Kottervisserij gaat door een diep dal
Tegenvallende vangsten en lage prijzen drukken zwaar op de kottervisserij. Ook de mosselsector heeft het moeilijk.
Slechte resultaten en sombere vooruitzichten: veel vissers houden het hoofd maar moeilijk boven water. Dat bleek vrijdag uit cijfers van onderzoeksinstituut Wageningen Economic Research.
De kottervissers –met een kleine 300 schepen en 1300 bemanningsleden de grootste categorie zeevissers– besomden in 2019 234 miljoen euro. Dat is aanzienlijk minder dan de 305 miljoen in 2018. Het nettoresultaat duikelt van 48 miljoen naar een bedrag dat naar verwachting tussen 13 en 20 miljoen euro uit zal komen. Vooral de garnalenvissers hebben het moeilijk: zij draaien gezamenlijk 6 miljoen euro verlies.
Het lopende jaar 2020 zal niet beter zijn. Het coronavirus leidde in de eerste helft van het jaar tot sluiting van de horeca in Europa, waardoor de vraag naar en daarmee de opbrengstprijs van duurdere vissoorten als tong, tarbot en griet inklapte. De sector reageerde door kotters –met subsidie van de EU en de Nederlandse overheid– tijdelijk stil te leggen. Maar na afloop van deze stilligregeling heeft de markt zich nog altijd niet hersteld.
Schol, de meest gevangen vissoort, doet het beter, zegt onderzoeker Arie Mol. Die wordt vooral via supermarkten verkocht. Consumenten doen daar dit jaar juist meer inkopen.
Voor garnalenvissers bracht de coronacrisis een extra probleem: het pellen in Marokko kwam vrijwel stil te liggen door de maatregelen om de verspreiding van het virus tegen te gaan.
Wind op zee
Op de langere termijn zijn de vooruitzichten voor de kottervissers ook slecht. Wageningen Economic Research wijst op de „enorme schaalvergroting van wind op zee en de daaraan gekoppelde ruimteclaims van natuurorganisaties.” Daardoor zal veel visgrond verloren gaan. Verder zorgen het verbod op de pulsvisserij (elektrisch vissen), de brexit en de teruglopende schol- en tongvangsten voor onzekerheid.
De omschakeling van pulskotters op oudere technieken zoals de boomkor, leidt tot een hoger brandstofverbruik. Volgens de onderzoekers kan dat voor grotere boomkorkotters wel 75 procent extra zijn. Dat drukt meteen op het rendement. Vorig jaar, toen nog zo’n tachtig schepen een deel van het jaar met puls werkten, verstookte de kottervloot 51 miljoen euro aan brandstof: 22 procent van de totale opbrengst. Hoe dat dit jaar uitpakt, is afwachten. Een gunstig effect van de coronacrisis is dat de gasolieprijs is gedaald. Vorig jaar betaalden de vissers gemiddeld 46 cent per liter, volgens Arie Mol is dat op dit moment zo’n 30 cent.
Tong en schol, de belangrijkste vissoorten voor de kottervisserij, lieten zich in 2019 moeilijk vangen. De aanvoer daalde met respectievelijk 22 en 13 procent. De vissers benutten per saldo slechts 45 procent van het scholquotum en 63 procent van het tongquotum. Schol bracht ook nog eens minder op: gemiddeld 2,38 euro per kilo, tegen 2,43 euro in 2018. De tongprijs steeg licht van 11,15 naar 11,33 euro per kilo.
Garnalen en mosselen
De aanvoer van garnalen daalde met 43 procent. Desondanks stond ook de prijs opnieuw onder druk. Doordat in de vrieshuizen nog genoeg garnalen aanwezig waren van de recordvangsten in 2018, besloot de garnalensector een aanvoerbeperking in te stellen die ook in 2020 doorloopt.
De waarde van de aangevoerde mosselen daalde in het seizoen 2019-2020 met ruim 20 procent naar 42 miljoen euro. Dat is de laagste opbrengst in twintig jaar.
Door een lage groei op de Wadden en sterfte in de Oosterschelde pakte de aanvoer een derde lager uit dan in het vorige seizoen: 33 miljoen kilo. Die terugval werd slechts gedeeltelijk gecompenseerd doordat de prijs die de mossels opbrachten met 17 procent steeg naar 1,28 euro per kilo.