Kunstenares Louise Bourgeois: „De spin is een ode aan mijn moeder”
De Frans-Amerikaanse kunstenares Louise Bourgeois (1911-2010) is misschien wel het meest bekend geworden met haar enorme spinnen. In Wassenaar staat er eentje van een meter of tien hoog, voor de ingang van museum Voorlinden; als opwarmer voor een tentoonstelling die zes decennia werk van Bourgeois omspant.
De spin voor de deur van Voorlinden heet ”Maman” (1999). Ze moet tientallen kilo’s wegen, maar ze lijkt, met de poten iets gebogen, vederlicht over het gazon te kruipen. Onder haar lijf draagt Maman 32 marmeren eieren.
Bourgeois viel niet voor niets op het beestje waar veel mensen van griezelen. Zelf zei ze ooit over haar werk: „De spin is een ode aan mijn moeder, zij was mijn beste vriendin. Mijn familie was bezig met het restaureren van tapijten en zij had de leiding over de werkplaats. Net als een spin was ook mijn moeder een wever. En spinnen zijn vriendelijke wezens die muggen eten. We weten dat muggen ziekten verspreiden en daarom ongewenst zijn. Dus spinnen zijn behulpzaam en beschermend, net als mijn moeder.”
Na de reuzenspin buiten is het in de eerste museumzaal in Wassenaar even terugschakelen. Hier is het vroege werk te zien van Bourgeois. Geboren in de omgeving van Parijs verhuist ze in 1938, drie weken nadat ze haar man Robert Goldwater leert kennen, naar New York. Daar maakt ze de ranke sculpturen die hier staan.
Als jonge moeder van drie kinderen voelt Bourgeois zich aan huis gekluisterd. Op het dakterras in New York maakt ze haar serie ”personages”, langgerekte houten figuren. Kunst maken helpt Bourgeois te strijden tegen depressieve gevoelens. De ranke beelden neemt ze onder haar arm mee door het huis. „Ik miste sommige mensen die ik had achtergelaten. Het was een tastbare manier om dat gemiste verleden weer in het leven te roepen.”
Trauma
Het werk van de Frans-Amerikaanse kunstenaar is moeilijk in één woord te vangen. Ze gebruikt verschillende technieken; maakt grafisch werk, installaties, sculpturen, borduurt, naait, schildert en schrijft. Maar ook haar uitingen zijn divers. Sommige werken zijn kannibalistisch of vol van absurdisme; terwijl andere juist fragiel en kwetsbaar zijn.
In 1982 krijgt Bourgeois als eerste vrouwelijke kunstenaar een solotentoonstelling in het prestigieuze Museum of Modern Art (MoMa) in New York, tegenwoordig goed voor zo’n 3 miljoen bezoekers per jaar. Tot op dat moment houdt de kunstenares een persoonlijke link met haar werk verborgen. Maar op 71-jarige leeftijd geeft ze, in aanloop naar deze tentoonstelling, een interview waarin ze haar werken toelicht aan de hand van traumatische gebeurtenissen uit haar jeugd.
Affarire
Bourgeois’ moeder is jaren ziek en ligt veel op bed terwijl de vader des huizes een affaire begint met een Engelse nanny. Louise moet hen, in opdracht van haar moeder, bespioneren. Als Bourgeois twintig jaar is, overlijdt haar moeder aan de Spaanse griep, een ingrijpende gebeurtenis die in haar late werk veel terugkeert.
Louise is haar vaders lieveling, maar voelt zich tegelijk verraden en door hem in de steek gelaten. ”Destruction of the father” (1974), te zien in Voorlinden, toont een kinderfantasie waarin Bourgeois wraak wil nemen. De donkere grot met ronde figuren is dan ook een sleutelwerk van de kunstenares.
Met deze installatie trekt ze de toeschouwer haar innerlijke wereld binnen. De ronde vormen staan als krukken opgesteld rond een tafel waar beenderen op lijken te liggen. Het werk baadt in rood licht. De ‘krukken’ representeren haar familieleden rond een tafel, met de vader aan het hoofd. De moeder en haar kinderen lijken hem te willen verslinden.
Na deze installatie maakt Bourgeois meer kunstwerken waarin ze uiting geeft aan haar eigen leven en gevoelens. In de jaren negentig maakt ze een serie ‘cellen’ die een combinatie zijn van sculptuur en installatie. Voorlinden toont het werk ”Cell I, 1991”, dat lijkt op de slaapkamer van haar moeder, afgeschermd met houten deuren. Door een kleine ingang kun je, haast voyeuristisch, naar binnen gluren. Er staat een bed met postzakken als lakens en daarop met rood garen geborduurde teksten als: „Ik heb mijn herinneringen nodig; ze zijn mijn documenten.” Doktersspullen herinneren aan de periode van ziekte van Bourgeois’ moeder.
Na haar ontboezemingen over haar jeugd, haar depressieve gevoelens en slapeloosheid, betitelen kunstcritici haar werk als enkel biografisch en therapeutisch. Dat doet het werk van deze veelzijdige vrouw echter tekort. Ze kampt weliswaar met flinke stemmingswisselingen, maar is zeker ook een intelligente vrouw, met wiskundig en filosofisch inzicht, een scherpe pen en een groot beeldend vermogen; bij elkaar leidt dat tot een rijk oeuvre zoals dat te zien is in museum Voorlinden.
Vraagtekens
Inmiddels worden ook vraagtekens gezet bij het biografische karakter van haar werk. De feiten uit haar jeugd blijven wel staan, maar Bourgeois voert zichzelf gedurende haar leven ook steeds vaker op als fictief persoon. Dat roept bij menig werk de vraag op of ze haar eigen verhaal of dat van een kunstenaar vertelt. Dit neemt niet weg dat in Bourgeois’ oeuvre leven, trauma’s en tijdgeest op een veelzeggende manier in haar werk samenkomen; zo blijkt nu in Voorlinden.
De tentoonstelling ”Louise Bourgeois – To Unravel a Torment” is tot en met 5 mei te zien in Museum Voorlinden in Wassenaar. www.voorlinden.nl