belangrijk is dat in de Republiek het Nederduits-gereformeerde geloof staatsgodsdienst wordt en dat de bezittingen van de Rooms-Katholieke Kerk vervallen aan de overheid. Rooms-katholieken worden verwezen naar zogenoemde schuilkerken, gebouwen die aan de voorzijde niet als kerk herkenbaar zijn. Met ”Münster” komt er ook een scheiding tussen de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden. De grens trekken de onderhandelaars bij de dan bestaande frontlinie.
Ook voor de stad Münster zelf hebben de vredesverdragen gevolgen. Het eerste is wel dat Münster een bisdom wordt en dus rooms-katholiek blijft. Omdat een bisschop alleen in een stad kan wonen, krijgt Münster alsnog stadsrechten.
serie De Tachtigjarige Oorlog
Verhalen over de langste oorlog uit de Nederlandse geschiedenis. Vandaag deel 4: Münster. Over twee weken deel 5 (slot).