De aanslag vrijdag in Jeruzalem, waarbij twee Israëlische agenten omkwamen, was „ernstig en hevig.” Dat zei het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken vrijdag in een persverklaring. „De terroristen ontwijdden een heilige plaats en veranderden een gebedsplek in een gebied van terreur en bloedvergieten.”
Iets na zeven uur in de ochtend verlieten vrijdag drie gewapende terroristen de Tempelberg en openden ter hoogte van de Leeuwenpoort het vuur op twee Israëlische agenten. De twee raakten zwaargewond en overleden later aan hun verwondingen. Beiden behoorden bij het volk van de druzen. Ze werden vrijdagmiddag in hun dorpen in het noorden van Israël begraven.
Na deze aanval vluchtten de terroristen terug naar de Tempelberg, waar een vuurgevecht ontstond met de politie. Op een video is te zien dat een dader al op de grond lag, maar weer overeind krabbelde en alsnog probeerde een van de agenten neer te steken. Daarop schoten de agenten ook hem dood. Een derde agent raakte bij dit vuurgevecht gewond.
Het ging om een aantal redenen om een belangrijk incident. Ten eerste omdat weer twee politieagenten het leven verloren, opnieuw in de Oude Stad. Vorige maand verloor een agente al het leven toen ze met een mes werd aangevallen bij de Damascuspoort, enkele honderden meters verderop.
Ten tweede is het de terroristen kennelijk gelukt met wapens op de Tempelberg te komen. De vraag is hoe ze deze naar binnen hebben gesmokkeld. Feit is dat de politie moslims die op de Tempelberg willen bidden minder zwaar controleert dan Joden en christenen die de plek willen bezoeken. Politie en veiligheidsdiensten zullen willen weten of er meer wapens op de Tempelberg circuleren en of de moslimautoriteiten die de plaats beheren, de Waqf, dit weten.
In de derde plaats deed de aanslag zich voor op de heiligste plaats voor het Jodendom, die tegelijk de derde heilige plaats voor de islam is. De daders kozen kennelijk welbewust voor deze plaats, mogelijk om het religieuze element van het conflict aan te wakkeren. In de afgelopen honderd jaar zijn gebeurtenissen op of rond de Tempelberg herhaaldelijk aanleiding geweest voor rellen en opstanden.
De politie sloot de Tempelberg uit veiligheidsoverwegingen vrijdag geheel af voor moslims. Dat was een drastische stap. Vrijdag is de gebedsdag voor moslims. Ze baden vrijdag in de buurt van de Tempelberg.
Premier Benjamin Netanyahu vertelde de Palestijnse president Mahmud Abbas in een telefoongesprek intussen dat Israël de status quo niet zal veranderen. Die is dat moslims gebedsrechten op de Tempelberg hebben, terwijl Joden, christenen en anderen op een beperkt aantal uren de plek mogen bezoeken. Abbas zei dat hij alle geweld veroordeelt, en vroeg Netanyahu de berg weer snel te openen. Netanyahu zei dat zondag de berg weer opengaat, als de veiligheidssituatie dat toelaat.
Het was ten slotte opvallend dat de daders geen Palestijnen uit de Westelijke Jordaanoever of uit Oost-Jeruzalem zijn, maar Israëlische Arabieren, ofwel Palestijnse burgers van Israël. Het ging om drie familieleden. Het zou een uiterst negatieve ontwikkeling zijn als er zich meer Israëlische Arabieren aansluiten bij de gewapende strijd tegen Israël.