Strijd om ruimte op de Noordzee
De visserij mag niet „vermorzeld” worden. Met die inzet schoof de sector begin 2019 aan bij de onderhandelingen over de toekomst van de Noordzee. Een jaar later zorgt de voorlopige deal voor onrust en verdeeldheid.
Het Noordzeeoverleg is een bonte verzameling organisaties met tegengestelde belangen: windparkexploitanten, natuurbeschermers, olie- en gasbedrijven, havens en vissers. Op initiatief van minister Cora van Nieuwenhuizen (Waterstaat) proberen ze een akkoord te sluiten over de inrichting van het Nederlandse deel van de Noordzee tot 2030.
Dat komt neer op een verdeling van 57.000 vierkante kilometer water: waar heeft de scheepvaart voorrang, waar komen windparken, waar krijgt de natuur het alleenrecht en waar mogen vissers hun netten uitgooien. Achter de schermen is het kaartje meerdere keren opnieuw ingetekend.
Intussen stelde het kabinet 200 miljoen euro beschikbaar voor een transitiefonds, op voorwaarde dat de organisaties het eens worden. Hiervan is 119 miljoen bestemd voor het uitkopen van vissers en het verduurzamen van de vloot. Geen hoog bedrag: de sector had ingezet op enkele honderden miljoenen extra. De term verduurzamen heeft voor de vissers een wrange bijsmaak. Zij vinden dat dé verduurzaming van de afgelopen decennia, de pulsvisserij, ten onrechte door de Europese Unie in de ban is gedaan.
Op 10 februari presenteerde voorzitter Jacques Wallage een onderhandelaarsakkoord. Nog diezelfde dag stak de Coöperatieve Producentenorganisatie Urk (PO Urk), de grootste van de vijf afdelingen binnen de vereniging van kottervissers VisNed, een spaak in het wiel. „Wij willen dat er perspectief blijft voor onze vissers die door willen gaan”, zei voorzitter Jacob van Urk.
Scholbox
Duidelijk is dat vissers visgronden moeten inleveren. Naast de forse uitrol van wind op zee doet vooral uitbreiding van de oppervlakte beschermde natuurgebieden hen pijn. In het bestaande beleid is al 5,1 procent van de Nederlandse Noordzee gesloten voor de kottervisserij. Volgens het onderhandelaarsakkoord wordt dat fors uitgebreid, naar 12,5 procent (zie kaartje). Grote delen van de Doggersbank en de Centrale Oestergronden, vrijwel de hele Klaverbank en het complete Friese Front en de Borkumse Stenen gaan dicht. Dat treft de visserij op schol, tong, Noorse kreeftjes en garnalen hard.
Wel gaat de zogeheten scholbox weer open voor grotere kotters. Deze in 1989 ingestelde ‘kraamkamer’ voor schol is nooit een succes geworden.
De bij het akkoord betrokken clubs kregen enkele weken de tijd om hun achterbannen te raadplegen – een proces dat door de coronacrisis overigens niet gladjes verliep. Op 15 april vond de terugkoppeling plaats. En toen barstte de bom.
Volgens het officiële persbericht hebben „bijna alle partijen” ingestemd. Inderdaad, bijna: de visserij, de oudste gebruiker van de Noordzee, (nog) niet. De Nederlandse Vissersbond, die samen met VisNed aan de onderhandelingstafel de sector vertegenwoordigt, bleek zonder meer tegen en is meteen buiten deur gezet.
Volgens het persbericht zag VisNed „goede mogelijkheden uiteindelijk met het akkoord in te stemmen”, wanneer er nog aanvullende afspraken zouden komen voor de garnalenvisserijen de gelden die bestemd zijn voor innovatie. En daarom mag VisNed, in de persoon van directeur Pim Visser, aan tafel blijven zitten om het akkoord „binnen enkele weken” definitief af te timmeren.
Geen meerderheid
„Er klopt niets van dat persbericht”, reageerde PO Urk-voorman Jacob van Urk. Zijn bestuur blijft tegen omdat nieuwe beschermde natuur in het akkoord een te grote hap zou nemen uit de traditionele visgronden. „Samen met de Vissersbond vertegenwoordigen wij 55 procent van de Nederlandse kottervloot. Er is dus geen meerderheid vóór”, concludeerde secretaris Geert Meun –tevens secretaris van VisNed.
Een dag later gaf VisNed in een nieuwsbrief aan zijn leden meer duidelijkheid. Daaruit blijkt dat de steun voor het onderhandelaarsakkoord er bij meer PO’s simpelweg niet is. Breekpunten zijn de sluiting van het Friese Front en het ontbreken van perspectief voor de garnalenvissers.
Inmiddels is door het Noordzeeoverleg toegezegd dat de garnalenvissers alsnog gebruik kunnen maken van bijvoorbeeld de regelingen voor sanering en innovatie, zegt Pim Visser desgevraagd. Ook voor het Friese Front is misschien een compromis mogelijk, denkt hij. Een alternatief lag in het najaar al op tafel: het Friese Front gaat daarin niet verder dicht, maar het totaal aan gesloten gebieden blijft 12,5 procent in 2025 en wordt in 2030 verhoogd naar 15 procent.
Blue Manifesto
PO Urk vindt ook dit een brug te ver. Volgens voorzitter Jacob van Urk wordt de visserij dubbel gepakt: voor windparken en voor extra ruimte voor natuur om het verlies aan natuurwaarden in windparken te compenseren. Hij vindt 10 procent gesloten gebieden meer dan genoeg. Verder is het volgens hem een illusie dat de vloot met het huidige beschikbare geld voldoende kan innoveren.
Toch maar voorstemmen om mee te blijven praten? Nee, vindt de Urker voorman. Hij vertrouwt de milieuorganisaties niet en verwijst naar het Blue Manifesto. Dit stappenplan op weg naar ”gezonde zeeën” is in januari door ruim honderd natuur- en milieuorganisaties uit Europa ondertekend. Onder hen vier partners in het Noordzeeakkoord: het Wereld Natuur Fonds, Stichting De Noordzee, Vogelbescherming Nederland en Greenpeace. Het manifest streeft naar 30 procent gesloten gebieden in 2030, een verbod op bodemberoerende visserijtechnieken en een einde aan belastingvoordelen op brandstof voor vissersschepen. Van Urk: „Zeg dan dat je de visserij weg wilt hebben.”
Floris van Hest, directeur van Stichting De Noordzee, wijst de kritiek van de hand: „Wij hebben nooit geheimzinnig gedaan over het feit dat onze droom verder gaat dan 12,5 procent gesloten gebieden. Het akkoord betekent een compromis. Daar zetten we onze handtekening onder en dat zullen we verdedigen. Daar komt bij dat die 30 procent uit het Blue Manifesto betrekking heeft op alle Europese zeeën bij elkaar opgeteld. Dat wil niet zeggen dat het ook in de Nederlandse Noordzee 30 procent moet zijn.”
Volgens Van Hest geeft een akkoord de komende jaren voor iedereen zekerheid. „Voor ons, maar ook voor de vissers.”
VisNed-voorman Pim Visser zit intussen in een lastig parket. Zijn achterban is verdeeld, maar hij vindt het toch beter om aan tafel te blijven zitten dan af te haken. „Ik heb in het Noordzeeoverleg het vertrouwen uitgesproken dat we eruit komen. Urk is tegen, de andere PO’s willen aanpassingen. De vraag is van welke opstelling je het meeste spijt krijgt. Dat weet je pas achteraf.”
Jaap en Kees Tanis: Bedrag voor sanering moet omhoog
De familie Tanis uit Goedereede heeft twee kotters in de vaart, de GO 38 en de GO 48. Beide schepen visten een jaar geleden nog met de puls, maar zijn inmiddels weer omgebouwd naar de boomkor met wekkerkettingen. De GO 38 lag deze week in het dok voor een onderhoudsbeurt, de GO 48 viste op tong in de buurt van het windpark Borssele. Dat ligt voor de Zeeuwse kust en wordt momenteel uitgebreid.
„We denken erover om één kotter uit de vaart te nemen, als er een sanering komt. Maar we zijn er nog niet uit of we het gaan doen”, zegt Jaap Tanis (61). Hij heeft met zijn broers Kees (72) en Adam (71) de leiding over het familiebedrijf. Ook neef Kees (46), zoon van de oudste broer, is deelgenoot. Twee zoons van Adam en één van Jaap verdienen als opvarenden hun brood in het bedrijf.
Wat meespeelt in de overwegingen van de familie is dat er geen volgende generatie klaar staat. Jaap: „Het is in Zuidwest-Nederland slecht gesteld met de bedrijfsopvolging. Veel vissers hebben wel zoons, maar die willen vaak niet meer naar zee. Ze zien op tegen de komst van steeds meer windmolenparken, gesloten natuurgebieden en tegen de mogelijke gevolgen van de brexit.”
Het traditionele visgebied van de tongvissers van de Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden is de zuidelijke Noordzee. Die is veel minder breed dan het noordelijke deel. Jaap: „Wij hebben steeds minder ruimte. Op plekken waar ik vroeger altijd viste, kunnen we niet meer komen. De windmolens staan precies op onze beste bestekken.”
Hun werkgebied verleggen naar noordelijke wateren vinden de Goereese vissers geen optie. „Dan moeten we veel verder varen en zijn we langer van huis. Wij willen op zondag thuis zijn”, zegt Jaap.
Kees junior denkt dat de plannen met de Noordzee zeker doorgaan, ook al is de visserij tegen. „Daarom is het beter om aan tafel te blijven zitten en mee te praten.” Het bedrag dat voor de sanering beschikbaar is, moet volgens hem in ieder geval fors omhoog. Anders gaat het niet lukken om de vloot voldoende in te krimpen.
Jan de Boer: Wij willen vooruit, wij willen vissen
De UK 197 heeft vijf broers De Boer uit Urk aan boord: Jan, Freek, Albert, Meindert en Klaas-Jelle. Een zesde bemanningslid komt van buiten het gezin. Maandagmorgen zijn ze in alle vroegte van Urk vertrokken naar de haven van IJmuiden, waar de kotter momenteel in de weekenden ligt. Jan (48) en Meindert (38) hebben het bedrijf kort geleden van hun vader overgenomen. Ze zijn tegen het Noordzeeakkoord, omdat de visserij volgens dat plan nog meer ruimte moet inleveren dan de sector de afgelopen jaren al heeft gedaan. Ruimte die nu wordt geclaimd door windparkexploitanten en natuurbeschermers.
„De visserij is de enige partij die gebied moet opgeven. Maar wij willen vooruit, wij willen vissen”, zegt Jan. Aan sanering denkt hij niet. „Stoppen is geen optie. Daar hebben we de kotter niet voor gekocht. Geef ons visgebied en houd je geld. Op Urk staat een hele generatie jongelui te trappelen om naar zee te gaan. Mijn twee oudste zoons varen al bij een collega. De derde is 14 en wil straks ook vissen.”
De uitrol van windparken op zee gaat volgens de Urker visser veel harder dan iedereen in de sector had gedacht. „Een jaar of tien geleden kreeg ik van de bemanning van een Duitse reddingboot, die bij ons wat vis kwam halen, een kaartje met de plannen voor de Duitse Bocht, een gebied waar wij een deel van het jaar vissen. Driekwart van wat er op dat kaartje stond, is inmiddels gebouwd. En het gaat maar door.”
Visbestekken verplaatsen gaat zomaar niet. De Boer: „De Noordzee is groot, maar op veel plekken kunnen we niet vissen. Daar ligt de zeebodem vol stenen of er zit geen vis. En waar zetten ze windparken neer en willen ze gesloten gebieden voor natuurontwikkeling? Precies waar wij als vissers ons brood verdienen: de Doggersbank, de Klaverbank en het Friese Front.”