Over weinig medicijnen is zo veel discussie als over hydroxychloroquine (HCQ). Een op de drie RD-lezers denkt zelfs dat positieve resultaten aan de kant worden geschoven omdat de farmaceutische industrie niets aan het middel kan verdienen.
Huisarts, zou u mij medicatie willen geven mocht ik onverhoopt corona oplopen? Die vraag kunnen mensen stellen via een voorgedrukte brief, geschreven door de Limburgse huisarts Rob Elens. In de brief noemt Elens zes verschillende behandelingen tegen Covid-19, waaronder het zogenaamde Zelencoprotocol: hydroxychloroquine (HCQ) in combinatie met het mineraal zink en het antibioticum azithromycine. Deze therapie is volgens Elens het effectiefst als een patiënt die zo snel mogelijk krijgt, liefst binnen vijf dagen na het verschijnen van de eerste symptomen. „Na zeven dagen ben je eigenlijk te laat.” Niet iedereen komt in aanmerking: alleen risicopatiënten zoals 60-plussers met onderliggende aandoeningen die positief zijn getest en stevige klachten hebben zoals benauwdheid en hoge koorts.
De huidige richtlijn voor de eerstelijnszorg van Covidpatiënten beperkt zich tot het voorschrijven van paracetamol. Dat is spijtig, zegt Elens, want met HCQ is er een effectief middel voorhanden. „Ik noem het geen wondermiddel, want niet bij iedereen werkt het. Maar toch wel bij zo’n 80 procent, is mijn inschatting.”
Met het middel zouden de lockdown en afstand houden niet eens nodig zijn, stelt Elens in een onlinepetitie met de prikkelende kop ”Einde coronacrisis”. Daarin roept hij de overheid ertoe op HCQ en zink toe te staan in de eerste lijn, ziekenhuizen en woon-zorgcentra. Inmiddels hebben 51.000 mensen de petitie ondertekend.
Naar aanleiding van vragen heeft het Nederlandse Huisartsengenootschap (NHG) literatuuronderzoek gedaan naar het gebruik van HCQ bij patiënten in een vroeg stadium. De onderzoekers onderscheidden daarbij studies naar het effect van HCQ alleen of in combinatie met azithromycine of zink. Ze concluderen dat er voor elk van de drie combinaties onvoldoende bewijs van effectiviteit is en dat de behandeling bijwerkingen kent.
Rammelt
Elens, die het rapport onder ogen zag, is allerminst overtuigd. Het rammelt volgens hem aan alle kanten. Zo vraagt hij zich af waarom de onderzoekers slechts 2 van de 76 studies naar HCQ hebben meegenomen. Een van die twee was bovendien een slechte keus, zegt hij, want die bestond uit een onlinevragenlijst ingevuld door mensen van wie 40 procent niet eens positief was getest.
Elens is evenmin te spreken over het gedeelte in het rapport over de combinatietherapie van HCQ en azithromycine. Daarin zijn twee studies geselecteerd, van de Braziliaanse wetenschapper dr. Rodrigo Esper en de Franse endocrinoloog dr. Violaine Guérin, die gunstige resultaten laten zien. De therapie zorgde bij Esper voor 60 procent minder ziekenhuisopnames en bij Guérin voor een kortere tijd tot herstel (9 versus 26 dagen). De NHG-onderzoekers concluderen echter dat de studies niet betrouwbaar genoeg zijn en dat er daarom te weinig bewijs is voor het effect van deze therapie.
In een literatuuronderzoek waarin 134 studies over HCQ zijn meegenomen, komen anonieme onderzoekers tot een heel andere conclusie: het middel is wel degelijk effectief. De onderzoekers verdeelden de studies onder in vier categorieën: het effect van HCQ bij coronapatiënten in een vroeg stadium van hun ziekte (21 studies), bij patiënten in een laat stadium (86) en preventief voor (26) of na blootstelling aan een besmet persoon (3).
HCQ bleek het minst effectief bij coronapatiënten met al ernstige klachten: ‘slechts’ 70 procent van de studies liet een gunstig effect zien, met gemiddeld 23 procent verbetering. Bij preventieve toediening vóór blootstelling lieten 20 van de 26 studies (77 procent) positieve resultaten zien. In de twee andere categorieën, preventief na blootstelling en bij beginnende klachten, rapporteerden alle studies verbeteringen.
Bij beginnende klachten werd met gemiddeld 63 procent de meeste verbetering geboekt.
Dit onderzoek is uitgevoerd door wetenschappers onder het pseudoniem @CovidAnalysis. Ze willen geen namen noemen. Het enige wat ze prijsgeven is dat ze onderzoekers zijn die hun werk in onder meer de gerenommeerde tijdschriften Nature en Science hebben gepubliceerd.
Wie meer details over hen wil weten, adviseren zij om te zoeken op ”raoult death threats” (Raoult doodsbedreigingen) en ”simone gold fired” (Simone Gold ontslagen). Dr. Simone Gold is een Amerikaanse internist die pleit voor het vrij verkrijgbaar maken van HCQ. Vanwege haar controversiële opvattingen over onder meer HCQ werd ze in juli ontslagen, zegt ze op de televisiezender Fox News.
Prof. Didier Raoult is een befaamde Franse viroloog. In juni verklaarde hij onder ede tegenover het Franse parlement dat hij anonieme doodsbedreigingen had gekregen, nadat hij eind maart begon te vertellen over HCQ als effectief coronamedicijn. De schuldige bleek een arts te zijn die de afgelopen zes jaar grof geld kreeg van Gilead, de fabrikant van het virusremmer remdesivir. Dit wekt de suggestie dat farmaceuten zoals Gilead inderdaad –zoals een deel van de RD-lezers gelooft– positieve resultaten over HCQ onder het tapijt vegen voor eigen gewin.
„Probeer opname te voorkomen”
De Rijssense huisarts Jan Baan schrijft geen hydroxychloroquine (HCQ) voor bij patiënten, maar is er ook geen tegenstander van. „Het kan zeker zin hebben als coronapatiënten het tijdig krijgen toegediend. Ik gebruik echter liever natuurlijke alternatieven die een soortgelijke werking hebben, maar geen bijwerkingen geven.”
HCQ bevordert onder meer de opname van zink in lichaamscellen. Omdat zink de vermenigvuldiging van virussen remt, verwacht Baan dat HCQ vooral effectief is in combinatie met zink en in een vroeg stadium van Covid-19.
Zelf adviseert Baan preventief gebruik van gebufferde vitamine C (een combinatiepreparaat met onder andere zink en quercetine) en vitamine D. Bij klachten raadt hij aan de dosering te verhogen. Daarnaast geeft de huisarts bij luchtwegklachten dexamethason, eventueel aangevuld met antibiotica.
Zijn Limburgse collega Rob Elens pleit al maanden voor het gebruik van HCQ. Tot nu toe kan hij echter op weinig bijval rekenen. Baan denkt dat dit voornamelijk te maken heeft met de manier waarop hij zijn boodschap presenteert.
Baan heeft de indruk dat de discussie rond HCQ niet zozeer inhoudelijk wordt gevoerd, maar vooral draait om de persoon van Elens. „In Nederland is er een groep believers en non-believers. Het tegenkamp lijkt te denken: Het kan niet waar zijn dat deze huisarts het bij het goede eind heeft.”
Waarin Elens volgens Baan gelijk heeft, is dat je coronapatiënten liefst in zo’n vroeg mogelijk stadium wilt behandelen. „Nu gaat een patiënt niet naar de huisarts, zoals met alle andere kwalen, maar naar de teststraat. Pas in een later stadium, als een patiënt serieuze klachten krijgt, komt de huisarts in beeld. Die staat dan op achterstand.”
Baans advies: „Haal de diagnostiek en zo nodig de aansluitende behandeling naar de eerste lijn en probeer zo te voorkomen dat de patiënt naar het ziekenhuis moet.”
Minder ziekenhuis- en ic-opnames
Een van de eersten die experimenteerde met hydroxychloroquine (HCQ) bij Covidpatiënten is de in New York gevestigde Joodse huisarts dr. Vladimir Zelenco. Patiënten schreef hij HCQ voor in combinatie met zink en azithromycine. De Limburgse huisarts Rob Elens heeft dit protocol van hem overgenomen.
Samen met de Duitse onderzoekers prof. Martin Scholz en dr. Roland Derwand publiceerde Zelenco in juni een studie naar deze combinatietherapie. Van de 141 coronapatiënten die de arts in zijn praktijk behandelde, hoefden er slechts 4 in het ziekenhuis te worden opgenomen (3 procent). Uiteindelijk overleed één patiënt. In de referentiegroep, bestaande uit coronapatiënten uit dezelfde gemeenschap die geen behandeling kregen, moesten 58 van de 377 worden opgenomen (15 procent). Ook overleden dertien patiënten (3,5 procent). De auteurs concluderen dat het zo vroeg mogelijk behandelen van coronapatiënten in de thuissetting voor beduidend minder ziekenhuisopnames en vijf keer minder sterfte kan zorgen.
Ook prof. Harvey Risch, hoogleraar aan de prestigieuze Yale School of Public Health, is voorstander van het gebruik van HCQ, azithromycine en zink bij beginnende klachten. Eind september publiceerde hij een overzichtsartikel waarin hij de effecten van HCQ in vijf klinische experimentele studies onder de loep nam. Het bleek dat het preventief gebruik van HCQ of bij beginnende klachten voor 24 procent minder infecties, ziekenhuisopnames en sterfte zorgde.
Er traden nauwelijks bijwerkingen op. Dit is in lijn met wat Italiaans onderzoekers eind september concludeerden: kortdurend gebruik van HCQ is veilig.
Ook als klachten dermate verergerd zijn dat een ziekenhuisopname nodig is, kunnen Covidpatiënten nog baat hebben bij HCQ. Dat suggereert onderzoek uitgevoerd aan veertien ziekenhuizen in Nederland. Daaruit bleek dat patiënten die het medicijn direct na een opname kregen toegediend, ruim de helft (53 procent) minder vaak op de intensive care belandden dan patiënten met een standaardbehandeling. Er was geen verschil in sterfte. De onderzoekers gaven wel aan dat vervolgonderzoek nodig is.
Bij ernstig zieke Covidpatiënten heeft HCQ waarschijnlijk geen zin, blijkt uit onder meer Amsterdams onderzoek.
HCQ in vroeg stadium gunstig
Sinds het begin van de corona-uitbraak zijn er honderden studies gedaan naar hydroxychloroquine (HCQ) en chloroquine, een verwante stof. De ene na de andere studie liet teleurstellende resultaten zien of werd voortijdig stopgezet. Het ging hierbij echter vaak om studies met ernstig zieke coronapatiënten. Ook werd er meestal alleen HCQ gegeven, zonder zink.
Meerdere studies tonen aan dat het gebruik van HCQ in een vroeg stadium gunstig kan zijn. De Amerikaanse epidemioloog prof. Harvey Risch laat desgevraagd weten dat hij vooral de combinatie van HCQ met zink en een antibioticum (azithromycine of doxycycline) en mogelijk ook vitamine D veelbelovend acht voor Covidpatiënten bij beginnende klachten.
Het Nederlandse Huisartsen Genootschap stelt in een rapport dat er onvoldoende bewijs is dat HCQ effectief is in een vroeg stadium. Volgens Rob Elens heeft dat ermee te maken dat het genootschap als voorwaarde stelt dat er dubbelblind gerandomiseerd onderzoek moet zijn gedaan, de gouden standaard met het hoogste bewijsniveau. Daar zijn er een paar van, die echter voortijdig werden afgebroken. Alles bij elkaar is er meer dan voldoende bewijs dat het werkt, zegt Elens.
Een ander bezwaar van het NHG, het risico op hartritmestoornissen, acht Elens ongegrond. Zo schrijven reumatologen HCQ al decennialang voor zonder dat ze daarbij hartfilmpjes hoeven te maken.
Complotten
Dit is het achtste deel in een serie over complottheorieën met betrekking tot corona. Zaterdag deel 9: Is coronavaccin merkteken van het Beest?