Ex-zwerfjongere runt nachtopvang in Almere
Zwerfjongeren een nieuwe kans bieden. Dat is het doel van onder meer een crisisopvang en een speciale huiskamer in Almere. Onder anderen jongeren die zelf dakloos zijn geweest, zetten zich hiervoor in. Een van hen is Jeffrey (22): „De eenzaamheid was het ergste. Ik voelde me nergens meer thuis.”
In de zogeheten Huiskamer in Almere-Stad hangt een geur van koffie en tosti’s. In diverse hoeken van de royale ruimte in een kantoorpand zitten deze dinsdagochtend enkele jongens van een jaar of achttien. Op een boekenplank springen titels uit de serie van Appie Baantjer in het oog. Twee jonge mannen staan te poolen.
De Huiskamer, een inloopadres voor jongeren, is onderdeel van Kwintes. Deze organisatie ondersteunt mensen met psychiatrische of psychosociale problemen, onder wie dak- en thuislozen. In de inloop kunnen jongeren ook douchen, een was draaien, een computer gebruiken en voor 2,50 euro warm eten.
Elders in het pand sleutelen een paar mannen aan rijwielen. ”Fiets en Meer” is een van de projecten van Kwintes die mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt helpen om weer in een werkritme te komen. Op de tweede verdieping maken jongeren, onder wie Afrikaanse vluchtelingen, wanddecoraties van oude velgen en fietsbanden. Ze volgen het programma Choose2Improve. Deze ochtend staat handvaardigheid op het rooster. Doel van het traject is dat de jongeren doorstromen naar een reguliere opleiding aan bijvoorbeeld een roc.
Internaten
Jeffrey is een van de deelnemers aan Choose2Improve. Begin 2016 raakt hij dakloos, na een bewogen jeugd. Hij wordt geboren als kind van alcoholverslaafde ouders, die hem na de geboorte afstaan. Vele jaren brengt hij door in pleeggezinnen en internaten.
Hij volgt een entreeopleiding in het mbo, waarna hij bij een attractiepark werkt, onder meer in de horeca. De lange werkdagen in het hoogseizoen breken hem op den duur op. „Na anderhalf jaar ben ik met het werk gestopt. Het werd me te zwaar.”
Op 17-jarige leeftijd krijgt Jeffrey een plek in een kamertrainingsproject van een jeugdzorginstelling, waar hij tot zijn achttiende kan blijven. „Toen ik achttien jaar werd, stond ik op straat. Ik kreeg geen goede ondersteuning in het zoeken naar een nieuwe woonplek”, blikt hij terug.
Jeffrey meldt zich bij de crisisopvang van het Leger des Heils in Almere, die hem een bed biedt. De maanden dat hij daar verblijft, zijn zwaar. „Ik voelde me altijd al eenzaam en dat werd alleen maar sterker. M’n zelfbeeld ging steeds verder naar beneden. Ik had het idee dat ik buitengesloten was, dat ik er niet mocht zijn.”
Na enkele maanden slaagt Jeffrey erin een kamer te vinden in Almere, die hij vanaf juni 2016 huurt. Hoewel hij weer een dak boven zijn hoofd heeft, zijn z’n problemen geen verleden tijd. „Ik was al depressief en dat werd in de loop van de tijd erger. Er waren dagen dat ik m’n bed niet uit kwam.”
Therapie
Om negatieve emoties te verdrijven, gebruikt hij softdrugs. Na enige tijd beseft hij dat dit hem niet helpt en stopt hij ermee. Overdag bezoekt hij geregeld de Huiskamer van Kwintes. Een ambulant begeleider van deze organisatie ondersteunt hem bij het weer op de rails krijgen van zijn leven.
Bij een ggz-instelling volgt Jeffrey een ”mental basement” groepstherapie, die hij binnenkort hoopt af te ronden. „Deze therapie is gericht op groepsprocessen waarin spanningen ontstaan. Ik leer bijvoorbeeld hoe mijn gedrag overkomt op anderen en welk effect dat kan hebben, vooral als de spanning hoog oploopt.”
Jeffrey kijkt optimistisch naar de toekomst. Na de afronding van het traject Choose2Improve wil hij een opleiding voor een baan in de sociale sector beginnen. Hij hoopt in aanmerking te komen voor een van de drie plekken die Kwintes jaarlijks faciliteert om een erkende hbo-opleiding voor ervaringsdeskundige te volgen.
Garageboxen
Het verhaal van Jeffrey illustreert voor Robert Roch dat er een weg omhoog is voor dak- en thuisloze jongeren. Roch is projectleider van onder meer de Huiskamer en Choose2Improve. Hoeveel zwerfjongeren Almere telt, kan hij niet precies zeggen. „Op deze locatie begeleiden we er veertig tot vijftig per jaar. Maar er is ook een onzichtbare groep: jongeren die op straat niet opvallen, maar slapen in garageboxen of van het ene naar het andere bed bij vrienden hoppen. Zij kunnen lang onder de radar blijven.”
Geregeld gaat Roch eropuit om contact met zijn potentiële doelgroep te zoeken. Hij rijdt bijvoorbeeld naar skateboardpleinen, waar hij folders achterlaat. „Soms stapt een jongere dan een paar weken later ineens met zo’n folder in de hand de Huiskamer binnen.”
Meer dan eens moet Roch acuut actie ondernemen voor jongeren in de knel. „Zo belde een moeder me op: „Ik vertrek morgen naar het buitenland en mijn zoon van zeventien moet een plek hebben.” Dan kan ik inwendig heel boos worden op die moeder, maar feit is dat die jongen de volgende dag op straat staat en hulp nodig heeft.”
Dak- en thuisloze jongeren die bij Kwintes terechtkomen, kunnen eerst enkele weken tot rust komen in een crisisopvang. „Na die gewenningsperiode maken we al snel een plan: wat gaan we doen? Mensen moeten stappen zetten, weer meedoen in de maatschappij. Dat willen ze doorgaans ook. Wij begeleiden hen daarbij. Het begint bijvoorbeeld met het bieden van een postadres, het aanvragen van een uitkering en een traject richting opleiding of werk.”
Tandenborstel
Naast de therapie en Choose2Improve werkt Jeffrey sinds vier maanden in de weekenden bij Vovend-J, de Almeerse nachtopvang voor dakloze jongeren van Kwintes. Deze ging in 2010 van start op initiatief van jongeren met een verleden als dak- of thuisloze en wordt nog steeds door ervaringsdeskundigen gerund.
De opvangplek heeft drie kamers met elk twee bedden. Jongeren tot en met 23 jaar kunnen er van vijf uur ’s middags tot tien uur ’s ochtends verblijven. Naast de slaapkamers is er een gezamenlijke ruimte met een pool- en een tafeltennistafel.
Wanneer een jongere na een formele intake in deze nachtopvang terechtkan, zorgen ervaringsdeskundigen voor de rest. „Als iemand nieuw binnenkomt, bied ik hem een kamer aan en zorg ik voor zaken zoals een tandenborstel, handdoek en dekbed”, zegt Jeffrey.
’s Avonds kunnen de zwerfjongeren bij Vovend-J warm eten. „Ik kook dan, vaak met een van de jongeren.” De volgende ochtend ziet Jeffrey erop toe dat ze op tijd het pand verlaten, nadat ze hun kamer hebben opgeruimd. Ze kunnen dan bijvoorbeeld naar de dagbesteding van Kwintes.
Schelden
De ervaringsdeskundigen werken na een inwerkperiode zelfstandig. „We kijken natuurlijk wel goed wie we hiervoor inzetten”, zegt Robert Roch. „Bovendien is er altijd personeel van Kwintes als back-up beschikbaar, voor het geval dat nodig zou zijn.” In de praktijk blijkt dat niet vaak aan de orde. Jeffrey: „Soms spreek ik jongeren aan op hun gedrag. Dat doe ik op een duidelijke, rustige manier, niet veroordelend: „Hé, joh, dat is niet zo handig, doe dat maar niet.” Dat nemen ze over het algemeen goed op.”
Meteen al tijdens zijn eerste dienst kreeg Jeffrey te maken met een jongere die tegen hem begon te schelden en tieren. „Ik ben daar niet van onder de indruk en heb er geen last van. Ik keek die jongen strak aan en zei: „Dit gaan we niet doen.” Dat hielp. De volgende ochtend was hij rustig en ruimde uit zichzelf netjes z’n kamer op.”
Jeffrey geniet van zijn werk in de nachtopvang. „Toen ik zelf dakloos was, had ik het gevoel dat ik niet meer meetelde in de maatschappij. Ik wil de jongeren die nu in zo’n situatie zitten, het gevoel geven dat ze er wél bij horen.”
„Alle neuzen dezelfde kant op”
Geen enkele jongere zou op straat moeten leven of noodgedwongen steeds op wisselende plekken verblijven. Dat is de insteek van het Actieprogramma dak- en thuisloze jongeren dat staatssecretaris Paul Blokhuis (VWS) in maart lanceerde. Het programma is erop gericht de ruim 10.000 dak- en thuisloze jongeren tussen de 18 en de 27 jaar te helpen aan een zo zelfstandig mogelijk bestaan met een eigen thuis. Ook moet de instroom van nieuwe zwerfjongeren worden voorkomen.
Begin deze maande meldde Blokhuis dat twaalf gemeenten voor de zomer een proef starten om beter hulp te bieden aan jonge dak- en thuislozen. Naast de vier grote gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht, gaat het onder meer om Almere, Alkmaar, Arnhem, Dordrecht en Leiden. Onderdeel van de aanpak is dat elke jongere één aanspreekpunt krijgt, een regisseur die op alle levensgebieden passende ondersteuning kan bieden.
In Almere is onder meer de organisatie Kwintes actief in de begeleiding van zwerfjongeren. Projectleider Robert Roch juicht de aanpak van de staatssecretaris toe. „We zijn hier al mee bezig in Almere en we willen dit verder verbeteren. Het is belangrijk jongeren niet van het ene naar het andere loket te sturen. In ons zogeheten leer-werklab, met onder meer een inloopruimte –de Huiskamer– en activeringsactiviteiten, bieden we ondersteuning op diverse terreinen. Op dezelfde locatie kunnen jongeren ook terecht voor een gesprek met bijvoorbeeld een budgetcoach of een jurist.”
Ook ervaringdeskundige Jeffrey, die als jongere in de crisisopvang van het Leger des Heils in Almere verbleef, onderstreept het belang van samenwerking. „Het zou goed zijn om bijvoorbeeld in een rondetafelgesprek te overleggen met alle instanties die bij een dakloze jongere betrokken zijn, zodat alle neuzen dezelfde kant op staan.”