De situatie aan de grens tussen Turkije en Griekenland leidt deze week tot ten minste twee bijeenkomsten van ministers van EU-landen. En bovendien gaan de drie belangrijkste EU-topmensen op bezoek in Griekenland. Dan moet er wel wat aan de hand zijn.
Turkije heeft de poorten naar het westen opengezet. Dat betekent dat de Syrische vluchtelingen kunnen doorlopen naar de Europese Unie. Dat leidt tot schrik: wordt dit een herhaling van de migrantencrisis in 2015? Toen kwamen er ongeveer 1 miljoen Syriërs en andere vluchtelingen naar Europa.
Nu Turkije aan de ene kant de grens openzet, moet Griekenland uiterste best doen de deur dicht te houden. Dat lijkt niet te lukken. De Griekse autoriteiten proberen de migranten met machtsmiddelen tegen te houden, maar er zijn al twee doden gevallen.
De Turkse president Erdogan heeft maandagavond tegen de Duitse bondskanselier Merkel gezegd dat de lasten eerlijker moeten worden verdeeld tussen Turkije en Europa. Eerder zei hij dat hij 1 miljard euro extra van de EU heeft geweigerd. Blijkbaar verlangt hij veel meer dan 1 miljard.
In 2016 sloot Europa een deal met Turkije. Jaarlijks zou het land 1,5 miljard euro uit Brussel krijgen voor de opvang van zo’n 3,6 miljoen Syriërs. Syriërs die toch naar Europa kwamen, zouden direct worden teruggestuurd. In Turkije zou er over een mogelijke asielstatus worden beslist. Mensen met recht op asiel zouden worden verdeeld over de EU-lidstaten.
Vanaf de eerste dag klonk er kritiek op deze deal. Europa zou zijn morele verplichtingen met geld afkopen. Duidelijk is wel dat de afspraak enkele jaren zeer effectief is geweest. De duidelijke afspraken hebben ook veel leed bespaard van mensen die in onzekerheid op weg zouden gaan en ergens zouden stranden.
Tegelijkertijd kon iedereen beseffen dat deze deal geen blijvende garanties had. Ten eerste omdat de EU-landen niet alle beloften waarmaken, zoals de herverdeling van vluchtelingen. Ook schuwt president Erdogan niet om regelmatig te dreigen met het opzeggen van de deal. Mogelijk is het nu zover.
Niemand kan echter zeggen dat Turkije niets voor de vluchtelingen heeft gedaan. De bevolking bestaat nu voor ruim 4 procent uit recente nieuwkomers. Er zijn weinig landen die bij zulke cijfers orde en welzijn weten te handhaven.
In Europa zit vermoedelijk niemand te wachten op een migratiecrisis zoals in 2015. Die leidde tot veel spanning; tussen EU-lidstaten onderling, en ook binnen EU-landen. Diverse rechtse partijen hebben hun zetels grotendeels aan die zomer te danken.
Er lijkt weinig anders op te zitten dan opnieuw met Turkije om de tafel te gaan en een nieuwe deal af te spreken. Mocht er toch een nieuwe migrantenstroom komen, dan zijn de landen in elk geval beter voorbereid dan in 2015.