Na jaren buiten slapen weer onder dak
Ze zwierven jarenlang over straat en sliepen meestal buiten, in zomer en winter. Dankzij het programma Housing First vonden Yusuf en Nico het afgelopen halfjaar elk eigen woonruimte in Rotterdam. „Ik kon het niet geloven dat ik weer een huis kreeg.”
Levend grofvuil. Zo voelde Yusuf (45) zich in de jaren dat hij dakloos was, vertelt hij in zijn tweekamerflat in Rotterdam-Zuid. Hij heeft zijn bezoek zojuist koffie en cola aangeboden. Als hij het gordijn in de woonkamer openschuift, springt er een grasveld met speeltuintje in het oog. In de buurt kraait een haan.
Sinds 4 december is dit de woonplek van Yusuf, geboren in Turkije. Dertig jaar geleden kwam hij naar Nederland, waar zijn vader als gastarbeider werk had gevonden. Zelf ging Yusuf al jong in een slachterij aan de slag. Hij trouwde en kreeg twee kinderen. In 2003 liep zijn huwelijk stuk.
Nadat Yusuf zijn baan kwijtraakte, stapelden de schulden zich op. Hij kon de huur van zijn woning niet meer betalen. In 2017 moest hij zijn huis uit en belandde op straat. „Ik raakte alles kwijt. Zonder adres heb je nergens recht op. Ik kreeg geen uitkering, was niet meer verzekerd en kon geen gebruikmaken van de voedselbank.”
Een periode van overleven volgde. „Je denkt de hele dag: waar kan ik slapen, hoe kom ik aan eten? Ik sliep vaak in de bosjes in een park. Stelen of bedelen past niet bij mijn karakter, maar ik snap dat mensen dat doen. Eén keer per week werd er ergens soep uitgedeeld in de stad. En bij Ontmoeting kon ik voor 10 cent koffie en voor 20 cent een tosti krijgen.”
Daklozenuitkering
Veldwerkers van Ontmoeting, een christelijke organisatie die vastgelopen mensen helpt om hun leven weer op orde te krijgen, wezen hem op de inloop aan de ’s-Gravendijkwal. Yusuf liep er vaak binnen en kreeg er een postadres, waarna hij een daklozenuitkering kon aanvragen. „De mensen van Ontmoeting gaven me kleren en door hun hulp hoefde ik geen honger meer te lijden. Zij hebben me gered.”
Intussen sliep Yusuf nog steeds op straat. „De zomer is een goede tijd, de winter is echt moeilijk.” Meer dan eens kreeg hij een boete voor slapen in een park. Door lichamelijke klachten als gevolg van een ontsteking lag hij ook geregeld in het ziekenhuis. „Sinds 2014 ben ik 22 keer geopereerd. Binnenkort krijg ik weer twee operaties.”
In december hoorde Yusuf van zijn begeleider bij Ontmoeting dat er via Housing First (zie ”Housing First biedt maatwerk”) een woning voor hem was. „Ik kon het niet geloven dat ik weer een huis kreeg. Toen ik hier voor het eerst kwam, was ik zo blij, dat kan ik niet uitleggen.” Via een bijbehorende regeling mocht hij een bedrag besteden aan de inrichting. „Ik ben kringloopwinkels af geweest en heb bijna alles tweedehands gekocht.”
Stap voor stap bouwt Yusuf sindsdien een nieuw bestaan op. Met hulp van Ontmoeting is hij bezig schulden af te lossen. Vanwege zijn gezondheid is werken nog geen optie, maar hij heeft een oude hobby –vissen– weer opgepakt. „Als dakloze voelde ik me minder waard dan een dier, want aan dieren wordt meer zorg besteed dan aan mensen zonder adres. Nu heb ik weer zin om te leven. Ik ben blij en dankbaar en hoop dat veel meer mensen zo’n kans krijgen als ik. Er zijn nog een heleboel daklozen die geholpen moeten worden.”
Omgekeerde woonladder
Yusuf is een van de 25 Rotterdamse daklozen die sinds eind september vorig jaar de straat verruilden voor een woning dankzij Housing First. Bij de pilot zijn diverse organisaties betrokken, waaronder Ontmoeting, het Leger des Heils en Pameijer, een organisatie die zich richt op „iedereen voor wie meedoen in de samenleving lastig is.” Vanuit Ontmoeting begeleidt onder anderen Harmen Snoek diverse deelnemers.
Housing First wordt wel getypeerd als de omgekeerde woonladder, zegt Snoek. „Normaal gaan mensen via de nachtopvang naar begeleid wonen en kunnen ze daarna uiteindelijk eigen woonruimte krijgen. Voor elke stap moeten ze aan een aantal voorwaarden voldoen. Dat lukt vaak niet, waardoor ze niet verder komen. Housing Frist werkt omgekeerd: mensen krijgen eerst een huis, daarna wordt gekeken hoe ze hun leven verder opbouwen.”
De eerste ervaringen met deze aanpak in Rotterdam zijn volgens Snoek zo positief dat al besloten is het aantal woningen uit te breiden tot vijftig. „Mensen komen tot rust, mooie eigenschappen bloeien weer op. Dat zie je bij Yusuf, die een goede gastheer is en heel sociaal.”
In het begin had Snoek wekelijks acht uur voor Yusuf beschikbaar, om onder meer zaken rond de inrichting van zijn huis, zijn uitkering en toeslagen goed op de rails te krijgen. Nog steeds bezoekt hij hem wekelijks, maar minder lang. Tussendoor hebben de twee vaak telefonisch contact.
Bezoekjes aan huis hebben geen vaste agenda. „Ik kom hier zonder een vooraf vastgesteld doel. We drinken koffie, eten soms samen. Yusuf kan prima koken. Ik sluit aan bij wat hij nodig heeft. Dat kan bijvoorbeeld betekenen dat ik een keer met hem mee ga naar het ziekenhuis.”
Voor Snoek was het wennen om de regie bij Yusuf en andere deelnemers aan Housing First te laten liggen. „Het is een andere manier van begeleiden dan ik gewend was. Soms heb ik een duidelijk idee over wat het beste voor iemand is als het bijvoorbeeld om zijn financiën gaat, maar dan moet ik hem toch alle opties voorhouden en zelf laten kiezen. Dan zien we wel wat er gaat gebeuren. Het is een avontuur dat je met elkaar aangaat.”
Soms komt Snoek voor verrassingen te staan. „Iemand koopt bijvoorbeeld spullen voor zijn huis, maar verpatst ze na een poosje om van het geld drugs te kopen. Er gaan dingen fout, maar mensen mógen fouten maken. Dat zijn leermomenten.”
Ook contacten met de buurt vormen een aandachtspunt. „We werken met een groep die vaak jaren buiten de samenleving heeft gestaan en weleens onaangepast gedrag vertoont. Er zijn niet veel incidenten geweest, maar problemen met buren komen soms voor. Dan streven we ernaar om met de woningbouwvereniging, de buren en de deelnemer aan Housing First rond de tafel te zitten en problemen op te lossen.”
Intussen wordt Snoek ook geregeld op een positieve manier verrast. Tijdens een bezoek aan Yusuf werd deze gebeld om bij vrienden te komen barbecueën. Hij nodigde Snoek uit om mee te gaan. „Yusuf introduceerde me als zijn vriend. Ik mocht mee-eten, ergens langs de waterkant, met mannen die dakloos waren of waren geweest. Dat zette me aan het denken. Wij delen vaak van onze rijkdom, maar deze mannen deelden met mij terwijl ze weinig hadden. Dat zijn mooie momenten.”
Schatje
Ook voor Nico (43) kwam er dankzij Housing First een eind aan het leven op straat. Op 6 januari betrok hij een flat in Rotterdam, waar hij sinds kort gezelschap heeft van Annabel, een speelse kitten van acht weken. „Ze is een schatje en supersnel, en springt zo tegen de granieten muren op.”
Meer dan twintig jaar werkte Nico als timmerman. In de loop der jaren kampte hij eerst met een drugs- en later met een alcoholverslaving. Zo’n zes jaar geleden kwam hij zwaar in de problemen, onder meer door de economische crisis. Toen zijn relatie stukliep, stond Nico op straat. „In m’n eentje moest ik zien te overleven. Ik heb alles gedaan om een huis te krijgen, maar het lukte niet. De minimale wachttijd is acht tot tien jaar.”
Nico zwierf „vier jaar, tien maanden en drie dagen” op straat. „Het was verschrikkelijk”, zegt hij geëmotioneerd. „Ik ben overvallen, beroofd, in elkaar geslagen. In de nachtopvang stelen ze je vieze sokken nog. Daarom sliep ik bijna altijd buiten, soms bij min 15 graden. Het leven op straat sloopt je. Ik ben blij dat ik nog leef.”
Overdag bezocht Nico diverse adressen waar hij als dakloze naar binnen kon, zoals de Pauluskerk en de inloop van Ontmoeting. Soms zat hij met een blikje bier in een kapelletje van een rooms-katholieke kerk „met een mooi Mariabeeld.” Bier was ongeveer het goedkoopste wat hij van zijn weinige centen kon kopen, zegt Nico. „Voor een halve liter bier betaal je in de supermarkt minder dan voor een fles water.”
Gebed
In 2019 besloot hij af te kicken van de alcohol bij christelijke ggz-instelling De Hoop in Dordrecht. Toen het programma was afgerond –„Ik drink nog wel af en toe een biertje”– kon hij enkele maanden in Het Passion, een time-outvoorziening in Hummelo, terecht, totdat hij in januari zijn flat kreeg, vierhoog in Rotterdam. „Ik heb weer een woning, eindelijk, vlak bij mijn vroegere koophuis. Ik slaap niet meer op straat, maar heb een bed en kan een tukje doen op de bank.”
De overgang was groot, zegt Nico. „Op straat was ik verwilderd. Ik was vervreemd van een huis en moet eraan wennen om het bij te houden. Vandaag heb ik de tafel schoongemaakt, ik moet nog zuigen en dweilen. Het huishouden is echt zwaar.” Om andere mensen te ontmoeten, bezocht Nico enkele keren een buurthuis, maar de coronacrisis zette daar een streep door. „Dat is jammer, want van eenzaamheid word je ziek.”
In zijn woonkamer ligt een uitgave van het Nieuwe Testament en de Psalmen. „Die ken ik uit m’n hoofd. Ik ben christen. Af en toe ga ik naar de kerk en soms doe ik een gebed. Als ik vraag om vergiffenis, krijg ik dat. Het geloof geeft me kracht.”
Zijn ambulant begeleider van Ontmoeting komt geregeld op bezoek en helpt Nico met zijn financiën en bij de stappen die hij wil zetten. Binnenkort hoopt hij vrijwilligerswerk te gaan doen, „het liefst iets met dieren.” Als hij gewend is aan een vast ritme is hij van plan weer als timmerman aan de slag te gaan. „Zevenenhalf uur per dag werken lukt me nu niet. Maar ik wil mezelf herpakken: minder drinken en mezelf weer nuttig maken in de maatschappij.”
Housing First biedt maatwerk
Daklozen met een intensieve hulpvraag een kans bieden op een beter leven. Dat is het doel van Housing First. Het aanbieden van woonruimte is daarbij geen einddoel, maar het beginpunt. „Een dakloos persoon kan pas starten met opbouwen wanneer er sprake is van een stabiele basis. Een eigen huis biedt deze basis”, vermeldt de Housing First Gids Nederland. Deze verscheen eind 2019 op initiatief van Limor, een landelijke instelling voor maatschappelijke ondersteuning en rehabilitatie, met steun van onder meer het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Het Housing First-programma werd begin jaren negentig ontwikkeld in de Verenigde Staten. Het richt zich niet alleen op huisvesting, maar ook op het verbeteren van gezondheid en welzijn en het bevorderen van sociale integratie. Diverse landen werken volgens dit principe. Nederland telde in 2019 33 Housing First-projecten in onder meer Amsterdam en Den Haag, maar ook in steden in Overijssel, Friesland en Groningen. Onderzoeken tonen aan dat 85 procent van de deelnemers na twee tot vijf jaar nog steeds in zijn huis woont, aldus de Housing First Gids.
Rotterdam begon in september 2019 met een pilot, nadat de lokale CU-SGP-fractie het college hiertoe met een raadsbreed gesteunde motie had opgeroepen. Sindsdien kregen 25 daklozen een woning (zie ”Na jaren buiten slapen weer onder dak”). Voorwaarde voor deelname is het betalen van de huur, het niet veroorzaken van overlast en het accepteren van begeleiding. Elke deelnemer krijgt een woonbegeleider die ondersteuning op maat biedt. Het gaat bijvoorbeeld om praktische hulp bij de inrichting van het huis en om huishoudelijke, financiële en sociale hulp.
Yusuf heet in werkelijkheid anders. Zijn echte naam is bij de redactie bekend.