Gezond en gevarieerd eten is belangrijker dan ooit in deze coronatijd. Maar welke voedingsstoffen verdienen nu speciale aandacht? Vooral het mineraal zink en de vitamines C en D, stelt de Rijssense huisarts Jan Baan. Enkele wetenschappers reageren.
Op een grenenhouten bureau in de ruime dokterskamer –het raam op een kier– zet Baan een kartonnen doos neer. Vol potjes met pillen: vitamine C, vitamine D, zink, resveratrol, quercetine en epigallocatechinegallaat (EGCG).
Stuk voor stuk zijn dit bioactieve stoffen die in de voeding voorkomen. Vitamine C zit in groente en fruit; vitamine D in vette vis, vlees en eieren; en zink in vlees, kaas, noten en schaaldieren. Resveratrol komt voor in druivenschil, rode wijn, cranberry en bosbes; quercetine in kappertjes, rode ui, pepers, extra pure chocolade, vlierbes, boerenkool en appel; en EGCG zit in groene thee.
Baan: „Resveratrol, quercetine en EGCG zijn zogeheten zinkionoforen, stoffen die zorgen voor het transport van zink in lichaamscellen. Dat is belangrijk, want zink remt de vermenigvuldiging van virussen. Het malariamedicijn hydroxychloroquine bevordert ook de zinkopname. Dat middel laat echter teleurstellende resultaten zien, vooral ten gevolge van de bijwerkingen, maar ook door het niet extra toedienen van de nodige zink.”
Met deze middelen hoopt de huisarts het immuunsysteem van de patiënt een boost te geven, waardoor er minder kans bestaat op complicaties. Hij heeft inmiddels diverse patiënten –onder wie enkele hoogbejaarden– op deze manier behandeld, met gunstige resultaten.
Beginnende klachten
Preventief en bij beginnende klachten verwacht hij het meeste effect. „Wordt iemand in het ziekenhuis opgenomen, dan ben je eigenlijk al te laat met deze middelen. Het gaat om het remmen van de virusvermenigvuldiging. Hoe eerder je dat doet, hoe meer effect.”
Baan raadt het gebruik van supplementen alleen aan bij symptomen. Wie tot een risicogroep behoort zoals patiënten met overgewicht, type 2-diabetes, hart- en vaatziekte of een verminderde afweer, adviseert hij ze ook preventief te gebruiken.
Zijn advies aan de risicogroepen is om dagelijks 15 milligram zinkcitraat, minimaal 200 milligram gebufferde vitamine C en 1000 IE vitamine D in te nemen. Bij klachten raadt hij aan de zinkdosering naar 30 milligram te verhogen, naast het normale gebruik van vitamine C en D, en eventueel aan te vullen met quercetine, EGCG en resveratrol. Voedingssupplementen hiervan zijn bij de meer gespecialiseerde apotheek of online verkrijgbaar.
Zinksuppletie kan ook verstandig zijn voor rokers, ouderen en gebruikers van medicijnen zoals plastabletten en ACE-remmers. Zij hebben vaak een tekort aan dit mineraal, weet Baan.
Voor gezonde mensen die niet tot een risicogroep behoren is de Rijssense huisarts terughoudend in het adviseren van extra zink. „Vergelijk het met een fietsketting. Dit mineraal is maar een schakeltje. Je kunt beter de hele ketting smeren door gezond en gevarieerd te eten. Vroeger zeiden ze bij griep: drink vlierbessensap. Virologisch onderzoek in Israël laat inderdaad zien dat de polyfenolen in vlierbessen het influenzavirus remmen. Laat voeding uw medicijn zijn, zei Hippocrates. Ik vind dat er rondom corona over het algemeen te weinig aandacht is voor voeding en leefstijl. Laat de overheid zich meer daarop richten, in plaats van koortsachtig te zoeken naar een vaccin.”
Immuunsysteem
Baan verdiepte zich de afgelopen maanden in de wetenschappelijke literatuur over zink. Hij toont het resultaat van zijn speurwerk: een centimeters dikke stapel papier. „Zink is een ontzettend belangrijke stof voor het lichaam. Sinds jaar en dag weten we dat het mineraal een positief effect heeft bij virale en bacteriële infecties. Het is essentieel voor het immuunsysteem, net als bijvoorbeeld vitamine C en D.”
Prof. Huub Savelkoul, immunoloog aan Wageningen University, valt hem daarin bij. „Na ijzer is zink een van de belangrijkste micronutriënten voor het lichaam. Zink is onmisbaar voor allerlei processen: het immuunsysteem, de groei, de cognitieve ontwikkeling, het hormoonstelsel, bij veroudering, wondgenezing en bij het reuk- en smaakvermogen. De reden hiervoor is dat het mineraal betrokken is bij het lezen van genen, de informatiedragers van het lichaam. Bij een tekort lukt dat niet goed meer, waardoor er van alles misgaat.”
Savelkoul heeft een aantal jaren geleden onderzoek gedaan bij kinderen in Tanzania in relatie tot infectieziektes. Het bleek dat kinderen met een zinktekort een minder goede weerstand hadden en daardoor gevoeliger waren voor diarree, koorts en malariainfecties. In een ander onderzoek, in Kenia, ontdekte hij dat ijzersuppletie bij zwangere vrouwen ertoe leidt dat hun pasgeboren kinderen beter beschermd zijn tegen infectieziektes zoals malaria.
Cytokinestorm
Ook in het preventief gebruik van polyfenolen ziet de Wageningse hoogleraar wel „een kern van waarheid.” „Polyfenolen zijn krachtige antioxidanten. Gebruik je die als gezond persoon, dan zou je al in een vroeg stadium een chronische laaggradige ontsteking kunnen onderdrukken en mogelijk kunnen voorkomen dat het immuunsysteem op hol slaat. Veel patiënten met ernstige Covidklachten hadden al een slecht gereguleerd immuunsysteem door bijvoorbeeld overgewicht of diabetes. Als dat wordt versterkt door corona, kan er een cytokinestorm ontstaan. Immuuncellen produceren dan enorme hoeveelheden afweerstoffen die een levensgevaarlijke ontstekingsreactie in organen veroorzaken.”
En de combinatie van zink en polyfenolen? „Polyfenolen maken de binding van zink aan genen beter mogelijk. Het maakt dus uit in combinatie waarmee je zink binnenkrijgt. De dagelijkse behoefte aan polyfenolen ligt tussen de 500 en de 1500 milligram. Zonder supplementen kom je daar niet snel aan: 100 gram fruit bevat zo’n 300 milligram van deze stoffen.”
Savelkoul is er een „groot voorstander” van om bij risicogroepen zoals ouderen standaard ijzer, zink en vitamine D te meten en hun indien nodig supplementen te geven. „Zo’n 40 procent van alle Nederlanders heeft een tekort aan vitamine D; met name de ouderen.”
Vitamine C
Immunoloog prof. Ger Rijkers, verbonden aan University College Roosevelt in Middelburg, vindt het alleen nodig om voedingssupplementen te gebruiken als er aanwijzingen zijn voor een tekort.
Volgens de Zeeuwse wetenschapper is er geen bewijs dat het slikken van extra vitamine C tegen corona beschermt. „In de media werd geschreven over vitamine C-gebruik in China. Binnen no-time was het spul in supermarkten uitverkocht. Begrijpelijk maar ook verontrustend, want we weten niet of het helpt.”
Vitamine C-deskundige prof. Jens Lykkesfeldt, werkzaam aan de universiteit van Kopenhagen, is het met Rijkers eens dat er geen bewijs is dat preventief vitamine C slikken zin helpt tegen corona. „Daar is geen onderzoek naar gedaan. Maar dat is ook ontzettend moeilijk om te doen. Je zou dan duizenden mensen vitaminesupplementen moeten geven en hen lange tijd moeten volgen, om te kijken of zij minder vaak ziek worden van corona. Dat zou op een zeer gecontroleerde manier moeten, om de effecten van andere factoren in voeding en leefstijl uit te sluiten.”
In een publicatie uit 2012 concludeert de Deense wetenschapper op basis van diverse studies dat 200 milligram vitamine C de optimale dagelijkse inname is voor het grootste deel van de volwassenen. Die hoeveelheid biedt de meeste gezondheidsvoordelen en geeft het minste risico op een tekort. „Maar we weten niet hoe laag je vitamine C-gehalte moet zijn voordat je immuunsysteem minder goed werkt. Is dat zo laag dat je bijna scheurbuik krijgt? Of al bij een gering tekort?”
Lykkesfeldt is niet overtuigd van de meerwaarde van vitamine C slikken, maar geeft toe dat dat weinig kwaad kan. „Deze vitamine is zeer niet-toxisch. Je zou er dus zonder problemen dagelijks veel van kunnen innemen. Omdat weinig mensen de aanbevolen vijf tot zeven porties groenten en fruit halen, zijn supplementen geen gek idee.”
Voldoende aanvoer
Ook prof. Manfred Eggersdorfer, wetenschappelijk adviseur bij het Zwitserse DSM en bijzonder hoogleraar Healthy Aging aan het UMC Groningen, adviseert een dagelijkse inname van minimaal 200 milligram vitamine C. Ruim boven de 75 milligram die het Voedingscentrum aanbeveelt. Voor het perspectief: een sinaasappel of kiwi bevat zo’n 60 milligram.
Bij ziekte mag de vitamine C-inname volgens hem zelfs omhoog naar 1 tot 2 gram. „Bij een infectie daalt de concentratie in het bloed. Coronapatiënten op de ic zullen dan ook een heel laag vitamine-C-gehalte in hun bloed hebben. Neem extra om ervoor te zorgen dat je lichaam voldoende aanvoer houdt.”
Volgens Lykkesfeldt is er geen bewijs voor die 1 of 2 gram. „De vitamine C-behoefte neemt bij veel ziektes inderdaad toe. Kankerpatiënten hebben vaak een heel laag vitamine C-gehalte. Maar hoeveel dan precies nodig is, valt moeilijk te zeggen. Dat verschilt per ziekte.”
Verder adviseert Eggersdorfer een vitamine D-inname van 2000 IE per dag. „Uit een Brits overzichtsartikel blijkt dat mensen bij die hoeveelheid sneller genezen van een luchtweginfectie.” Belangrijk is het om veel buiten te komen, omdat zonlicht tijdens de zomermaanden zorgt voor de aanmaak van vitamine D in de huid. Voor wie dat niet doet, kunnen supplementen een goed alternatief zijn.
Niet alleen vitamine C en D en zink zijn belangrijk voor je weerstand, zegt de Zwitserse wetenschapper: ook vitamine A, B6, B12, E en foliumzuur, de spoorelementen ijzer, selenium, magnesium en koper, en omega 3-vetzuren.
Optimale voedingsstatus
In 2012 heeft Eggersdorfer voor verschillende landen uitgezocht wat de vitaminestatus van de bevolking is. Het bleek onder meer dat ruim 75 procent van de Nederlandse vrouwen onvoldoende foliumzuur binnenkrijgt. Ook haalt een kwart tot de helft van de bevolking de aanbevolen inname voor onder meer de vitamines A, C, D en E niet. „Noem het geen deficiëntie maar insufficiëntie. Echte tekorten zie je in rijke landen weinig, maar de optimale voedingsstatus wordt vaak niet bereikt. Er zijn ook maar weinig mensen die volgens de voedingsrichtlijnen eten.”
Daarnaast heeft de hoogleraar meegewerkt aan een voedingsstatusonderzoek onder 15.000 Duitsers. Daaruit bleek dat de zinkinname in alle leeftijdsgroepen gemiddeld genomen voldoende is. Maar vanwege grote individuele verschillen haalt toch één op de drie mannen en één op de vijf vrouwen de richtlijnen niet. „Bij oudere mannen en vrouwen is dat nog erger. In Nederland zullen de cijfers vergelijkbaar zijn. Wil je er zeker van zijn dat je voldoende zink binnenkrijgt, dan kan een supplement een optie zijn. Of kies voedsel dat rijk is aan zink. Het lichaam slaat zink niet op. We moeten dat daarom dagelijks via onze voeding binnenkrijgen, in een hoeveelheid van zo’n 8 tot 11 milligram.”
De boodschap die hij wil meegeven: „Een goede voedingsstatus is heel belangrijk voor een goed werkend immuunsysteem en dus voor het bestrijden van het coronavirus. Uit klinische studies weten we dat dit de ernst en de duur van klachten kan verminderen.”