Met kruiden kankercellen beteugelen
Aan de hand van een simpele grafiek laat de 75-jarige Klaus van Waveren zien dat het kruidenmengsel Prostasol de kwaadaardige cellen in zijn lichaam in bedwang houdt. Het middel heeft de inwoner van Alphen aan den Rijn behoed voor een hormoonkuur met zijn ongewenste bijwerkingen. En hij is daarin niet de enige.
Zijn vader en twee ooms waren alle drie aan prostaatkanker overleden. Daarom liet Van Waveren zich uit voorzorg minstens één keer in de twee jaar controleren. Bij zo’n controle in 2002 begon de alarmbel te rinkelen. De uroloog van het Erasmus MC leek het raadzaam een biopsie te nemen.
Hoewel Van Waveren in eerste instantie bedenkingen had bij de ingreep vanwege de kans op versleping van kwaadaardige cellen, liet hij zich overhalen. Dat was maar goed ook, want het was foute boel. De kwaadaardige cellen waren nog agressiever dan de uroloog had verwacht. Er zat niets anders op dan een radicale prostatectomie, oftewel het geheel wegnemen van de prostaat.
In die tijd waren er wachtlijsten en dat zinde Van Waveren niet. Hij vroeg zich af of hij zelf ook nog iets zou kunnen ondernemen om zijn kansen te vergroten. Vanuit de familie was hij bekend met het moermandieet en het leek hem een goed idee dat te gaan volgen. In die keuze voelde hij zich gesterkt door zijn uroloog, die bevestigde dat er een verband is tussen voeding en prostaatkanker. Geen rood vlees en dierlijke vetten, wel het mediterrane dieet met veel tomaat, broccoli en olijfolie, luidde het advies van de arts. Van Waveren: „Dat sloot in feite prima aan bij het moermandieet.”
De operatie verliep tot grote tevredenheid. De snijranden waren schoon en er waren geen lymfeklieren aangedaan. Wel moest hij om het halfjaar zijn PSA-gehalte (prostaatspecifiek antigeen) in het bloed laten controleren om eventuele tumoractiviteit in de gaten te houden.
Klaus van Waveren light from MMV on Vimeo.
Klaus van Waveren vervolg from MMV on Vimeo.
Uitzaaiing
Medio 2005 begon de PSA-waarde langzaam op te lopen. De uroloog vermoedde dat er sprake was van een uitzaaiing in de botten. Hormoontherapie leek onontkoombaar. Maar Van Waveren was nog niet zover. „Hormoontherapie heeft vaak de nodige bijwerkingen en na verloop van tijd treedt er resistentie op. Dan ben je er niet meer gevoelig voor.”
In de daaropvolgende jaren bleef Van Waveren trouw het moermandieet volgen, in combinatie met diverse supplementen die zijn complementair arts hem voorschreef. Alles deed Van Waveren in overleg met de uroloog. Die stelde op zeker moment vast dat de stijging van het PSA-niveau trager verliep dan hij op grond van de aanvankelijke agressiviteit van de cellen en op basis van zijn ervaringen had verwacht. De arts gaf ruiterlijk toe dat het dieet en de voedingssupplementen vermoedelijk nuttig werk deden.
In die tijd kwam Van Waveren in contact met de complementair arts Engelbert Valstar in Den Haag. Die probeerde diverse middelen op hem uit, maar zijn PSA bleef, zij het langzaam, stijgen. Op de botscans kon overigens niets worden waargenomen, maar de gestage toename van zijn PSA vond Van Waveren verontrustend.
Extract van paddenstoel
In samenspraak met Valstar besloot hij om voor een tweede maal het Zwitserse kruidenmiddel Prostasol in te zetten. Bij een eerdere poging van Valstar had dat niets opgeleverd, maar ditmaal werd een extract van de paddenstoel maitake aan het recept toegevoegd. Riet, de vrouw van Van Waveren, was daarover in de wetenschappelijke literatuur goede berichten tegengekomen. Ook Valstar zelf had goede resultaten met het middel bereikt. Zo had hij het ingezet bij een patiënt met uitgezaaide melanoom en toen een opzienbarend herstel gezien.
Het resultaat bij Van Waveren van de nieuwe combinatie Prostasol met maitake was haast te mooi om waar te zijn. In een periode van anderhalve maand bleek de waarde van het PSA te zijn gedaald van 55 naar 15. Ook nadien bleef het PSA omlaaggaan. Zijn uroloog, die de uitslag al binnen had, zag Van Waveren in de wachtkamer en riep toen spontaan uit: „Wat is er met jou gebeurd?” Hij moedigde Van Waveren aan om op het huidige spoor door te gaan en niets te veranderen aan zijn alternatieve medicatie.
Besparing
Daarbij tekent Van Waveren aan dat hij de gezondheidszorg een hormoontherapie van pakweg 10.000 euro bespaard heeft. „En dat terwijl ik de complementaire middelen zelf moet betalen.” Dat laatste was reden om met Prostasol te minderen. Dat middel kost hem 170 euro in de maand. Maar na de volgende PSA-meting besloot hij om onmiddellijk met dat minderen te stoppen. Zijn PSA was toch weer opgelopen.
Als voormalig werktuigbouwkundige is hij dol op statistieken. Vandaar dat hij zijn PSA nauwkeurig bijhield. Op het moment dat hij mindert met medicatie vertoont zijn PSA meteen een piek, hoogt hij het weer op dan daalt de waarde in sneltreinvaart – een bijna wiskundig bewijs van de effectiviteit van de ingezette middelen.
Identiek
De recente medische geschiedenis van Van Waveren staat niet op zichzelf. Een vrijwel identiek ziekteverloop trad op bij de vader van apotheker Klaas Riepma uit Valkenburg. Bij hem leek een chemokuur niet te vermijden. Maar zijn zoon Klaas was op de hoogte van de ervaringen van Van Waveren en adviseerde zijn vader om Prostasol te gaan slikken, in combinatie met een immuunversterkend middel.
Ook bij Riepma senior had de combinatie een verbluffende uitwerking. Het PSA van de tachtiger zakte zo sterk dat hormoontherapie niet meer nodig was. Zijn uroloog was er zo verbaasd over dat hij contact zocht met de zorgverzekeraar met het verzoek Prostasol in het vergoedingenpakket op te nemen. Tevergeefs.
Intussen –twee jaar verder– is Riepma’s vader overleden maar niet aan zijn prostaataandoening. „Hij was gewoon op”, zegt zijn zoon. De farmacoloog zou het toejuichen wanneer er een goed opgezet onderzoek met Prostasol zou worden uitgevoerd, ook al omdat er bij de patiëntenorganisatie MMV nog andere, identieke gevallen bekend zijn.
Receptuur lag te verstoffen
Prostasol is een mix van zogeheten plantensterolen (stofjes die in planten voorkomen). Van de individuele stoffen van Prostasol is de farmacologische werking bekend. Een nadeel is dat het zo duur is en door de patiënt zelf moet worden betaald.
De natuurgeneeskundige tegenhanger van Prostasol is Prostaprev. Het is een voedingssupplement met onder andere stoffen uit tomaat en soja, dat net als Prostasol een gunstige invloed heeft op de PSA-waarde bij mannen. Nadeel is dat dit middel het PSA niet naar beneden brengt, maar alleen minder snel doet stijgen. Het is wel beduidend goedkoper dan Prostasol.
Dat Prostaprev een zekere werkzaamheid heeft, bleek eerder tijdens een kleinschalig onderzoek onder 49 mannen. Een vervolgonderzoek in Flevoland moet uitwijzen of de claim overeind blijft.
Het supplement is ontwikkeld door emeritus hoogleraar urologie Fritz Schröder van het Erasmus MC in Rotterdam. Tot grote ergernis van Schröder en zijn ex-collega’s lag de wetenschappelijk onderbouwde receptuur jarenlang te verstoffen bij grote bedrijven. Ze deden er niets mee, hoogstwaarschijnlijk omdat het niet te patenteren viel. Dat is heel vaak het geval met natuurgeneesmiddelen.
In de jaren 80 onderzocht Fritz Schröder het enorme verschil in sterfte aan prostaatkanker in Europa en Azië. In Europa was de sterfte wel tien tot dertien keer hoger. Dat intrigeerde Schröder. Zijn onderzoeksgroep nam de verschillen in eetpatroon en voedingsstoffen tussen Japan en Nederland onder de loep. Het verschil in sterfte kon niet verklaard worden uit bijvoorbeeld de behandelmethodes, want die verschillen niet zo sterk. „Onze conclusie was dat het westerse dieet niet zozeer kankerverwekkend is, maar dat het oosterse voedingspatroon beschermende bestanddelen bevat”, aldus Schröder.