Verdrietig dat ook Duitsland homohuwelijk mogelijk maakt
Ook in Duitsland mogen sinds vrijdag homoparen in het huwelijk treden. De Bondsdag stemde vrijdag met een ruime meerderheid in met de legalisering van echtelijke verbintenissen tussen mensen van hetzelfde geslacht.
Daarmee is Duitsland een van de laatste West-Europese landen waar het homohuwelijk wettelijk mogelijk is gemaakt. En het is het voorlopige sluitstuk van een tendens die de afgelopen jaren in een stroomversnelling is geraakt.
Dat geldt niet alleen de invoering van het homohuwelijk, maar evenzeer ontwikkelingen op het gebied van stamcelonderzoek, abortus en andere ethische kwesties. Het is steeds weer onthutsend om te zien dat landen die tot voor kort behoudende waarden en normen hanteerden, aan enorme inhaalmanoeuvres bezig zijn.
Dat geldt overigens niet alleen voor Europa, maar bijvoorbeeld ook in de Verenigde Staten, waar het federale hooggerechtshof vorig jaar het huwelijk tussen mensen van hetzelfde geslacht landelijk openstelde.
De Duitse bondskanselier Merkel wist een stemming over de kwestie lange tijd tegen te houden. Zeker dertig keer. Zij hield strak vast aan het standpunt dat alle fractieleden van haar CDU-partij hetzelfde standpunt moeten innemen over het homohuwelijk.
Dat is te prijzen. De vraag is echter wat haar begin deze week dreef om die fractiediscipline plotseling los te laten en een hoofdelijke stemming toe te staan. Juist op een gevoelig dossier als het homohuwelijk. Was dat politiek realisme, of juist opportunisme om in de aanloop naar de verkiezingen een progressiever gezicht te laten zien?
Het siert Merkel in elk geval dat ze zelf vrijdag tegen het wetsvoorstel heeft gestemd. Dat mocht echter het tij niet keren, want bijna twee derde van de parlementariërs stemde voor.
De vraag is bij dit soort kwesties altijd in hoeverre een stemming in het parlement nog de mening van de bevolking vertegenwoordigt. Dat is normaal gesproken wel de bedoeling. Maar bij onderwerpen als het homohuwelijk spelen politieke correctheid en een intensieve lobby helaas ook een niet onbelangrijke rol.
Het is bedroevend om te zien dat een groot land als Duitsland, dat lange tijd het huwelijk omschreef als relatie tussen man en vrouw, nu ook het roer heeft omgegooid. Duitsland gold lange tijd als baken van hoop, hoewel het land geregistreerd partnerschap en adoptie door homostellen al wel had opengesteld.
De vraag is intussen wat dit voor Duitse gewetensbezwaarden zal betekenen. In Nederland werden ‘weigerambtenaren’ aanvankelijk gedoogd, maar inmiddels zijn we dat station gepasseerd. Het is te hopen dat Duitsland op dat gebied de ruimte blijft bieden.
Het kan overigens ook anders. In diverse Oost-Europese landen is de grondwet juist aangepast om te voorkomen dat er ruimte komt voor andere vormen van een echtelijke verbintenis dan het traditionele huwelijk tussen man en vrouw.
Gedane zaken nemen geen keer. Te vrezen valt dat dat ook voor Duitsland geldt als het gaat om de invoering van het homohuwelijk.