Maandenlang thuiswerken: genieten én tobben
Al bijna een half jaar werken veel Nederlanders thuis vanwege de coronacrisis. ICT’ers spannen daarbij de kroon, bleek woensdag uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. De een kan beter met thuiswerken uit de voeten dan de ander.
„Fijn in de kraamtijd”
Tony Dingemanse (34) uit Gouda werkt bij RISK, een IT- en innovatiebedrijf in verzekeringssector:
„Vanaf half maart tot half juni werkte ik volledig vanuit huis. Mijn reistijd ging van 45 minuten naar 45 seconden. Thuis hoef ik alleen een trap op te lopen. In coronatijd werd ik voor de derde keer vader. Het was mooi dat ik in de kraamtijd thuis werkte. Ik kon mijn vrouw helpen en bracht onze zoontjes naar school.
Er kleven ook nadelen aan voortdurend thuiswerken. In de begintijd dacht ik allerlei niet afgemaakte klusjes van het werk efficiënt te kunnen afmaken. Die illusie heb ik niet meer. Thuis sta je dichter bij allerlei privézaken. Als een kind huilt, kijk ik even.
Digitaal kun je veel afspraken maken, maar het videovergaderen ging me tegenstaan. Brainstormen over een idee gaat moeilijker, net als contact leggen met nieuwe klanten. Als je elkaar in de ogen kijkt en overlegt, kun je sneller beslissingen nemen.
In juni kwamen veel collega’s weer naar kantoor. Maar nu het virus oplaait, moet het gros van de werknemers tot 1 november weer thuiswerken. Gelukkig mag ik drie dagen per week naar kantoor. Thuis mis ik de grollen en grappen van kantoor.
We organiseren online-activiteiten om collegiale contacten te behouden. Dat is belangrijk. Denk aan fotowedstrijden: Wie heeft de mooiste werkplek en wie houdt het best het hoofd koel? Ik zit hier thuis met een ventilator en water in de buurt. Vrijdags hielden we bijvoorbeeld online bingo. Mijn zoontje was erop ingesteld, kwam vrijdag rond half vijf mijn kamer binnen en riep: „Ik wil bingo doen, dat vind ik zó leuk.”
„Muren kwamen op mij af”
Cornelis Verboom (31) uit Ridderkerk, salarisadministrateur bij de Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs:
„Mijn werk als salarisadministrateur is op zichzelf prima thuis te doen. Maar hoewel ik in die periode veel contact had met vrienden en familie, heb ik gemerkt hoe belangrijk voor mij het contact met collega’s is. Vanaf 15 maart communiceerde ik vrijwel alleen digitaal met hen. Ik ben sociaal ingesteld, heb ADD en ben single.
Ik heb er baat bij om naar kantoor te gaan en daar te werken en met collega’s dingen te bespreken. Het ritme van reizen naar kantoor en weer naar huis, al is dat maar zeven minuten, miste ik bij het thuiswerken.
Na een paar weken kwamen de muren van mijn appartement op mij af. Mijn motivatie verminderde sterk. Het werd steeds lastiger om mijn werk gedaan te krijgen. Dat besprak ik met mijn werkgever.
Sinds ik weer vijf dagen naar kantoor ga, vanaf eind mei, heb ik weer rust en structuur. Ik ga weer met veel plezier naar mijn werk. Overleggen gaat nog wel digitaal. Binnenkort beginnen we met teamdagen: een team wordt in zijn geheel uitgenodigd voor een kantoordag.
Dat thuiswerken misschien nog maandenlang de norm blijft, vind ik best ingrijpend. Ik hoop dat ik in de toekomst niet nogmaals volledig thuis hoeft te werken. Verder hoop ik dat de regering bij het bepalen van de maatregelen niet alleen oog heeft voor de fysieke gezondheid van mensen, maar ook voor hun geestelijk welzijn.”