Waar zijn de christelijke psychiaters?
De geestelijke gezondheidszorg staat onder druk. Er is te weinig personeel, de wachtlijsten zijn ook bij ernstige klachten lang en de bureaucratie is groot. Hoe hangt de vlag erbij binnen de christelijke ggz? „De meest bedreigende ontwikkeling voor Eleos is dat mensen de meerwaarde van onze organisatie onvoldoende voelen.”
De oprichting van gereformeerd psychiatrisch ziekenhuis ”de fontein” was in 1989 groot nieuws binnen de gereformeerde gezindte. De kliniek was het resultaat van een bundeling van krachten door de Gereformeerde Gemeenten en de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. In de jaren erna groeide de fontein uit tot een breed christelijke ggz-instelling, die de naam Eleos kreeg. Het aanbod varieert van hoog specialistische zorg tot preventieve hulp via e-health-cursussen. Het werkveld is verdeeld in de regio’s noord, midden en zuid. In elke regio heeft Eleos meerdere locaties.
De laatste jaren groeit Eleos fors. Op 1 januari 2019 lag het aantal fte’s op 425. Een jaar later waren dat er 487, goed voor 764 vaste medewerkers, en er zijn nog steeds een kleine 50 vacatures. Er is vooral een tekort aan psychiaters, klinisch psychologen, gz-psychologen en psychotherapeuten, laat geneesheer-directeur Ewoud de Jong weten. De kliniek worstelt bovendien met schaarste aan verpleegkundig personeel. Dat noopt soms tot het aantrekken van invallers die minder affiniteit met het gedachtegoed van Eleos hebben. „Op termijn kan dit spanning zetten op onze identiteit”, erkent De Jong. Vanwege het personeelstekort liep de wachttijd in regio noord op tot een halfjaar. In Amersfoort en Zwolle ging de deur zelfs tijdelijk op slot, door ziekte en afscheid van enkele gespecialiseerde therapeuten.
Interim
Een zorgelijke ontwikkeling in de breedte van de ggz is voor De Jong het vertrek van personeelsleden via de voordeur die zich vervolgens als zzp’er via de achterdeur weer aanbieden. „Je ziet dat vooral bij psychiaters. Als interim-kracht vragen ze een hoog uurloon, aan beleidsmatige zaken en crisisdiensten willen ze vaak niet meedoen. Zo blaas je instellingen van binnenuit op. Vaak is hun argument dat je als psychiater in dienstverband voor alles verantwoordelijk wordt gesteld, terwijl je nauwelijks invloed kunt uitoefenen op het beleid.”
Zelf draagt hij een ander standpunt uit. „Wij willen specialist in christelijke ggz zijn, dat doe je niet even in een interim-baantje. Onze werkers moeten zich intrinsiek betrokken voelen bij de doelstelling en identiteit, het team en het beleid.” De werkelijkheid is weerbarstiger. Op achttien psychiaters heeft Eleos nu drie interim-psychiaters zonder gelovige achtergrond ingehuurd, onder andere voor vervanging vanwege zwangerschap. „We doen er alles aan om onze opleiding tot klinisch psycholoog en psychiater in de lucht te houden, want mensen die langs die route binnenkomen zien we vaak blijven.”
Het zit de reformatorische psychiater dwars dat het belang van zijn organisatie binnen de gereformeerde gezindte onvoldoende wordt onderkend. „Gezien de omvang van onze achterban hebben we de potentie om te groeien, maar dan moeten we wel voldoende hulpverleners uit diezelfde kring hebben. Waar zijn ze?” Tegelijk steekt hij de hand in eigen boezem. „We hebben een laag verloop en ziekteverzuim, maar we moeten eerder in de keten starten met het aantrekken en binden van mensen. Dat begint met het actief aanbieden van stageplaatsen aan studenten. Het onderhouden van de lijntjes naar de christelijke opleidingsinstituten kan beter. We willen de komende tijd ook meer energie steken in het aantrekken van vrijwilligers die onze professionele krachten kunnen ondersteunen.”
Fidea
Zo’n 40 procent van de gespecialiseerde therapeuten die Eleos verlaten, kiest voor een grotere ggz-instelling. Nog eens 40 procent kiest juist voor kleinschaligheid en begint daarom voor zichzelf of maakt de overstap naar een groepspraktijk. „Vroeger was de hoofdbehandelaar doorgaans een psychiater”, verklaart De Jong. „Nu kunnen ook klinisch psychologen, gz-psychologen, psychotherapeuten en verpleegkundig specialisten de regiebehandelaar zijn. Een aantal collega’s is niet content met die taak en vertrekt om die reden.”
Hij wil er niet negatief over doen. „Belangrijk is wel dat Eleos van een dusdanige omvang blijft dat we onze kliniek en ons Kennisinstituut christelijke ggz in de lucht kunnen houden. Dat vraagt om een bepaalde massa. We krijgen de kliniek niet gevuld vanuit onze eigen poliklinieken. Daarvoor hebben we ook verwijzingen van buitenaf nodig.”
Eigenaar van een christelijke groepspraktijk is klinisch psycholoog Kees Roest. Hij begon zijn loopbaan in 1990 bij de fontein en startte daarnaast meteen een eigen praktijk. Vanwege de toename van aanvragen nam hij in de loop der jaren extra mensen in dienst. In 2012 vertrok hij bij Eleos om zich volledig op zijn eigen onderneming te kunnen richten. Die kreeg de naam Fidea en telt intussen tien therapeuten, onder wie twee zzp’ers. De groepspraktijk biedt een breed spectrum aan geestelijke gezondheidszorg, waaronder de behandeling van angst- en dwangstoornissen, trauma en persoonlijkheidsstoornissen, of een combinatie daarvan. Enkele jaren geleden verhuisde het bedrijf naar een kantorenpand in Woudenberg, dat de therapeuten delen met accountants en advocaten.
Bureaucratie
De charme van een kleinschalige organisatie ligt voor Roest in de korte lijnen en de nadruk op het uitvoerende werk. „Ik ben graag met mijn vak bezig en dat in een hecht teamverband. Cliënten geven vaak aan dat de goede sfeer hun opvalt. Vanaf de intrede van de marktwerking in de zorg begon de verzakelijking en werd de focus binnen grote instellingen verlegd van de inhoud van het proces naar de buitenkant ervan. Zorg werd een product, waarbij iedere minuut moest worden geregistreerd. Jarenlang zijn er verplicht metingen verricht die een enorme landelijke database opleverden. Inmiddels is die vernietigd, omdat de metingen onbetrouwbaar waren.”
De bureaucratie is volgens De Jong van Eleos deels het gevolg van de huidige verantwoordingscultuur, die gebaseerd is op wantrouwen. „Zo’n houding past misschien bij de calvinistische visie op de mens, maar er is ook nog zoiets als algemene genade. In de ggz werken veel mensen die goed werk leveren en hart voor hun patiënten hebben. Op administratief terrein zijn ze vaak wat minder sterk. Door de rigide regelgeving voelen ze zich onzeker en gaan ze dingen dubbel controleren, ten koste van de zorg voor patiënten. Verantwoording hoort erbij, maar het moet wel zinnige verantwoording zijn.”
Vervreemding
Roest biedt zijn mensen veel ruimte om zich verder te bekwamen in hun beroep. „Het accent ligt bij ons meer op verbetering van behandelvaardigheden dan op het afvinken van lijstjes. Verslaglegging en rapportage moeten het therapeutische doel dienen en geen ding op zichzelf worden. In grote instellingen ontstaan gemakkelijk routines die zichzelf in stand houden en ten koste gaan van tijd die aan de patiënt besteed kan worden.”
De Woudenbergse psycholoog vindt het ook belangrijk dat hulpverleners over de middelen beschikken waarmee ze hun werk zo goed mogelijk kunnen doen. „Heeft een collega iets nodig, dan regelen we dat in principe dezelfde dag. Als de problematiek van een cliënt een andere aanpak vraagt, schakelen we snel. Daardoor kunnen we gemakkelijker maatwerk leveren dan instanties waar de protocollen bepalend zijn.”
Als supervisor hoort de ervaren klinisch psycholoog geregeld dat therapeuten bij grote instellingen zich beknot voelen door de behandelaar. „Omgekeerd kan het voor regiebehandelaars vervreemdend werken als een groot deel van hun werk bestaat uit het controleren van het werk van anderen. Vooral bij grotere instellingen komt het voor dat de meest opgeleide hulpverleners weinig behandeltijd overhouden.”
Serieuze problemen
Van de tien therapeuten van Fidea komen er vijf bij Eleos vandaan. Belangrijke reden voor de overstap was de wens om weer meer behandelend therapeut dan regiebehandelaar te zijn. De Woudenbergse psycholoog annex ondernemer begrijpt dat collega’s om die reden voor zichzelf beginnen of naar kleinschaliger praktijken overstappen. „Het wrange is inderdaad wel dat hierdoor specialistische zorg weglekt uit de instellingen. Maar welke chirurg zou graag in een ziekenhuis werken waar hij meer moet toezien op het werk van anderen, of de administratie moet doen, dan dat hij bezig kan zijn met zijn vak?”
Vanuit de breedte van de ggz luiden mensen als prof. Damiaan Denys, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, de noodklok vanwege het feit dat veel mensen ten onrechte gebruikmaken van de geestelijke gezondheidszorg. Ten koste van hen die werkelijk psychisch ziek zijn. Binnen de christelijk ggz lopen volgens Roest relatief weinig cliënten rond met een algemeen gevoel van malaise omdat het leven even minder leuk is. „De gereformeerde gezindte heeft nog altijd duidelijke zingevingskaders en hechte sociale netwerken. De mensen die bij ons aankloppen, hebben serieuze problemen. Aan de dagelijkse zorgen en moeiten van het leven kunnen ze goed betekenis geven door wat ze op zondag in de kerk horen. Ze weten dat het paradijs hier op aarde niet te vinden is.”
Motiveren
Een samenleving die weer op zoek is naar zingeving biedt een organisatie als Eleos juist kansen, constateert Ewoud de Jong. Mits er voldoende professionele en ideëel gedreven hulpverleners beschikbaar zijn. „De meest bedreigende ontwikkeling voor Eleos is dat mensen de meerwaarde van onze organisatie onvoldoende voelen en daardoor de instelling verlaten. We hebben daarom onderwijsmodules op het grensvlak van psychiatrie en geloof ontwikkeld, om hulpverleners te motiveren en onze positie als specialist in christelijke ggz te versterken.”
De inspanningen worden volgens de geneesheer-directeur van Eleos gehinderd door ontwikkelingen in het geheel van de ggz. „Er zouden veel regels in de zorg geschrapt kunnen worden. Samen met onze brancheorganisatie zetten we ons daarvoor in. Kampioen in regeldruk zijn de burgerlijke gemeenten. Iedere gemeente heeft zijn eigen beleid, eigen procedures en eigen rapportageprotocollen. Afschaffing van overbodige regels en uniformering van de regels zou naar schatting een 15 procent lagere administratiedruk geven.”
Samenwerken
De nadruk op organisatie en financiën beheerst volgens Roest tegenwoordig ook de sfeer op congressen. „Vroeger spraken we over de inhoud van het werk, de laatste tien jaar gaat het vooral over de bezuinigingen, de invloed van verzekeraars, de regelgeving van de overheid… Op zulke momenten ben ik heel gelukkig met onze kleinschaligheid. Fidea kent geen managementlaag. Daardoor bespaar je veel geld dat je kunt besteden aan de inhoud van het werk.”
Dat neemt niet weg dat hij Eleos nog altijd een warm hart toedraagt. „Naast de ambulante zorg is vooral de deeltijd- en klinische behandeling zoals Eleos die biedt, onmisbaar. Zeker bij een opname is behandeling en verblijf in een vertrouwde omgeving heel belangrijk. Dat was destijds dé reden voor het oprichten van een gereformeerd psychiatrisch ziekenhuis. Het is daarnaast van belang dat we binnen de christelijke ggz goed samenwerken. Wat gelukkig al gebeurt.”