Guurtje Leguijt onderzoekt relatie tussen moeder en dochter
Titel:
”Kantelkind”
Auteur: Guurtje Leguijt
Uitgeverij: Mozaïek, Zoetermeer, 2004
ISBN 90 2399 111 7
Pagina’s: 158
Prijs: € 13,90. Het is Guurtje Leguijt gelukt om een tweede roman voor volwassenen te schrijven. In korte tijd speelde ze het klaar om na een aanloop met kinderboeken, waaronder ”Heibel in mijn hoofd” en ”Vechten tegen pesten” door te stomen naar romans voor volwassenen. In 2003 verscheen ”De luistervogel”. De hoofdpersoon in die roman is een onzeker meisje dat niet in staat is zichzelf te zijn in contact met andere mensen. En nu, een jaar later, verschijnt Leguijts tweede roman, ”Kantelkind”.
Wat stijl en thema betreft heeft ”Kantelkind” overeenkomsten met ”De luistervogel”. Communicatie is bepaald niet de sterkste kant van de hoofdpersoon Judith. Ze is een subassertieve volwassen vrouw, die haar leven laat regelen door haar moeder en zoekt naar andere mensen in haar omgeving om dit gedrag in stand te houden.
Als op een dag een vrouw naast haar op het station een poging doet om haar leven te beëindigen, weet ze door een gewaagde sprong de zelfdoding te voorkomen. Ze voelt zich als christen verplicht om zich over die vrouw, Katja, te ontfermen en zoekt haar op in het ziekenhuis. Die poging tot contact wordt niet gewaardeerd, maar Judith blijft het -onverrichter zake- proberen. Dat contact stevent langzaam maar zeker af op een catastrofe.
Onsje vlees
Toch heeft Judith een voorbeeld in haar leven gezien van hoe het níét moet. Haar vader is in zijn leven altijd loyaal geweest aan haar moeder, was als een ”trouw paard” onbeperkt beschikbaar, terwijl zijn vrouw hem in gedachten vierendeelde in de voor haar bruikbare aspecten: de tuin, klusjes, het geld en onbeperkte zorg. Judith zegt het zich te realiseren, maar trekt de lessen er niet uit en kopieert het eindeloos dienstbare gedrag ten koste van zichzelf.
Haar moeder „wil niet lastig zijn”, maar heeft Judith wel nodig als vervanging voor haar vader. Terwijl ze immer zuchtend het door Judith gekochte onsje vlees in het vleesschaaltje doet omdat die het weer zómaar in de koelkast heeft gelegd. Een slachtoffertype pur sang. Wil anderen niet tot last zijn, maar claimt hen intussen schaamteloos zonder ooit iets van liefde terug te geven. Dit gedrag gaat zelfs zo ver dat ze ten slotte haar dochter verhindert om aanwezig te zijn bij het sterfbed van haar vriend Stefan. Judith arriveert als Stefan juist gestorven is.
Steeds duidelijker wordt het dat Judith het sterven van Stefan, maar vooral haar eigen tekort door het niet aanwezig zijn bij zijn sterfbed, niet verwerkt heeft. Eigenlijk is ze altijd op zoek om het evenwicht in haar leven te herstellen. Het te laat moet vergoed worden. Ze vraagt zich af of het evenwicht hersteld is door het verijdelen van de suïcidepoging van Katja. Totdat het resultaat van Katja’s volgende poging al haar zekerheden en heel haar leven weer op de helling zet. Gelukkig komt er toenadering met de familie van Stefan. Er komen openingen in zicht.
Stilstaand water
De verhouding tussen moeder en dochter heeft Guurtje Leguijt mooi en geloofwaardig neergezet. Maar de gebeurtenissen passen zó netjes in elkaar dat je voor alles wel een logische, zielgravende verklaring hebt - dat is wel het manco aan dit boek. De motieven zijn loodzwaar: suïcide, affectieve verwaarlozing en dood van een verloofde, zodat er een te grote hoeveelheid aan stof is om alles nog afgewerkt te krijgen of om diepgang te bereiken.
De start van de roman is sterk. De spanning wordt meteen opgevoerd en de lezer vraagt zich af: Wat is hier allemaal aan de hand? Die spanning houdt de schrijfster vast door elke keer een flashback te geven van de relatie tussen Judith en Stefan. De communicatie is steeds associatief, van de hak op de tak. De lezer raakt benieuwd naar de aard van de schuldgevoelens van Judith bij de dood van haar vriend. Uiteindelijk is de uitwerking voor mij toch teleurstellend; de gedachtegang van Judith lijkt te veel op stilstaand water. „Troost is niet iets om te nemen, maar om te geven” is zo ongeveer de verreikendste gedachte die Judith bereikt. Uiterlijk wordt er heel wat weggepoetst, maar innerlijk blijft het een beetje kwakkelen.
Judith kan uiteindelijk toch geen afstand nemen van haar moeder; verder dan enkele radeloze pogingen om de aandacht van haar moeder op zich te vestigen, komt ze niet. Als ze ten slotte samen met de zus van Stefan een reis maakt naar de rimboe waar Stefan geweest is en waar hij het dodelijke virus opgelopen heeft, is Judiths antwoord op de vraag naar haar bevindingen: „Help mij onthouden dat ik morgen mijn moeder bel of mail, om haar te feliciteren.” Eindeloze dienstbaarheid. Dat is een prachtig thema dat door de auteur goed neergezet wordt. Misschien had dit thema de roman al genoeg stof gegeven. Nu blijft het geheel wat in de lucht hangen. Het glas vertoont een barstje, maar blijft steeds hangen in het verbogen lood. Door de grote hoeveelheid van thema’s wordt het geheel te zwaar om te vallen. Wat mij betreft had het meer mogen kletteren.